Vanmiddag tref ik in de super onverwacht mijn
afstudeerpartner van 25 jaar geleden. We deden samen onderzoek en schreven
samen onze afstudeerscriptie. Ik heb haar nadien nog wel eens gezien, maar het
is denk ik wel 20 jaar geleden dat ik haar zag. Haar moeder woont hier en die
is nu zo oud dat ze wel een beetje ondersteuning kan gebruiken. Vandaar.
We raken gemakkelijk weer met elkaar in gesprek.
Natuurlijk gaat het ook even over vroeger. "Had jij dat vroeger nou
gedacht?", zegt ze. "Nait aal over vrouger proaten. Doar komt gain
gouds van." Een kleine iele oude vrouw kijkt ons aan. Het kleine bosje haar
dat haar nog rest, heeft ze in een staartje gebonden. De sleutel aan de
knalgele keycord verschaft haar straks weer toegang tot haar woning. Wij staan
in de hoek bij de gesneden groente. Ze stelt zich zo op dat we er niet langs
kunnen. "Nee zo mooi was dat nait hur, vrouger. Veur televisie ook. Aal
over oorlog. Nou zo mooi ist nait as je de oorlog mitmoakt hebben. Dat mouten
ze nait weer opreukeln. Komt niks gain gouds van. Dat is west." We hummen
begrijpend met haar mee. Misschien was dat niet echt een verstandige keuze. Het
ene onderwerp na het andere volgt namelijk. "Je zain veul te veul op
televisie. Aal dij minsen dij stroat op goan mit spandouken. Hierzoot." Ze
wijst op haar voorhoofd. "En dij zwaarten. Ze zeggen wel dat ze t veul minder
hebben as wie, mor dat is nait meer zo hur. Niks van woar." "Nou, er
zijn toch echt wel landen waar ze het veel minder hebben dan wij hier.",
werpen wij tegen. Dat is niet de bedoeling. Ze luistert er niet naar en snijdt
het volgende onderwerp aan. "En schaaiden. Elk gait mor schaaiden. Dat is
toch ook n schandoal?" "Nou wie binnen nait van plan om te
schaaiden", stel ik haar gerust. "Ik bin zulf wel schaaiden",
zegt ze tot onze verrassing. "Mor toun wazzen wie al wel 18 joar bie mekoar
west." En zo gaat het verder. Ze vertelt nog dat ze daarna een man heeft
getroffen met wie ze tot aan zijn dood 30 jaar heeft samengewoond. "Gain
botterbraifke meer hur, naargens veur neudeg." Wij begrijpen dat het
gesprek niet weer over gaat als we niet zelf even ingrijpen. "Wie proaten
nog even mit zien baaident verder as joe t goud vinden", zeg ik. Ze rolt
haar kar langzaam vooruit, maar draait zich dan weer om en pruttelt nog wat na
over allerlei schandalige kwesties.
De groenteboer geeft me een veelbetekenende glimlach.
Hij kent zijn pappenheimers. In het Gronings kun je het hele verhaal in vier
woorden kernachtig samenvatten: t Is aal wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten