Vandaag hebben we afscheid genomen van onze lieve oudste tante. Nu is alleen mijn vader nog over van het gezin dat begon met vijf broers en zussen. Mijn vader was een nakomertje. Dus zijn hele leven was hij 'het broertje van'. Hij was de zeventig al ruim gepasseerd, toen zijn oudste zuster hem in het verzorgingshuis waar ze woonde nog voorstelde als "Dit is mien bruiertje". Met een leeftijdsverschil van zestien jaar is dat tot haar dood zo gebleven.
Zijn zussen droegen hem op handen. Toen hij een klein jongetje was, trakteerden ze hem op bananen. Die kregen ze in het ziekenhuis waar ze werkten. Voor hen was dat ook een traktatie, maar toch spaarden ze ze op voor hun broertje. Met smaak vertelde mijn tante dat ze ooit een truitje voor mijn vader had gebreid. Het werd niet echt op prijs gesteld, want het was een kriebeltrui. Schaterend van de lach vertelde ze dan: "En toun ston e doar mit zien aarmkes wied en hai jammerde mor zo maal, zo maal." Ook in zijn latere leven kon mijn vader er in moeilijke tijden op rekenen dat zijn zussen vierkant achter hem stonden.
Vanaf vandaag is mijn vader de nestor, in plaats van het kleine broertje. Dat zal even wennen zijn. Maar als vader van drie dochters neemt hij als enige man in het gezin ook weer een bijzondere positie in. Nu staan wij, mijn moeder en zijn dochters vierkant achter en voor hem. We deden het altijd al, maar zeker nu zullen wij hem op handen dragen.
2 opmerkingen: