Het wonen is enorm veranderd sinds de generatie van
mijn opa en oma. Dat wat in je huis en de belangrijkste ruimten staat, zegt
veel over hoe je er leeft. Mijn ouders wonen in het huis waar vroeger mijn opa
woonde, maar hoe ze in het huis leven is niet te vergelijken met hoe mijn opa
dat deed.
Toen mijn opa er nog woonde had het huis uit de jaren
dertig suitedeuren die de romp van het huis verdeelden in een voor- en
achterkamer. In de voorkamer werd niet geleefd. De laatste jaren van zijn leven
sliep opa in de voorkamer. Het leven speelde zich volledig af in de
achterkamer. Maar liefst drie deuren kwamen uit in de achterkamer. Er stond een
tafel met rechte stoelen die waren bekleed met donkerrode stof met een smalle
zwarte streep. Er was één stoel met leuningen waar opa vaak op zat. Als er
visite was, zat die ook voornamelijk in de achterkamer. De stoelen werden tegen
de muur aangeschoven om de ruimte optimaal te benutten.
Zo'n huiskamer zou tegenwoordig ondenkbaar zijn. Mijn
ouders haalde de suitedeuren uit de voor- en achterkamer en hebben er één
ruimte van gemaakt. Het is naar de begrippen van deze tijd een ruime, maar
niet overdreven grote kamer geworden. In de achterkamer staat de eethoek. Voor
in de kamer staan de crapauds die mijn opa ook al had, maar nu met een ander
stofje. En er staat natuurlijk een bank, een meubelstuk dat mijn opa helemaal
niet had. Destijds werd er namelijk niet rondgehangen in de huiskamer. Als je
wilde liggen of hangerig werd, ging je gewoon naar bed.
Soms zie ik in woonbladen nog wel eens ruimtes zonder
bank. Voor mij is een huiskamer zonder bank echt ondenkbaar. Wij hebben er dan
ook twee met een chaise longue. In onze huiskamer moet namelijk gerelaxed
kunnen worden. We stellen het moment van naar bed gaan uit -rekken de dag zo
lang mogelijk- en hangen graag onderuitgezakt op de bank. Heerlijk. Wat moet je
in een ruimte waar je niet lekker onderuit kunt zakken? Ik zou er niet tegen
kunnen. Voor mij geen huiskamer zonder bank.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten