Ik verdiep me op dit moment in keukens. Deze week heb ik verschillende brochures aangevraagd en gisteren heb ik de bieb geplunderd. Vandaag heb ik alles binnen, dus tijd voor zelfstudie. Wat wil ik wel en wat wil ik niet? En correspondeert dat dan een beetje met wat E. wel en niet wil?
Ik ben druk bezig met het doornemen van allerlei bladen en catalogi als E. de weekendbijlage van de NRC naar me toeschuift. Hij ligt er eventjes voor ik eraan toekom. En dan zie ik de titel van het artikel waarop E. de weekendbijlage heeft opengeslagen. Na de brand blijf je alleen zelf over. Bij het artikel een foto van een stel dat op een grote hoop stenen staat. Erachter staat een kraan. Het stel dat geïnterviewd wordt verloor ook alles door brand. Er zitten hele herkenbare fragmenten in het artikel. Het verloop van de brand, de enorme snelheid waarmee de brand toeslaat, het slurpende geluid van het gretige vuur, de heimwee naar huis en het langzaam dagende besef wat het betekent dat je alles kwijt bent. Een uitspraak raakt me: "Van spullen is het niet zo erg dat ze weg zijn. Het is de band met de spullen die je mist." En dat klopt.
Verder lijken deze mensen er slechter aan toe te zijn: direct na de brand sliepen ze slecht - en nog, ze konden geen mensen om zich heen verdragen, konden niet lang in een winkel zijn en nog steeds zijn er slechte dagen met verdriet. Hoe het kan dat het voor ons een minder groot trauma is, dat weet ik niet: wij hebben allemaal de draad direct weer opgepakt en dat lukte goed. Misschien maakt het verschil dat zij een kat hebben verloren, een levend wezen. Natuurlijk hebben wij ook verdriet gehad - en nog, maar we zijn er niet door overspoeld. De heimwee is sterker dan het verdriet. En gelukkig - gelukkig, is het voor ons geen probleem om langdurig in een winkel zijn. We hebben namelijk in de afgelopen drie maanden meer gewinkeld dan in de drie jaar daarvoor.
Er is leven na de brand. Sterker nog: het leven is mooi, ook na de brand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten