"Het gebeurt niet iedere dag dat burgers zich genoodzaakt voelen om het woord rechtstreeks te richten tot de minister van Financiën. Toch doen wij dat. Ons rechtvaardigheidsgevoel drijft ons hiertoe." Zo begint de brief die ik dit weekend namens E. en mijzelf schreef aan de minister van Financiën.
Dat onze woning in mei 2012 afbrandde, was voor ons een persoonlijk drama met onder andere grote financiële onzekerheden en gevolgen. Gelukkig waren we er met de opstalverzekering snel uit. De inboedelverzekering vroeg iets meer tijd. Na ruim een half jaar onderhandelen keerde de verzekeraar de tegenwaarde van onze inboedel eind 2012 uit. Fijn, want toen wisten we eindelijk waar we aan toe waren.
Betalen maar...
Maar... eind januari staat er op de peildatum van de Belastingdienst dus een behoorlijk bedrag op onze rekening. Om problemen te voorkomen zoeken we contact met de Belastingdienst. We gaan er dan namelijk vanuit dat we wel een bewijs zullen moeten overleggen dat dit bedrag de tegenwaarde is van onze verloren gegane inboedel. Gedoe, maar goed - zo gaat dat, denken we dan nog. E. belt eerst met de belastingtelefoon. De medewerker die hem te woord staat is echter in geen enkel bewijs geïnteresseerd. "Het maakt ons niet uit waar dat geld vandaan komt. Het staat er, dus u moet er belasting over betalen.", is zijn boodschap. Ik kan het bijna niet geloven en bel ook nog eens. De boodschap wordt bij mij iets diplomatieker gebracht, maar is dezelfde: we zullen belasting moeten betalen over het uitgekeerde bedrag voor onze inboedel. Natuurlijk kunnen we schriftelijk bezwaar aantekenen bij de Hoofdinspecteur van de Belastingdienst en dat doen we dan ook.
Melkkoe
In de zomer van 2013 horen we dat ons bezwaar goed is ontvangen, maar dat het niets verandert aan de zaak. We zullen over het uitgekeerde schadebedrag, natuurlijk minder dan de 100% tegenwaarde van onze inboedel, ook nog eens belasting moeten betalen. Op dat moment zitten we nog midden in de bouwperikelen. We zijn dan meer dan een jaar onderweg en zijn inmiddels beroofd van onze goedgelovigheid en voor altijd verlost van onze naïviteit. Met name in de overheid zijn we teleurgesteld. We voelen ons bij tijd en wijle een echte melkkoe. In de zomervakantie zet ik grofweg op een rij hoeveel geld de overheid overhoudt aan onze persoonlijke ellende. Ik ben geschokt. In de eerste week begint het al in onze gemeente: we betalen een fikse boete voor het verlies van onze identiteitspapieren. Gedurende het hele proces betalen we een aanzienlijk bedrag aan BTW: 21% over de hele nieuwbouw, BTW over alle nieuwe spullen die we kopen en meer dan 12.000 euro leges aan de gemeente. "Het zou voor de overheid gemakkelijk uit kunnen om een staatspyromaan in dienst te nemen", zeg ik tegen E. "Goed voor de economie". Zo'n brand levert de overheid een aardige duit op. En dat wringt, dat schuurt, dat voelt niet goed.
Aangifte
En dan dit. Dit jaar doen we netjes belastingaangifte over 2013. Het uitgekeerde bedrag voer ik niet op als spaartegoed. Het is een principekwestie. Omdat het niet onze bedoeling is om zaken te verzwijgen, sturen we opnieuw een brief naar de Hoofdinspecteur. Ik leg uit waarom we het niet opvoeren als spaartegoed: "...omdat het hier gaat
om de (onvolledige) tegenwaarde van onze inboedel en niet om een vrij besteedbaar
spaartegoed. Tegenover dat bedrag staan uitgaven van minstens dit bedrag,
omdat de uitgekeerde tegenwaarde van onze inboedel niet 100% was. Naar ons idee
zouden we dat dan als schuld op moeten voeren. In de belastingaangifte zien we
hier geen mogelijkheid voor."
Brief
Dit weekend ontvangen we een brief van de Hoofdinspecteur. "Hoewel ik begrip heb voor uw standpunt kan ik helaas uw standpunt niet delen." Of we het bedrag toch even als spaartegoed op willen nemen in box 3. Onze verloren gegane inboedel kan ook niet als schuld worden gezien. "Onder schulden worden verstaan verplichtingen die rechtens afdwingbaar zijn.", aldus de Belastingdienst. En onze inboedel is niet rechtens afdwingbaar. We kunnen het immers ook zonder doen!
Regels
Zo zijn de regels, dat is de wet. Dat kan zo zijn, maar het deugt van geen kant. Dus schrijf ik dit weekend een brief aan minister Dijsselbloem, waarin ik onze frustratie verwoord. "We hebben doorgaans geen moeite met het afdragen van belasting, omdat het bijdraagt aan een samenleving waar de lusten en lasten eerlijk verdeeld worden. In de afgelopen twee jaar hebben we door onze persoonlijke ellende al meer dan ons steentje bijgedragen aan de overheidsfinanciën met onder andere boetes over onze verloren identiteitspapieren, BTW over het nieuw te bouwen huis en BTW over alle nieuw aangeschafte spullen. Al met al een niet onaanzienlijk bedrag. Het voelt echter heel verkeerd om ook nog eens extra belasting over de uitgekeerde inboedelvergoeding te moeten betalen. We worden dan immers twee keer financieel gedupeerd: eerst vanwege de niet-volledige uitkering van onze inboedel en dan nog eens door een belastingheffing over het uitgekeerde bedrag. Dat is naar ons idee niet hoe de overheid met gedupeerde burgers om hoort te gaan."
Ombudsman
"Ik stuur het ook direct even door naar de Nationale Ombudsman.", zeg ik tegen E. Dit is immers iets wat verder reikt dan alleen ons eigen belang. Dit raakt iedere burger die net als wij de pech heeft om getroffen te worden door brand of een andere rampspoed.
NEE
Of het iets oplevert? Misschien. Gezien onze ervaringen: vast niet. Maar als ik iets heb geleerd de afgelopen jaren, dan is het wel dat je naar jezelf moet luisteren. Ik heb goed geluisterd en ik hoorde luid en duidelijk NEE, hier gaan we niet zomaar mee akkoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten