vrijdag 28 januari 2011

t Is aal wat


Vanmiddag tref ik in de super onverwacht mijn afstudeerpartner van 25 jaar geleden. We deden samen onderzoek en schreven samen onze afstudeerscriptie. Ik heb haar nadien nog wel eens gezien, maar het is denk ik wel 20 jaar geleden dat ik haar zag. Haar moeder woont hier en die is nu zo oud dat ze wel een beetje ondersteuning kan gebruiken. Vandaar.

We raken gemakkelijk weer met elkaar in gesprek. Natuurlijk gaat het ook even over vroeger. "Had jij dat vroeger nou gedacht?", zegt ze. "Nait aal over vrouger proaten. Doar komt gain gouds van." Een kleine iele oude vrouw kijkt ons aan. Het kleine bosje haar dat haar nog rest, heeft ze in een staartje gebonden. De sleutel aan de knalgele keycord verschaft haar straks weer toegang tot haar woning. Wij staan in de hoek bij de gesneden groente. Ze stelt zich zo op dat we er niet langs kunnen. "Nee zo mooi was dat nait hur, vrouger. Veur televisie ook. Aal over oorlog. Nou zo mooi ist nait as je de oorlog mitmoakt hebben. Dat mouten ze nait weer opreukeln. Komt niks gain gouds van. Dat is west." We hummen begrijpend met haar mee. Misschien was dat niet echt een verstandige keuze. Het ene onderwerp na het andere volgt namelijk. "Je zain veul te veul op televisie. Aal dij minsen dij stroat op goan mit spandouken. Hierzoot." Ze wijst op haar voorhoofd. "En dij zwaarten. Ze zeggen wel dat ze t veul minder hebben as wie, mor dat is nait meer zo hur. Niks van woar." "Nou, er zijn toch echt wel landen waar ze het veel minder hebben dan wij hier.", werpen wij tegen. Dat is niet de bedoeling. Ze luistert er niet naar en snijdt het volgende onderwerp aan. "En schaaiden. Elk gait mor schaaiden. Dat is toch ook n schandoal?" "Nou wie binnen nait van plan om te schaaiden", stel ik haar gerust. "Ik bin zulf wel schaaiden", zegt ze tot onze verrassing. "Mor toun wazzen wie al wel 18 joar bie mekoar west." En zo gaat het verder. Ze vertelt nog dat ze daarna een man heeft getroffen met wie ze tot aan zijn dood 30 jaar heeft samengewoond. "Gain botterbraifke meer hur, naargens veur neudeg." Wij begrijpen dat het gesprek niet weer over gaat als we niet zelf even ingrijpen. "Wie proaten nog even mit zien baaident verder as joe t goud vinden", zeg ik. Ze rolt haar kar langzaam vooruit, maar draait zich dan weer om en pruttelt nog wat na over allerlei schandalige kwesties.

De groenteboer geeft me een veelbetekenende glimlach. Hij kent zijn pappenheimers. In het Gronings kun je het hele verhaal in vier woorden kernachtig samenvatten: t Is aal wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten