zondag 17 maart 2013

Voor altijd een beetje thuis

Na de brand woonden we zes weken bij mijn zus. Zij was de eerste die er was. Toen ze kwam aanrijden zag ze dat het geen klein brandje was. Dat er niets van ons huis over zou blijven realiseerden we ons niet lang daarna. Het was vanzelfsprekend dat we met haar mee zouden gaan. Gek genoeg is dat toen we op straat stonden helemaal geen onderwerp van gesprek geweest. Dat we er zes weken bleven was natuurlijk heel bijzonder. Nog bijzonderder was dat er in die hele periode geen verkeerd woord is gevallen, terwijl we toch niet op onze tenen liepen. We woonden met elkaar samen in een grote commune: twee gezinnen vormden zich om tot een grotere eenheid. In die eenheid had ieder zijn rol, routines werden deels aangepast en deels behouden. We waren er niet op visite: we draaiden mee in het huishouden.

De aanleiding voor ons verblijf was natuurlijk verschrikkelijk. Maar het was -hoe gek dat ook klinkt- toch een mooie periode. We hebben het er hier in huis nog regelmatig over. Ik kom uit een hecht gezin en we hebben altijd al een sterke onderlinge band gehad. Deze periode heeft die band alleen nog maar versterkt. Er is namelijk wel iets veranderd. Ook al wonen we niet meer bij elkaar, de grote eenheid is er nog steeds. Dat geldt ook voor de boerderij. Het is niet zomaar de plek waar mijn zus met haar gezin woont. We zijn erbij geweest dat de nieuwe silo is geplaatst, we hebben er meegedraaid in de routine van de boerderij, onze voetsporen liggen er. De boerderij is ook voor altijd een beetje thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten