"Hier hest de key", zei mijn oma vroeger tegen haar Schotse bijna-schoondochter. Oma vlocht Engelse woorden met het grootste gemak door haar Gronings. Het was behelpen, maar oma redde zich ermee zolang het duurde. Destijds vonden we dat echt een giller.
Ik denk er even aan terug als ik in een vergadering zit waar Engelse woorden naar hartenlust in een Nederlandse zin worden verwerkt. Werving wordt recruitment, als iets 'in de lucht' gaat is het up and running, betrokkenheid wordt engagement, beschikbaarheid wordt availability en ga zo maar door, leidinggevenden en bestuurders worden managers. Niemand knippert met zijn ogen. Het is namelijk heel gewoon. Sterker nog: het wordt vaak gezien als het bewijs van ultieme deskundigheid. Dat is het natuurlijk niet. Laten we wel zijn: dat is het a b s o l u u t niet. Als je je taal moet doorspekken met moeilijke of Engelse woorden om gewicht in de schaal te leggen, dan sta je niet boven de materie. Als je boven de materie staat, heb je dat namelijk helemaal niet nodig.
Thuis vertel ik het aan E. "Ik vind dat toch zo'n aanstellerij", zeg ik. "Ik denk dan altijd: dou eevm normoal. Jammer ook, want het was verder best een aardig verhaal. Ik was eigenlijk wel enthousiast." "Hij had het dus helemaal niet nodig", zegt E. Inderdaad, dat heeft zo'n jongen toch niet nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten