"Weet je wel dat papa bij jouw kaas heeft gezeten? Hij is een echte kaasdief.", zegt de jongste. Ik wist het niet, maar het verbaast me niets. Als het om kaas gaat is E. tot alles in staat, desnoods tot kaascriminaliteit.
Een tijdje geleden ben ik overgestapt op 30+ kaas. Dat neem ik 's morgens op mijn roggebroodje of op rijstwafels. Heerlijk. Ik ben een bescheiden kaasverbruiker. E. is daarentegen een grootverbruiker. Naar eigen zeggen zou zijn leven geen cent meer waard zijn als hij geen kaas kon eten.
Dus gaan E. en ik iedere vrijdag naar het kaaswinkeltje in het winkelcentrum. Daar halen we onze pittige belegen 30+ kaas. Voor een echte kaasliefhebber is het een walhalla: de 'kezige' luchten komen je al van ver tegemoet. Als vaste klanten hebben we inmiddels ook een klantenkaart.
Vorige week misten we het vrijdagritueel en dus kochten we niet onze vaste voorraad pittige belegen 30+ kaas. In plaats daarvan nam ik een doosje 30+ plakken mee voor mezelf en voor de rest van de familie een volvette kaas. Eerlijk is eerlijk: ze konden niet tippen aan de kaas van het kaaswinkeltje. En zo kwam E. tot zijn kaascriminaliteit. "Papa zei: dat is dus kiezen tussen kaas zonder smaak mèt of zonder vet. Nou dan maar zonder vet." En daarmee was het een feit: kaascriminaliteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten