Gisteren scoorde ik bij mijn ouders behalve een mooie mantel ook een zak met appels en handperen. Als ik thuiskom leg ik de appels en peren in de draadmand op het aanrecht. "Als ik dat zie mam, dan heb ik echt jeugdsentiment", zegt de jongste gisteravond. Ik volg het niet direct. "Dat weet je toch nog wel?", zegt ze. "Vroeger ging jij 's avonds altijd appels schillen op dat houten dienblad", zegt ze. Ja, dat weet ik inderdaad nog wel. Mijn ouders hebben namelijk een boom met zoete Groninger kronen in de tuin. En als die appels rijp zijn, dan hebben we appels in overvloed. Groninger kronen zijn het lekkerst als ze net van de boom zijn gevallen of geplukt. Als je mazzel hebt, dan is het klokhuis gevuld met appelsap. Naar die appels zoek je eigenlijk altijd. Laat je ze even liggen, dan droogt het klokhuis en ook de rest van de appel uit. Nog wel lekker, maar niet zo lekker meer. Snel consumeren is dus aangewezen. Vroeger schilde mijn vader 's avonds appeltjes voor ons. Hij deed het op een krant. Ik gooide ze op een door mijn vader gemaakte houten dienblad, schilde ze, sneed ze in partjes en gooide ze door de kamer. De kinderen vingen ze op. Ik was zo vertrouwd met onze vorige huiskamer dat ik bijna met mijn ogen dicht kon gooien- zo trefzeker was ik. De verhoudingen in deze woonkamer zijn nog niet zo vertrouwd dat ik die stunt hier met evenveel succes kan uitvoeren.
Het houten dienblad is er natuurlijk niet meer, maar appels schillen lukt nog wel. "Nou, dat kan ook wel op het andere dienblad", zeg ik tegen de jongste. Opgetogen brengt ze me het dienblad met een paar appels. Ik schil en "vörrel" ze. Onze zoon voorzie ik met een ouderwetse appelworp van een partje. Maar hij is er niet op verdacht en het partje vliegt over de grond. Dat zou vroeger geen probleem zijn geweest, maar tijden veranderen. "Nou ben ik er direct flauw van", zegt hij. "Ik hoef niet meer." Ik voldoe graag aan zijn verzoek, want de appels zijn heerlijk en zo blijft er meer voor ons over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten