Als het kan droog ik de was graag
buiten. En als dat niet lukt heb ik altijd de wasdroger achter de hand. Buiten
hang ik de was op een wasrek, of zoals wij zeggen n rik. Ik heb ook een waslijn, maar
meestal pak ik het rik. Het rik heb ik van mijn ouders gekregen. Ze hebben er
twee bij de plaatselijke timmerman laten maken toen ze gingen trouwen. Deze
kregen ze er in de loop van de jaren bij. Hij is groen en niet lichtblauw,
zoals het eigenlijk hoort. Maar de kleur deert mij niet: ik klop de was uit en
gooi het over het rik.
Waarom heb ik nou zo'n voorkeur voor
dat rik? Ik ben in principe een luie huisvrouw, dus speelt het gemak een grote
rol. Er komt geen wasknijper aan te pas. Als de was gedroogd is, hang ik het
rik buiten achter aan de schuur. Heb ik 'm weer nodig, dan istie altijd bij de
hand. Zonder wasknijpers heb je ook geen hangpunten aan shirts en broeken. Dat
schijnt ook niet te hoeven als je het maar goed aan de lijn hangt, maar dat heb
ik nog niet onder de knie. En ik heb de was -mocht er een buitje vallen- ook
heel snel weer binnen. Ik sleur gewoon alles van het rik.
De jongste gebruikt het rik ook wel
als tent. De oudsten deden dat natuurlijk ook toen ze jonger waren en wij deden
het ook vroeger thuis al. Het rik wordt dan uitgezet, er komt een kleed over en
je hebt in een handomdraai de mooiste tent van de wereld. Ik weet niet of ze
nog gemaakt worden, maar ik koester mijn rik. Op een spijl zit al stukje
klustape: daar schopte onze zoon net even te hard een bal tegenaan.
Ik heb nu net de vakantiewas achter
de rug. Dus was het rik volop in bedrijf. En dat ziet er ook nog eens bijzonder
fleurig uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten