Al enige tijd rijdt hier iedere vrijdag een SRV-kar
met een oranje zwaailicht voorbij. Het heeft even geduurd voor ik in de gaten
had dat de SRV-kar geen levensmiddelen verkocht. Het is namelijk een
patatwagen. Daar zijn we achter gekomen, omdat hij aan de overkant van de weg
steeds even blijft staan. Blijkbaar zijn daar vaste afnemers. Wie weten we
niet, want de kar komt altijd als het donker is. Vanavond zien we de oranje
zwaailichten weer voorbij komen. En weer stopt de wagen. "Hij zal hier wel
een aantal vaste klantjes hebben, anders zou hij niet stoppen", zeg ik.
"Geen klantjes, klanten", zegt onze zoon. Terecht natuurlijk, ik
leerde jaren geleden al dat je spaarzaam moet zijn met verkleinwoorden.
"Wat zei die professor van jou ook nog maar?", vraagt E. Een
professor was hij niet, maar hij wist er genoeg van om recht van spreken te
hebben. Ron van Zonneveld, algemeen taalwetenschapper, zei altijd: "Als je
teveel verkleinwoorden gebruikt, ben je een trut."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten