"Zo moet je niet zitten hoor, dan krijg je
RSI", zeg ik tegen de oudste. Ze heeft haar handen in een vreemde hoek
staan, terwijl ze in een zeer onnatuurlijke positie ligt te laptoppen. Sinds
mijn werkplekonderzoek heb ik extra
veel aandacht voor dit soort zaken. En zo is het natuurlijk ook precies
bedoeld; dat noem je dan bewustwording. "Anders zit ik voor de
televisie", zegt ze. Tja, dat kunnen we natuurlijk niet hebben, dan liever
een RSI. De jongste doet ook nog een duit in het zakje. Ze gaat naar boven en
haalt haar onmisbare handboek Zo doe je dat. Ze zoekt en vindt een
hoofdstukje over de juiste houding. Polsen recht, de onderarm ondersteund door
een armleuning en een minimum aan spierspanning op het bovenlichaam. Zo doe je
dat dus. Boezemvriendin zou zeggen: "Is dat easy of is dat
makkelijk?"
In de praktijk valt dat nog helemaal niet mee. Het is
nou zo'n anderhalf week geleden dat ik zelf een werkplekonderzoek had en
sindsdien zit ik op een aangepaste stoel. De rugleuning is los gezet. Daar zag
ik eerst nogal tegenop, maar dat gaat prima. Ik beweeg mijn bovenlichaam veel
meer dan eerder. Laatst zat ik achterovergezakt te typen. "Ik kan me niet
voorstellen dat dat de bedoeling is", zegt boezemvriendin. En ze heeft
gelijk, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Waar ik het meest aan moet wennen
-en dat had ik helemaal niet verwacht- zijn de armleuningen. Ik heb spierpijn
in mijn bovenarmen, omdat ik me afzet op de leuning. Dat vraagt nog enige
oefening.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten