Het is alweer jaren geleden dat ik voor mijn werk moest verkassen. Het gebouw waarin ik mijn kantoor had, werd gerenoveerd. Met een aantal andere medewerkers die in hetzelfde schuitje zaten, werden we geplaatst in een nabijgelegen gebouwtje. Een grote ruimte in dat gebouw werd omgetoverd tot een soort kantoortuin. Vijf vrouwen namen er hun intrek. Vier jonge vrouwen en een vrouw van middelbare leeftijd. We hebben er de tijd van ons leven gehad. En al met al werd het een grensverleggende ervaring.
De grenzen werden verlegd door met name onze oudere collega. Zij had een volstrekt andere kijk op de wereld. Natuurlijk omdat ze ouder was, maar dat was het niet alleen. Ze was dol op Amerika en Amerikanen. Daar kon ze totaal geen kritiek op verdragen. Helden, waren het, stuk voor stuk. Ook shockeerde ze ons met het verhaal dat ze haar dochter voor haar achttiende verjaardag een 'nosejob', een cosmetische neuscorrectie, had aangeboden. Haar dochter had het afgewezen. Voor ons was dit een nieuwe invalshoek. Onze moeders vonden ons stuk voor stuk beeldschoon zoals we waren.
Ze had zo haar eigen rituelen rondom het werk, onze oudere collega. Naast de grote ruimte die we met zijn vijven deelden, had ze nog een riante ruimte voor zichzelf geclaimd. Daar wijdde ze zich aan haar heilige taak: het uitwerken van notulen. Iedere poging van anderen die geen onderdak hadden om een claim te leggen op die ruimte, werd genadeloos gepareerd. Zij had recht op een stille ruimte om zich aan haar taak te wijden. Anno 2009 zouden we niet onder de indruk zijn van haar workload. Maar eerlijk gezegd, was ik dat toen ook al niet. Het kon destijds allemaal. Als een brief vandaag niet verstuurd werd, dan kon het morgen nog wel en anders volgende week.
Als je met zijn vijven zo boven op elkaar zit, krijg je veel mee van elkaars dagelijkse gewoonten. Voor een bepaalde vergadering maakte ze zich altijd even netjes op. "Voor wie maak je je zo mooi?", vroegen wij dan. Uiteindelijk verklapte ze dat het voor een manager psychiater was. "Zo charmant hè?", zei ze dan. Ook belde ze altijd onder werktijd met haar moeder. En ze beknibbelde beslist niet op aandacht voor haar moeder. Het waren lange telefoongesprekken die altijd begonnen met de tekst: "Ja mem, met mij." Dat de baas voor de kosten opdraaide was niet iets waar ze mee kon zitten. Ik vond het opmerkelijk. Ze werkte namelijk niet full time en buiten het werk hou je dan nog genoeg tijd over om je privézaken af te handelen.
We zijn goed door deze periode heen gekomen. De enige twee die nog over zijn van het clubje van vijf van destijds zijn boezemvriendin en ik. De anderen zijn naar elders vertrokken of met pensioen gegaan. Ik heb nog wel iets in ere gehouden uit die periode. Nog regelmatig zeg ik als ik mijn moeder bel: "Ja mem, met mij". Maar ik bel dan wel in eigen tijd.
2 opmerkingen: