Ik heb mijn eigen naam gehouden. Geen haar op mijn hoofd -en dat zijn er nogal wat- die eraan dacht om E's achternaam aan te nemen. Net zoals er geen haar op E's hoofd -dat zijn er een stuk minder- over dacht om mijn naam aan te nemen. Het is bij ons zelfs nooit een onderwerp van gesprek geweest. Voor generaties voor ons was het vanzelfsprekend om de naam van je man aan te nemen. En ook nu zijn er weer meer vrouwen die de naam van hun man aannemen.
Onze kinderen hebben wel E's achternaam. Destijds was het zo, dat als de man de kinderen erkende, ze automatisch zijn achternaam kregen. Maar eerlijkheidshalve denk ik dat dat ook nu het geval zou zijn geweest. Na de bevalling werd ik namelijk overvallen door een combinatie van toegeeflijkheid en superioriteitsgevoel. Ik vond mijn bevallingen fantastische ervaringen. Na die oergebeurtenis voelde ik me tegelijkertijd kwetsbaar en onoverwinnelijk. En E. kon bij zo'n oergebeurtenis nooit meer dan een toeschouwer zijn. Dat vond ik sneu - ook al heb ik E. er nooit over horen klagen. Dus vond ik het prima dat ze zijn achternaam kregen. E. was er bovendien zeer op gesteld. Hij liet en laat graag zien dat zijn kinderen mienent zienent zijn.
Ook al heb ik niet de achternaam van E. aangenomen, ik word natuurlijk wel eens aangesproken als mevrouw K. En ik zal mezelf nooit zo voorstellen, maar ik doe er niet moeilijk over. Dat vind ik kinderachtig. Laatst bijvoorbeeld nog. Ik loop binnen bij de bakker op de woensdag om onze broodbestelling op te halen. Omdat ik de laatste tijd veel geklust heb in huis, ging E. vaak even naar de bakker. Dus ik kom voor het eerst na een tijdje weer binnenlopen op de woensdag. De te keurige jongeman achter de balie, groet me zeer vriendelijk: "Ik haal uw bestelling op mevrouw K." Hij komt terug met twee heerlijke compactbroden. "Alstublieft", zegt hij te vriendelijk.
Hij is het type jongen dat op de middelbare school bij mij werkelijk geen schijn van kans zou hebben gehad. En nu nog irriteert zijn vriendelijkheid mij. Het is onredelijk. Ik weet het, maar het is niet anders. "Meneer K. neemt er op woensdag vaak nog een zonnebloempittenbroodje bij", prijst hij zijn waren aan. En inderdaad, ook de zonnebloempittenbroodjes bij onze bakker zijn heel lekker. "Ja," zeg ik "maar mevrouw K. doet dat niet." Enigszins beteuterd, zegt hij: "Zo dan maar?" Ik reken af en vertrek. Hij zal wel denken: die mevrouw K. is een bitch. Maar zo heet ik gelukkig niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten