Vandaag had ik een afspraak bij de tandarts. Een van mijn gouden kronen was na meer dan 30 jaar intensief gebruik tot op de draad versleten. Herstellen was niet meer mogelijk, dus de enige oplossing was een nieuwe laten aanmeten. Vandaag was het zover. Het kroonloze stompje dat nu al geruime tijd in mijn mond staat, werd deels verwijderd en geprepareerd. Over twee weken wordt de kroon geplaatst.
Dertig jaar geleden werden mijn kronen onverdoofd geplaatst. Dat leek de tandarts en de assistente nu niet verstandig. Er zou namelijk ruim anderhalf uur geboord, geschaafd en gebrand (tandvlees) worden. Dus kreeg ik een verdoving. En wat voor een: tot halverwege de middag was het rechterdeel van mijn gezicht totaal gevoelloos.
Het is druk bij de tandarts als gevolg van een aantal spoedgevallen. Dus behandelt de tandarts snel nog een andere patiƫnt terwijl het bitje met rubber in mijn mond ligt te drogen. Na het bitje onder, volgt het bitje boven. Een bit afgestreken met blauw rubber wordt terwijl ik achterover lig tegen mijn gehemelte gedrukt, met een spontane kotsreactie tot gevolg. Het kotsbakje blijft gelukkig leeg. De assistente drukt mijn willoze mond in alle gewenste hoeken. "Toen ik deze kronen kreeg, werd ik niet verdoofd", vertel ik later. "Ik herinner me nog dat de tandarts een minicirkelzaagje gebruikte", ga ik door. De assistente kijkt me ongelovig aan. "Ja die gebruikten ze vroeger om gouden kronen te slijpen", zegt de tandarts. "Levensgevaarlijk. Volgens mij heb ik er nog een liggen." Niet dat hij ze zelf ooit gebruikt heeft, benadrukt hij nog. Ondertussen wordt de kleur van mijn tanden bepaald naar aanleiding van een staaltje, want goud wordt het niet weer. Bij mij moet het een mixje van C3 en C3A worden. Het zegt me niets. "Je mond vormt een mooi staaltje van tandheelkundige geschiedenis", zegt de tandarts terwijl hij een laatste tevreden blik op zijn werk werpt. Het is een twijfelachtige eer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten