Tweede pinksterdag zijn we naar de
pizzeria geweest. Tafelen is bij ons een langdurige en gezellige
aangelegenheid. De gespreksonderwerpen aan tafel vereisen meestal wel een
sterke maag. Natuurlijk hebben we graag dat dat in publieke gelegenheden
ietsjes minder is. Maar dat is moeilijk. Het is namelijk gezellig om het over
smerige dingen te hebben onder het eten, zoals: het terugkerende hoogtepunt van
de vakantie: mijn kotsen als gevolg van wagenziekte, hoelang wie het ongeveer
op kan houden, het gebrek aan hygiëne op de schooltoiletten (vaak tot in detail
uitgewerkt), etcetera.
Ook zien we liever niet dat het
toilet tijdens het eten wordt bezocht. Dat gebeurt voor of na het eten. Maar
aangezien het gespreksonderwerp toch vaak die richting op gaat, ligt de focus
er al snel. En wij proberen dan stoïcijns te zijn, totdat de
gekkenbekkentrekkerij die gepaard gaat met het inhouden erger is dan de onderbreking
van de maaltijd.
Zo ook in de pizzeria. "Ik moet
echt heel nodig", zegt onze jongste. En toegegeven: we hebben wel even
zitten wachten. "Na het eten" zeggen we. En dan begint het: "Het
ligt er aan beide kanten al voor. Ik hou het niet meer". Deze opmerking,
met vertrokken gezicht uitgebracht, levert dikke pret op bij de rest van de
familie. Daar wordt het niet beter van. Verontwaardiging: "Nou, ik moet
echt heel nodig". Dus vooruit dan maar weer.
Even verderop zitten de ouders van
een jongetje bij de jongste uit de klas rustig samen aan tafel. "Moet je
die vader en moeder daar nou zien zitten", zegt mijn zoon. "Dat is
toch zielig. Die zitten daar maar. Daar is toch niks aan. En wij hebben het
hier zo gezellig aan tafel."
Dan komt de jongste terug van haar
toiletavontuur. Ze schuift aan. "Hèhè, dat lucht op. Nou, dit zijn geen
smakelijke toiletten zeg." We zijn er weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten