Onze oudste werd vanmorgen aan haar knie geopereerd. Ze zou als eerste aan de beurt zijn. Dus vroeg op en op tijd op pad. Zo rond een uur of kwart over negen -ik had haar bijna weer thuis verwacht- belt ze dat ze nog niet is geopereerd: het was te warm in de operatiekamer (!). En ze is ook niet meer als eerste aan de beurt. Omdat het schema in de war is, wordt haar relatief eenvoudige kijkoperatie naar achteren geschoven. "Er zijn al drie mensen van deze zaal voor me aan naar de operatiekamer gegaan", vertelt ze. In haar kamer ligt ook een man die ze al eens eerder in de trein trof. Blijkbaar is het een vaste gast in het ziekenhuis. Destijds was zijn vinger gezet, nu zag hij eruit alsof hij in elkaar geslagen was: een blauw oog, een gebroken schouder en wellicht breuken in het aangezicht. Zonder al te veel gêne vertelt hij dat hij in deze conditie ook nog even had 'gezwommen' en dat hij 1.4 -of zoals hij het op zijn Oost-Gronings zei ain punt vaare- in het bloed had. Dat gaf nog enige afleiding.
Toen ze eenmaal aan de beurt was, verliep de operatie voorspoedig. "Hij heeft een stukje weggeknipt wat hij nog nooit eerder had gezien", zegt ze. "Wat was dat dan voor stukje?", vraag ik. "Weefsel of ligament", zegt ze -inmiddels volledig thuis in de wereld van de anatomie van de mens. "Of waren het misschien de versteende resten van een nooit ontdekt tweelingbroertje?", vraag ik. Maar nee, dat waren het niet, kon ik ook later zien. Ze had de film van hele operatie namelijk op een usb-stick mee naar huis genomen. Op een gegeven moment komt er een ijzeren lepelschaar stukjes weefsel wegknippen. Het weefsel fladdert en wappert als zeewier in het water. "Ik zou daar ook nog wat stukjes hebben meegenomen", zeg ik. Maar dat blijken nou weer net ligamenten te zijn die best handig zijn om te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten