Vrijdag is een heerlijke werkdag. Vanmorgen groepen we voor de werkdag begint even samen in de kamer van collega. We hebben het over dromen. De baas en collega dromen als ze druk in het hoofd zijn veel over het werk. Ze lossen hele vraagstukken op tijdens hun slaap. Collega-die-mijn-dochter-zou-kunnen-zijn en ik hebben vreemde dromen. Onsamenhangende dromen waar geen touw aan vast te knopen valt. In die dromen figureren bij mij ook regelmatig collega's. Zo droomde ik vannacht dat een donkerharige mannelijke collega die gisteren een gesprek onderbrak tussen de baas, collega-die-mijn-dochter-zou-kunnen-zijn en mezelf, zijn haar had geblondeerd. Geen aanrader, kan ik zeggen. Hij had geen grote rol in mijn droom: hij kwam enkel even binnenvallen, maar nu met een geblondeerd hoofd.
Die terloopsheid is typerend voor de manier waarop bij mij voorvallen in een droom worden verwerkt. Ooit maakte ik de grote fout om de baas te vertellen dat ik over hem had gedroomd. Het ontglipte me. Het liep op een teleurstelling uit, want de baas verwachtte een heroïsch optreden van zijn kant, terwijl hij in mijn droom slechts met grote ogen zat te kijken. (De baas heeft namelijk van nature best wel grote ogen). Later op de dag loopt hij bij me binnen: "En nog even over die droom van jou. Ik ben ontevreden over mijn rol: gewoon maar een beetje met grote ogen zitten kijken. Misschien moet ik eens wat meer optreden. Dan heb ik de volgende keer misschien een betere rol."
Heerlijk is dat. Door de week hollen we wat af, maar op de vrijdag kan het nog even: geouwehoer op de werkvloer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten