De jongen die in Leeuwarden bij de brand is omgekomen zat in een hoekje met een handdoek over zijn hoofd. In de hoop en met het volste vertrouwen dat hij op tijd gered zou worden. Jammer genoeg gebeurde dat niet. Het vuur is namelijk sneller dan de brandweer. Hoe snel ze ook zijn, hoe hard ze hun best ook doen, het vuur is sneller.
Ik kan me zo voorstellen hoe hij daar gezeten heeft; je gelooft namelijk niet dat het vuur zo snel is. En aan de andere kant kan ik het me niet voorstellen; het moet vreselijk zijn geweest om op zo'n moment te moeten afwachten in plaats van te handelen. Voor hem was er blijkbaar geen uitweg en het enige wat hij kon doen was met een handdoek over zijn hoofd gaan zitten om verstikking door rook tegen te gaan.
"Als je het vuur kunt horen, moet je maken dat je wegkomt" zei een speciale brandrechercheur tegen ons. Hij legde ons uit dat het vuur dan al heel veel zuurstof gebruikt. Het was een advies achteraf tegen ons, de overlevers. Hij zei het omdat E. het vuur nog heeft geprobeerd te blussen. Hij verbrandde zijn voeten bij die poging, maar overleefde het wel. Wij kwamen er allemaal zonder kleerscheuren af. We hebben heel veel mazzel gehad. Los van alle ellende die je ervan hebt, is dat de enige conclusie die je kunt trekken. Het vuur heeft ons niet opgevreten.
We leven nog alle dagen met de gevolgen van de brand. Het vuur zelf houdt me niet zo bezig, maar als ik dit soort berichten hoor, zie ik het weer voor me, dan voel ik de hitte die er vanaf komt en hoor ik het droge slurpende geluid. En dan prijs ik me gelukkig: we hebben het overleefd. Dat had ik die jongen ook zo gegund. Hij had zijn hele leven nog voor zich.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten