De Dodge
Pa bracht brandstof langs de deuren
met zijn Dodge. Ik zie me zo nog zitten voor in die vrachtauto. Ik kan de harde
ronde banken nog onder mijn billen voelen. Bruin, zwart geaderd met hele
stevige veren. De richting werd aangegeven door een vleugeltje. Dat klapte dan
uit. En als je achterom keek zag je door het raampje de zakken antraciet
en nootjes vier op de laadbak staan. De Dodge zag er altijd keurig uit. Pa
verfde hem zelf donkergroen met een crème contrast hier en daar.
Wagons lossen
Soms deden we een vroege tocht. Dan
moest er een wagon gelost worden in Stedum. Ik was een wakker kind, dus om vier
uur opstaan was geen probleem voor mij. Terwijl pa dan aan het lossen was,
bleef ik wachten. Het was mooi om te zien. Werken in alle vroegte en dan de zon
op zien gaan.
Samen met mijn zusje
Later reed mijn zusje ook wel mee.
Pa vond dat altijd wel goed, maar we moesten wel in de auto blijven zitten als
hij aan het uitladen was. Probleem was dat mijn zusje geen zitvlees had. Zij
hield het maar eventjes vol en dan moest ze plassen. En passant liet ze de
gastvrije klant dan ook even weten dat ze bovendien een enorme dorst en honger
had. Meestal met groot succes. Grootmoedig als ze was werd de buit wel altijd
gedeeld.
Bevroren in de tijd
De wereld is sindsdien veranderd.
Het gas won terrein ten opzichte van de kolen. De Dodge is van de hand gedaan.
Mijn vader stopte in 1972. Een vrachtauto ziet er tegenwoordig heel anders uit.
Gaskachels zijn verdrongen door centrale verwarming. Alles ziet er anders uit.
Behalve in Westerpaauwen en Luddeweer. Daar heeft de tijd ogenschijnlijk
stilgestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten