Ik werk graag met mijn handen. Na een dag vol praten en vergaderen, heb ik vandaag thuis eerst even een kozijntje geschilderd. Is het toch nog een welbestede dag.
Maar niet alleen dan. Ook bij het eten en het eten koken gebruik ik graag mijn handen. E. is van een heel andere school. Die vindt dat maar niks. Zo eet hij patat met een vork, terwijl ik er graag in graai. Vandaag stond ik te koken. Niet alleen voor vandaag, maar ook voor morgen. Een duidelijk geval van in de toekomst koken dus. Voor morgen staat er een hartige preitaart op het menu. Daarvoor had ik gehakt ontdooid. Ik was juist bezig om het gehakt met de handen te vierendelen, toen E. de keuken binnenkwam. "Doe dat toch met een vork", zegt hij met een afkeurend gezicht. "Waarom, het gaat toch best zo?", werp ik tegen. Hij verlaat het strijdtoneel uit protest. Onder het eten pik ik nog wat kruimels van mijn knapperig gebakken aardappels van mijn bord. Hoofdschuddend kijkt E. mij aan. Ik geef natuurlijk een verderfelijk voorbeeld. "Mamma heeft graag contact met de materie", zegt onze oudste. En zo is het: ik vind dat je een gebakken aardappeltje, een sperzieboon, een frietje of een restje vlees best met de handen mag eten. Onze jongste zou zeggen: "Lekker nou juist!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten