dinsdag 4 november 2008

Nee

E. en ik zijn geen pleasers. We kunnen allebei prima nee zeggen. Maar met zoveel overgave als E. het doet, doe ik het toch niet. E. zei bijvoorbeeld nee tegen een trampoline, nee tegen een citytrip naar Londen, nee tegen een citytrip naar Parijs, nee tegen een halfhoogslaper voor de jongste, nee tegen vakantie naar Oost-Zweden, nee tegen vakantie naar Frankrijk, nee tegen een grijs overhemd, nee tegen een sleutelbrommer voor onze zoon. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Soms hoeft hij het niet eens te zeggen. Hij is namelijk gespecialiseerd in nee zeggen zonder woorden. En als hij dan wel woorden gebruikt, dan varieert dat van nee, neuh, nei, tot Ik heb in tijden niet zo gelachen...mor der komt niks van in. De laatste variant wordt vooral tegenover de kinderen gebruikt. Hij vindt het zelf absoluut geen probleem. Sterker nog, hij zegt: "En het gebeurt ook regelmatig dat ik het niet zeg, maar wel denk."

Al die keren nee, betekent natuurlijk niet dat het ook niet is gebeurd. Want soms staat mijn ja tegenover E's nee. De trampoline is er gekomen, we zijn naar Londen geweest, (nog) niet naar Parijs, de halfhoogslaper komt er niet meer, (nog) niet op vakantie naar Oost-Zweden, niet met vakantie naar Frankrijk, hij heeft een grijs overhemd (ook al heeft het het daglicht buiten de kast nog niet gezien) en de sleutelbrommer is er gekomen nadat de schuur was opgeruimd.
Gelukkig zegt hij tegen mij ook regelmatig ja. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten