Het gaat er dan toch van komen. Onze
middelste krijgt een beugel. Zijn kiezen staan niet goed op elkaar en hij heeft
een overbeet. Erfelijk belast, aldus mijn moeder. Blij wordt hij er niet van,
maar als het dan toch moet, dan ook maar het liefst zo snel mogelijk. Dus
hebben we een afspraak gemaakt bij de plaatselijke orthodontist. Die ook nog
eens nauwe banden heeft met Duitse collega's. En die zijn dan weer echt op de
hoogte van het allernieuwste op het gebied van beugels. Aldus onze tandarts.
De orthodontist heeft er niet veel
tijd voor nodig om te constateren dat er een beugel moet komen. Een
blokjesbeugel. Boven en onder. Hij moet 'm dag en nacht in, maar mag 'm uitdoen
bij het sporten en eten. En het duurt ongeveer negen maanden. De foto's wijzen
uit of de beugel erin mag voor en tijdens of na het wisselen. Hij hoopt op het
eerste.
Direct maar happen dan. De
assistente kiest een passend hapbakje voor boven en onder. "Heb je een
grote mond?", vraagt ze heel serieus. "Nee hoor, ik ben een lieve
jongen", zegt hij - nog vol humor. Dan moet er gehapt worden. Eerst onder
om het door de neus ademen ook even goed te oefenen. En dan boven. Nog een foto
en dan is het klaar. Na de vakantie horen we meer.
Aan tafel praten we nog even na. De orthodontist
wist al dat we kwamen. Hij blijkt goed bevriend te zijn met onze tandarts. En
die was in de afgelopen week net op zijn verjaardagsfeestje geweest. Onze
jongste schiet in de lach. "Ik zie het al voor me", zegt ze.
"Een discobol
aan het plafond en dan allemaal met een mondkapje op dansen." En dan zien
we het allemaal voor ons: witte jasjes aan, blauw licht erop en swingen
maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten