maandag 21 februari 2011

Nuttige handwerken


Vroeger deed ik nog aan nuttige handwerken. Waar ik nu met een laptop op schoot zit om te bloggen, hanteerde ik toen de breinaalden. Haken deed ik ook wel, maar toch vooral breien. De resultaten van die inspanning liggen hier nu nog ongebruikt in hoezen, toch zeker zo´n vijfentwintig jaar al. Waarom ik ze dan nog bewaar? Omdat ik me nog herinner hoeveel werk het was. En natuurlijk omdat ik me nog herinner hoe goed we er destijds uitzagen in die truien.

Vandaag haalde ik twee truien van E. uit de verpakking. Ik breide ze in de periode dat ik E. nog probeerde te imponeren met mijn huisvlijt. Anders kan ik het namelijk niet verklaren. Ik breide ze namelijk van veelkleurig dun sokkenwol met dunne naalden. Een blauwgroene met een V-hals en een roodbruine met een sjaalkraag. Als ik ze uit de hoes haal, vind ik ze qua verhouding een beetje vreemd. Ze zijn nogal breed en ook nogal kort. Met name dat laatste roept nogal wat hilariteit op. "Dat was toen natuurlijk lang genoeg", verkneutert de oudste zich, "want toen had je nog hoge broeken." En inderdaad uit die tijd stammen ze nog. Ik had ze onze zoon toebedacht, maar die meet tegenwoordig zo'n 1.95 m, dus aan hem zijn die korte truitjes niet besteed. E. past ze nog even. "Ik nam toen denk ik ook iets minder op", zegt hij als hij de kamer binnenkomt. "Zal ik ze dan maar wegdoen?", vraag ik – ik ben namelijk in een opruimerige bui. E. vindt het eigenlijk zonde. "Als je ze nou nog twintig jaar laat liggen, dan kan het wel weer", zegt de oudste "vooral die donkerblauwe." Ze vindt het nog steeds heel vermakelijk. Morgen zal ik ze weer opbergen, samen met de witte, donkerbruine en grijsbruine schapenwollen truien. Allemaal voor over een jaar of twintig, op warme truiendag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten