"Weet jij wel wat je yoginaam is?", vraagt de oudste me. Ik weet natuurlijk niet wat mijn yoginaam is en ik heb natuurlijk ook helemaal geen yoginaam nodig. "Ik stuur het wel even door", zegt ze en even later heb ik een yoginaamgenerator in mijn postvak zitten.
25 jaar geleden heb ik ooit eens een periode aan yoga gedaan. Ik ging mee met de bovenbuurvrouw, de aanstichtster van ons yoga-avontuur. Al snel bleek dat ik niet echt in de wieg gelegd was voor yoga. Het enige wat ik me herinner van de les is dat we ons moesten concentreren op onze anus. Dat had op mij -heel kinderachtig natuurlijk- een slappe-lach-effect. Ik moest me de hele yogales tot het uiterste inspannen om niet in lachen uit te barsten. Dat zou de serene sfeer pas goed om zeep helpen. Dus van ontspanning was niet echt sprake. Ik werd er enorm druk van en kwam vaak gierend van de lach bij E. thuis. Daar gaf ik dan demonstraties van de yogales en imitaties van de yogaleraar. Als ik boezemvriendin moet geloven, dan ebde dat effect ook op het werk nog flink na.
Op een gegeven moment zei E. vertwijfeld: "Kun je niet gewoon iets gaan doen waarbij je je energie kwijt kunt. Hardlopen of zo?" En zo kwam er dan een eind aan mijn yoga-avontuur. Ik ben dus nooit een yogi geworden. Dat is de enige conclusie die ik kan trekken als ik de omschrijving in Wikipedia lees: Een yogi is iemand die zijn lichaam en geest onder volledige controle
tracht te brengen. Het na te streven doel is tot volledig geluk en
kennis te komen. Een yogi wordt pas een yogi als yoga in al zijn
aspecten gedurende de gehele dag en nacht zijn wezen beïnvloedt.
Hoe anders had het allemaal kunnen lopen als ik wel was doorgegaan met de yoga. Dan was ik nu na 25 jaar een geoefende yogi met de naam Rainbow Crescent Dancer geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten