En ik heb er weer eentje te pakken: een tijdloos topstuk. Ik was vanmorgen bij mijn ouders. En daar haalde ik een mantel uit de collectie van mijn moeder. Ik zeg met opzet mantel, want die naam verdient zo'n topstuk. De mantel werd ooit gedragen door mijn overgrootmoeder. Zij overleed in de jaren '40, dus de jas gaat al een paar jaar mee. Destijds werden jassen nog gemaakt om een leven lang - en langer, mee te gaan. De wollen stof is van hoge kwaliteit, stevig, maar toch soepel. De snit is onberispelijk. De kraag is geborduurd. Mijn moeder wijst me op de perfecte lijn van de figuurnaden langs de buste. Ze keert de jas binnenstebuiten. "Kijk, nog gemaakt met paardenhaar", zegt ze. Ik ben opgetogen. Hij past mij als een handschoen.
Deze aanwinst verzacht het verlies van mijn dierbare jasje een beetje. Al mijn kleding ging immers in vlammen op. Kleding is over het algemeen vervangbaar en inwisselbaar, maar dat gold niet voor het jasje. Die was begin vorige eeuw op maat gemaakt door mijn overgrootvader voor zijn dochter. Hij was een eersteklas kleermaker en het jasje was een eersteklas jasje. Als het niet was opgebrand dan hadden generaties na mij het jasje nog kunnen dragen- als ze gewild hadden tenminste. Ik droeg het jasje vanaf dat ik een twintiger was. Ik was eraan gehecht. En eerlijk, ik dacht dat het niet mooier kon worden dan dat jasje...
Maar nu heb ik dus de mantel. "Hij lijkt wel voor je gemaakt", zegt E. als ik ermee thuiskom. "Bijzonder hè?", zeg ik. "Mijn overgrootmoeder was dus net zo'n grote rondborstige vrouw als ik." Ik vind het een prachtig idee dat ik nu in dezelfde jas loop als mijn overgrootmoeder lang geleden. "Mijn oma droeg er een klein sjaaltje met felgekleurde bloemen bij", zegt mijn moeder. Goed idee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten