Op basis van de titel van dit stuk zou je misschien
verwachten dat ik het ga hebben over de wreedheden in Libië. Maar nee, daar ga
ik het niet over hebben. Ik ga het hebben over het overhoren van de jongste.
Morgen heeft ze een geschiedenistoets. Sommige vakken
gaan bij haar vanzelf, maar geschiedenis hoort daar niet bij.
Hoogstwaarschijnlijk vindt ze het daarvoor niet interessant genoeg. Dus
overhoor ik haar. Niet een keer, niet twee keer, maar vaak. Vandaag is ze vrij
laat vrij en ze gaat naar badminton. Als ze naar het rooster van de dag kijkt,
blijkt er een uur uit te vallen. "Neem je geschiedenisboek dan ook nog
even mee", zeg ik. "Dan kun je het allemaal nog even nakijken."
Dat doet ze.
Als ze vanmiddag thuiskomt, vraag ik haar of ze nog
iets gedaan heeft aan haar geschiedenis. Ze bevestigt het: haar leraar heeft
haar zelfs overhoord! Tijdens het tussenuur spotte de leraar haar in de kantine
met haar geschiedenisboek. "Moet ik je nog bij iets helpen?", had hij
gevraagd. "U mag mij wel even overhoren", was haar reactie. "Nou
je kent het best al goed, zei hij", vertelt ze. "Ik zei: "Ja,
dat komt omdat mijn moeder mij overhoort op wrede wijze"."Dat heb je
niet echt gezegd", zeg ik. Ze slaat zichzelf op de knieën. "Ja, dat
heb ik wel gezegd." Ze vindt het een enorme grap. En ook de leerkracht
moest er om lachen. Ik ook, maar ik heb haar toch nog maar eens extra wreed
overhoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten