Gisteravond vierden we Sinterklaas met mijn ouders. Dat doen we met z'n allen: mijn zussen met aanhang en wij met ons gezin. Ieder jaar bekijken we het opnieuw, want onze kinderen worden tenslotte groter. En alles verandert, dus zo zou ook de Sinterklaasviering kunnen veranderen. Maar tot nu toe vindt iedereen dit leuk. En het is ook leuk. We trekken lootjes en dit jaar was het voor eerst toegestaan om leden van je eigen gezin te trekken. We hebben een maximum van drie pakjes per persoon en bij ieder pakje komt een gedichtje.
Of ik haar nou wel of niet trek, voor mijn zus maak ik altijd een pakje met een potje-gedicht. Dat is een gedicht in het Gronings. Standaard begint dat met 'Moi mien leutje potje moi, hou is t mit doi?". Deze twee beginregels zijn geïnspireerd op het stadsgronings. Door de jaren heen zijn er al verschillende onderwerpen de revue gepasseerd. Gisteravond kreeg ze een gedicht over haar voeten. Ooit zei een oudtante namelijk tegen haar - toen ze een jaar of zeven was: "Hai, wat hestoe ja maal voutjes". De tante in kwestie had zelf enorme knobbels aan haar brede voeten, maar in het Gronings zeg je dan t oog kikt van zuk òf. Zo'n onderwerp dient zich vanzelf aan. Ik zag namelijk voetenkoekjesvormen. En toen drong het voetenthema zich als het ware aan mij op. Natuurlijk had ik ook voetenkoekjes gebakken. En standaard krijgt ze altijd marsepein, want daar is ze dol op. Ze rekent er al zo op, dat ze me dit jaar al op tijd doorgaf dat ze de marsepein van de V&D erg lekker vindt.
En verder verzamel ik het hele jaar door dingen die ik zou kunnen gebruiken voor een surprise. Zo vond ik begin dit jaar ergens een kusnasynchronisator met afstandsbediening. Twee enorme rode lippen met vier kusgeluidjes erin, variërend in smakelijkheid. Onze jongste had haar nichtje getrokken, die nu een vriend heeft. Dus op haar was het kusthema goed van toepassing. De lippen werden gemonteerd in een wit geschilderde doos met daarop geloken ogen getekend . Onze jongste had de afstandsbediening in de zak en zodra het cadeau was uitgepakt, begon het gesmak en gelebber. "Hoe kom je eraan?" was een vraag die werd gesteld. "Nou dat is niet zo moeilijk", zegt onze oudste. "Mamma komt altijd in zaken waar werkelijk niemand iets wil kopen. En dan krijg je dat." En zo is het.
Voor E. maakte ik ook nog een leuke surprise. Hij tekent graag. Een terugkerend thema is de -ik noem het gemakshalve maar even- piemelman. Het is een gestileerde lange afstandsloper met weinig spierontwikkeling, maar enorme grote handen, voeten en een flink uit de kluiten gewassen geslachtsorgaan. Die heb ik nagemaakt met closetrollen en schuimrubber. Ik heb me gespecialiseerd in het knippen van schuimrubber. Vorig jaar haalde ik wat restanten -met toestemming- uit het afval van het schuimrubberhuis. En daar kon ik nu nog een kop, handen, voeten en een penis uit knippen. Het lichaam was van gevuld karton en de armen en benen van closetrolletjes. Alles wit geverfd, stevig ijzerdraad erdoor en de lange afstandsloper was klaar om zich in alle bochten te kunnen wringen.
Een vaste traditie met Sinterklaas is de puut. Die traditie is in de familie van mijn moeder geboren en wordt nog steeds in ere gehouden. Mijn oma maakte vroeger al een puut voor haar zeven kinderen en hun partners: een zak met daarin een stukje banket, een speculaaspop, fondantjes, chocolade kikkers en muizen, pepernoten en een reepje chocola. Mijn moeder ontwikkelde de puut verder door en voegde nog toe: een stukje marsepein, een chocoladeletter in plaats van een reepje en chocoladepepernoten. En zo is een heerlijk avondje in meer dan één opzicht gegarandeerd. Mijn moeders zussen maken ook nog steeds een puut. Later zullen wij de fakkel overnemen en na ons onze kinderen. Ik weet zeker dat dit een traditie is die generaties gaat overleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten