Vanmorgen arriveer ik tegelijkertijd met de oude baas
bij de super. Hij begint vol goede zin aan zijn werkdag en ik probeer al vroeg
mijn boodschappen binnen te halen. Jonge baas zet ondertussen een reclamebord
buiten. Oude baas en jonge baas lijken zo op het eerste gezicht uiterlijk niet
op elkaar, maar als jonge baas voor me aan naar binnen loopt, zie ik dat ze
dezelfde fysiek hebben: een vrij lang bovenlichaam met een stel goede billen.
Als ik mijn rondje door de super maak, natuurlijk weer
gestuurd door een boodschappenlijstje, heb ik de oude baas een aantal keren
voor de kar. Eenmaal kijkt hij net de andere kant op; alleen door mijn
volledige gewicht in de strijd te gooien krijg ik de rollende kar tot
stilstand. Hij verontschuldigt zich. Even later kom ik hem weer tegen. Hij
loopt langs alle afdelingen en maakt een praatje met de medewerkers. Bij de
kassa wurmt hij hij tussen de karren door en krijg ik 'm voor de derde keer
voor de kar. "Ik ben wel lastig he?", zegt hij. Ik zeg dat het wel
meevalt. "Zeg maar gerust dat hij lastig is hoor", zegt jonge baas.
Ondertussen zijn ze samen bezig om een stapel voordeelpakken met keukenrollen
op te stapelen tot een keurig nette toren. "Zou je dat liever
hebben?", vraag ik. Jonge baas lacht een beetje. Een tegenvraag verwachtte
hij duidelijk niet. "Eigenlijk vind ik het wel goed", zeg ik.
"We kwamen hier tegelijk binnen en het valt me op dat eerst links en
rechts een praatje wordt gemaakt, overal even kijken…" De oude baas beaamt
het: "'s Morgens eerst altijd een rondje", zegt hij.
"Altijd". Kijk dat is nou management by walking around. Dat is nou
hart hebben voor de zaak. En deze houding van oude baas – en overigens ook van
jonge baas- maken van onze super een supersuper, een meermalen bekroonde super.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten