Jaren geleden raakte ik als student Nederlandse taal- en letterkunde verzeild in de geestelijke gezondheidszorg. Ze zochten iemand die begrijpelijke folders kon schrijven en ik voldeed aan die eis. Heel vooruitstrevend was dat destijds van de voorganger van mijn huidige werkgever. Ik had nog helemaal niet echt nagedacht over mijn verdere toekomst: eerst maar eens mijn scriptie afronden. Ik had een eerstegraads onderwijsbevoegdheid en een lonkend perspectief in de vorm van een onderzoeksbaantje. Dus ik dacht een heel andere kant op te gaan. Maar toen ik werd benaderd, dacht ik: waarom niet? Dat ik uiteindelijk gekozen werd was mooi meegenomen.
Het mag dan toeval zijn dat ik verzeild raakte in de ggz, dat ik er bleef was geen toeval. Dat was een keuze. Een keuze die ik vol overtuiging heb gemaakt en nog iedere dag weer zou maken. Vanuit mijn vakgebied zou ik immers ook een andere kant op kunnen gaan. Ik had ook communicatie-adviseur bij een koekjesfabriek kunnen worden. Die mogelijkheid deed zich niet voor, maar ik had wel in een groot ziekenhuis in de regio kunnen werken, of bij de universiteit bijvoorbeeld. Maar daar koos ik niet voor.
Waarom dan die keuze voor de ggz? Een koekje is misschien lekker, dat geeft je even een goed gevoel, maar dat is niet blijvend. In de ggz is dat anders. Het geeft een blijvend goed gevoel om onderdeel uit te maken van een sector die verschil kan maken in het leven van mensen. Want dat doen we namelijk, iedere dag weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten