Iedereen gelooft in een goede afloop, omdat we daar graag in willen geloven. Dat is fijn, daar voel je je prettig bij. Tegenslagen zijn er immers om overwonnen te worden. Vorig jaar kreeg een jonge vrouw in ons aquajoggroepje borstkanker. Ze werd geopereerd, kreeg chemo en kwam weer terug om te aquajoggen. Het was ingrijpend, het was zwaar geweest, maar ze was 'schoon', dus al met al was het de moeite waard geweest. "En daar doe je het toch voor?", zei ze onder de douche tegen me. Daarmee was het allemaal gezegd en het was vervolgens geen onderwerp van gesprek meer. Het leven hervatte zich, de kanker was een intermezzo - het was overwonnen, precies zoals het hoort.
Na nieuwjaar was ze er niet. Kan gebeuren, ik spring ook wel eens een lesje over. Aan de kanker had ik niet meer gedacht. We hadden toch een goede afloop? Het was toch klaar? Toen ze vier of vijf keer niet was geweest, vroeg ik aan de vrouwen met wie ze meestal kwam: "Is jullie vriendin gestopt?" "Nee," zei een van hen: "ze is heel ziek". De kanker was terug of nooit helemaal verdwenen. De vrouwen hadden het ook die dag pas gehoord. In een groepje blijven we nog even staan praten. Geen van ons had hier rekening mee gehouden. We spreken af dat we de volgende week een kaart zullen sturen. Maar nog geen week later bleek dat al niet meer nodig: de kanker sloeg snel en verwoestend toe. Boven de rouwadvertentie stond: We zijn verbijsterd door de snelheid waarmee de dood het leven heeft ingehaald. Daaronder stond haar naam geschreven.
Gisteren ging ik naar een begrafenis. Ook daar won de kanker het van de vrouw, minder snel, maar even verwoestend. Ook hier had de vrouw geen schijn van kans. Des te vaker zoiets gebeurt, des te moeilijker wordt het om te geloven in een goede afloop. Maar die drang blijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten