zondag 30 oktober 2016

Dromen van ING

Ooit hadden we de Postbank. Boomerangkaart van Remi.
"Ik heb vannacht gedroomd dat ik post kreeg van de ING", zeg ik tegen E. Het is zaterdagochtend en het is nog vroeg. Het is een bizar onderwerp voor een droom, maar echt vreemd is het niet. Ik heb namelijk een nieuwe gebruikersnaam aangevraagd voor het internetbankieren. Dat zou 5 werkdagen in beslag nemen, maar inmiddels zitten we al op 8 werkdagen - en het weekend, maar dat zijn natuurlijk vrije dagen. We zijn dus 10 dagen verder. En ondertussen kan ik niets online betalen. 

Nieuw wachtwoord

Het ging allemaal mis toen ik tien dagen geleden iets online wilde betalen. Inmiddels weet ik waarom. Eens in de zoveel tijd moet je van de ING namelijk een nieuw wachtwoord aanmaken. Sinds jaar en dag heb ik twee wachtwoorden die ik afwissel. Die zitten net als mijn gebruikersnaam in mijn geheugen gebrand. Maar met al die phising en andere internetcriminaliteit dacht ik dat het goed was om eens iets nieuws te proberen. Het mag duidelijk zijn dat ik me dat pas weer herinnerde toen ik al zeven keer allerlei variaties van mijn standaardwachtwoorden en gebruikersnaam had gebruikt en een nieuwe had aangevraagd. Toen ik alsnog probeerde om in te loggen met die gegevens, kreeg ik een melding dat dat niet mogelijk was omdat er een nieuwe gebruikersnaam was aangevraagd. Dat had ik zelf ook kunnen snappen. 

Verontrustend

Vrijdagmiddag bel ik naar de ING. Dat klinkt veel eenvoudiger dan het is. Het valt namelijk nog helemaal niet mee om een telefoonnummer op de algemene site van ING te vinden. Als ik het nummer uiteindelijk vind, krijg ik een boodschap met een dringend advies om op een later tijdstip terug te bellen: het is erg druk bij de ING op dat moment. Ook kan ik natuurlijk altijd even bij de veelgestelde vragen kijken. Ik hou vol en na een tijdje krijg ik dan toch een vriendelijke medewerker van de ING aan de telefoon. Jammer genoeg kan die niet veel voor mij betekenen. Hij kan namelijk niet zien of er al iets naar mij is verstuurd. Wel ziet hij dat ik 8 werkdagen geleden een gebruikersnaam heb aangevraagd. En dan had ik dus al bericht moeten hebben. Maar dat wist ik zelf ook allemaal al. Maar dat is niet zo en precies daarom bel ik. "Wat nu?" vraag ik. "Nou misschien ontvangt u morgen bericht. En als u volgende week maandag of dinsdag nog niets hebt, dan zou ik een nieuwe gebruikersnaam aanvragen." Dan is het twee weken geleden. En dan kan ik dus nog eens vijf werkdagen wachten. "Kan ik nog met een acceptgiro betalen?", vraag ik. "Zijn die speciale enveloppen er nog?" Die blijken er nog te zijn. "Kan ik die halen bij het PostNL punt?", vraag ik. "Nee, dat gaat niet. Maar u kunt ze wel online aanvragen. Dan worden ze naar u toegestuurd." zegt de vriendelijke meneer. Ja, binnen vijf werkdagen zeker... Het schiet niet op. Wat is dat allemaal ingewikkeld geworden! Als het online bankieren werkt is het superhandig, maar als het niet werkt, dan kun je ook echt niks. Dat vind ik toch wel verontrustend. 


Zaterdagmorgen ben ik nog hoopvol. Misschien komt mijn droom die dag wel uit. Maar dat is niet het geval. Volgende week maar weer een nieuwe gebruikersnaam aanvragen.

zondag 18 september 2016

Levensgevaarlijk, die emoticons

Nog niet zo lang geleden vond ik ze belachelijk: emoticons. Maar niets veranderlijker dan een mens. Nu gebruik ik volop emoticons in mijn berichtjes. Maar dat is niet geheel zonder gevaar. Voor je het weet, stuur je namelijk heel andere berichtjes de wereld in.

Onze oudste zit sinds kort in Maastricht. Onze communicatie verloopt nu vooral via whatsapp. Ideaal voor het uitwisselen van informatie, maar natuurlijk onderhoud je een relatie niet door enkel informatie uit te wisselen. Daar horen ook emoties bij. En wat is daar nou geschikter voor dan een emoticon? Dus gebruik ik die vaak en in combinatie. Ik leef me er echt in uit. Zo sluit ik vaak af met deze zelfbedachte combi: 
Een eenvoudig droog kusje vind ik namelijk te mager voor mijn innig geliefde kind. Ook de gebruikelijke emoticons zoals deze: 

vind ik te gangbaar om de unieke liefde voor mijn kind uit te drukken.
Dus vandaar de toevoeging van de tongen en de druppels. Precies wat ik wil. Tot de jongste me vandaag zegt: "Zeg mam, die regendruppels die jij steeds gebruikt, die staan eigenlijk voor iets heel anders hoor!" "Ja voor speeksel", zeg ik. "Nee", zegt ze met een veelbetekenende blik. "Het staat voor sperma". Ik vind het vergezocht en ik check het direct even bij de oudste voor een second opinion. Die geeft me via whatsapp even een emoticonuitleg: "Het staat vaak voor sperma, ja, maar dan veelal in context. (ze stuurt de onderstaande emoticons erbij met daarbij de uitleg dat de aubergine de penisemoticon is). De officiële betekenis is natuurlijk ook gewoon regen, maar dit zijn extra betekenissen die er in de volksmond aan worden gegeven."
Kijk, als ik er zo naar kijk, dan kan al mijn innigheid ook heel anders worden uitgelegd. Maar wie weet dat nou? "Eigenlijk zou ik hier puur uit educatieve overwegingen een blogje over moeten schrijven", zeg ik tegen de oudste. "Nou wat let je?", zegt ze. 

Bij deze.


vrijdag 13 mei 2016

Ik leef nog

Ik beschouw mezelf niet als een overbezorgde moeder. Maar laatst was ik toch ongerust. Ik had op zaterdag onze oudste uit Enschede gehaald. Ze had de hele week daarvoor al zware hoofdpijn. Ze blijft het weekend en vertrekt dan weer naar haar kamer. Zo gaat het en daar staan we nooit bij stil. Tot de jongste dinsdag zegt:  "H. reageert helemaal niet op mijn appjes". Ze hebben samen plannen om naar Parijs te gaan. "Het gaat over Parijs", voegt ze er enigszins verontwaardigd aan toe. "Dat is wel vreemd", zeg ik. Normaal gesproken reageert de oudste direct. Haar telefoon is nog net niet geïmplanteerd, maar hij is nooit ver. Als ze hier in het weekend is, zijn we gewend aan een constante zoemtoon op de achtergrond: dat zijn haar binnenkomende appjes.

Leeg? 

Ook in de familie-groepsapp wordt deze dagen flink gecommuniceerd, maar ze doet niet mee. Berichtjes worden niet gelezen. Ook bellen levert geen resultaat op. "Misschien is haar telefoon leeg", zeg ik tegen de jongste. In huis zoek ik nog naar haar oplader. Maar die vind ik niet. Dus die is wel mee. En anders heeft ze inmiddels vast een andere gekocht. Een week zonder telefoon is een week niet geleefd.

Geen reactie

Als ze de volgende dag nog niet heeft gereageerd, begin ik toch licht onrustig te worden. Die telefoon had ze nu toch allang weer op kunnen laden. Ik ben niet voor een gat te vangen en benader haar via facebook. De laptop en de telefoon zullen wel niet tegelijkertijd leeg zijn. Maar ook daar geen reactie. Ik bel nog een aantal keren achter elkaar en spreek haar telefoon in, maar die dag ontvang ik geen reactie.

Speurtocht

De volgende dag is het donderdag. Nog steeds geen teken van leven. Voor de zekerheid app ik mijn zus nog even. Er was een verjaardag in de familie en doorgaans is onze oudste zeer attent. Dus iedereen kan rekenen op een felicitatie op zijn of haar verjaardag. Maar de felicitatie was uitgebleven. De lichte onrust maakt nu plaats voor een behoorlijke ongerustheid. "Ga erheen" appt mijn zus. En inderdaad: als ik vandaag niks hoor, dan ga ik in de loop van de dag uitrukken. Maar ik bedenk eerst iets anders. Ik bel de kamer van de studentenvereniging op de Universiteit en leg de situatie uit. Daar melden ze me dat ze haar dinsdag nog hebben gesignaleerd. "Ze zag er goed uit hoor", wordt mij verzekerd. Dat stelt me enigszins gerust. In een moeite door leg ik online contact met een vriendin van haar en met haar vrijwilligerswerk. Ook haar vriendin heeft dinsdag nog contact met haar gehad. Gelukkig maar. Ik wacht nog maar even af.

Vermist 

Rond een uur of twee 's middags gaat mijn telefoon als ik in het winkelcentrum loop. Het is de oudste. "Je had me gebeld?", appt ze. Ik vermeld dat ik inmiddels wel meer heb gedaan dan bellen en dat ik hier en daar heb geïnformeerd. Binnen een nanoseconde krijg ik een reactie: "Dat meen je niet!" "Jawel" app ik terug. "Niet", appt ze. Tot ze even bij haar vriendin checkt die mijn verhaal bevestigt. "Dat is wel redelijk extreem mem", is haar reactie. "Dacht het niet" app ik. "Als je vermist bent moet je er snel bij zijn." Eigenlijk in de eerste 24 uur, weet ik uit mijn detective-ervaring. Dus ik was al te laat. "Maar was ik vermist? Nee!" appt ze. "Maar dat wisten wij dus niet" app ik terug, "Je hebt mazzel gehad dat ik de politie niet gebeld heb." Ze schaamt zich diep voor mijn actie. Haar eigen radiostilte verklaart ze door haar lege telefoon en een internetstoring in haar huis. Helemaal tevreden ben ik natuurlijk niet met die verklaring. Ik weet namelijk dat ze zat stopcontacten heeft in haar kamer.

Ik leef nog 

Nu krijg ik regelmatig berichtjes om te voorkomen dat ik mensen rondom haar lastig val. Het zijn appjes als: "Ik leef nog, maar ik kom niet thuis." Of gewoon: "Ik leef nog."

En toen ze samen in Parijs waren, kreeg ik voortdurend selfies om te voorkomen dat ik dacht dat iemand hun telefoon had gestolen en willekeurig kiekjes in Parijs had genomen. Het levert me een mooie collage van foto's van mijn dochters voor iedere denkbare bezienswaardigheid in Parijs op. Ik vind het een goede ontwikkeling.




woensdag 13 april 2016

Me, myself and I*




Extra grote afbeelding. Dat kan natuurlijk niet anders met deze titel.
Op het werk zijn wij van de communicatie. Als je van de communicatie bent, dan ben je voortdurend in contact. Met elkaar, met anderen. Dat beperkt zich niet tot onze werkuren. Zo hebben wij ons werk dan ook ingericht. We vergaderen al lang niet meer traditioneel. Daar hebben we een app voor. In die app hebben we verschillende lijsten aangemaakt. We vullen er bijvoorbeeld onze online conversatiekalender in, ons werkoverleg en ook thema's die we van belang vinden. Dat doen we op het moment dat het zich voordoet en dat gebeurt net zo vaak -misschien wel vaker- thuis als op het werk.

Ik heb de lijsten aangemaakt. Dat heb ik natuurlijk niet als mezelf gedaan, maar keurig als de afdeling met een bijpassend ikoontje (It is I). Daarnaast ben ik er als teamlid natuurlijk ook bij (me). Daarvoor heb ik een keurige profielfoto gekozen. Omdat ik het wel handig vind om deze meldingen ook op mijn privémobiel te ontvangen, heb ik ook mijn privéprofiel (myself) in de strijd gegooid. Daar ben ik aanwezig met een wilde door de wind verwaaide haardos. In onze conversaties duik ik dus in drie gedaanten op.

Dat geeft soms vreemde situaties. Laatst zag ik iets voorbijkomen waarop ik collega G. wilde attenderen. Op dat moment was ik mobiel in de lucht. Daar staat mijn account standaard op het afdelingsprofiel met het bijbehorende ikoontje. We hebben al een aantal opmerkingen gewisseld als hij zegt: Ben jij dat? Waarop ik antwoord: Ja ik ben het deze keer met mijn alter ego vanuit mijn telefoon. Misschien moet ik dat maar even veranderen. Het is wel voldoende als ik alleen als me en myself aanwezig ben in onze conversaties.

*Klassiek nummer van De La Soul

zondag 10 april 2016

Groningse romantiek

Vast een Groningse tekstschrijver. (kaart: Boomerang)
E. en ik zijn al heel lang bij elkaar. En door de jaren heen heb ik het verhaal over ons 'tot elkaar komen' behoorlijk vervolmaakt. Natuurlijk zit er een flinke kern van waarheid in, maar een verhaal vraagt natuurlijk ook om een beetje opsmuk. En daar ben ik niet vies van.

Dat wil ik ook 

Ik werd voor de opsmuk geïnspireerd door de reclame die Rintje Ritsma ooit eens maakte voor Sanex. Daarin omschreef hij zijn liefde voor de sport als volgt: "Ik zag het, ik dacht: dat wil ik ook. En toen was het één rechte lijn." Dat is tenminste wat ik me ervan herinner of wat ik ervan heb gemaakt.

Alhoewel ik E. vast al heel vaak was tegengekomen, was hij me nooit opgevallen. Tot die ene avond: toen zag ik hem en werd ik getroffen door lust op het eerste gezicht. Ik vertel het nu altijd in de woorden van Rintje: ik zag hem, ik dacht: dat wil ik ook (ook omdat hij op dat moment met een ander meisje was) en vanaf dat moment was het één rechte lijn. (Dat is misschien niet helemaal waar, maar eventuele afleidingen onderweg doen er in retrospectief helemaal niets meer toe).

Sober

Daar waar ik het verhaal graag aandik en voorzie van opsmuk, doet E. er alles aan om het allemaal zo sober mogelijk te houden. Dat zit in zijn aard. Hij weet het niet meer (tot ik één verkeerd detail vertel, dan blijkt dat hij het precies weet) of hij betuigt zijn aanhankelijkheid op z'n Gronings. Als je niet bekend bent met de Groningse romantiek, dan lijkt het misschien een beetje zuinig. Ik schets een aantal uit het leven gegrepen situaties:

Ik: Holst nog n beetje van mie? (Hou je nog van me?)
E.: Scheelt nait zoveul (Letterlijke vertaling: Best wel. Interpreteren als: Ja, ik hou echt heel veel van jou)*

Aan tafel. We verwonderen ons erover hoe snel de tijd gaat.
Ik: Bin ik din de laifde van dien leven? (Ben ik misschien de liefde van je leven?)
E: t Begunt der wel op te lieken. (Letterlijke vertaling: Daar lijkt het wel op. Interpreteren als: Ja, dat ben je zeker. Geen twijfel mogelijk.)


De mooiste

E. legt het er dus liever niet te dik bovenop. En ik zou ook beter moeten weten: echte liefdesverklaringen komen niet als je erom vraagt. Die komen spontaan. Zoals een tijdje geleden. Ik was met hem meegegaan naar een bijeenkomst waar hij werd verwacht. Toen ik vroeg of hij het fijn vond dat ik mee was geweest zei hij: Alles is leuker astoe der bie bist. (Alles is leuker als jij erbij bent). Dat ontroerde me. Geen betere romantiek dan echte Groningse romantiek. 

*Omdat een letterlijke vertaling je niet het hele verhaal vertelt, heb ik er een intentievertaling bijgevoegd.

zaterdag 2 april 2016

Kom op zeg!

Boomerang freecard van Monoumo
Ik zit in de auto als ik het hoor: Johan Cruijff heeft postuum een hoge onderscheiding gekregen van de Spaanse overheid. Hij is geëerd met een gouden medaille in de koninklijke orde voor verdiensten in de sport. Als bij donderslag word ik overvallen door ergernis. "Dat is toch achterlijk?", zeg ik later tegen E.

Mijn ergernis zit vooral in het postume karakter van de onderscheiding. Want waarom pas nu hij dood is? Wat heb je daar nou aan? Waarom niet toen hij nog leefde? Johan Cruijff is dan wel niet zo oud geworden, maar 68 jaar is oud genoeg om een momentje te vinden om hem te onderscheiden. Want dat hij onderscheidend en een gouden medaille waard was, dat was niet iets van de laatste jaren. Het was van meet af aan  duidelijk. Voor iedereen.

Ik vind dat je mensen altijd bij leven moet onderscheiden of complimenteren. Daar moet je nooit mee wachten. Direct doen. De enige reden om iemand postuum te onderscheiden is als je iets recht wilt zetten. Dus als je altijd gedacht hebt dat iemand een schurk was, maar plotseling -in het licht van de geschiedenis- blijkt hij een held te zijn. Dan klopt het. Maar hier klopt niets van. Johan Cruijff is altijd een held geweest. Kom op zeg!

zaterdag 19 maart 2016

Wie plakt hier eigenlijk de stickers?

We gaan er even voor zitten. E. heeft een film meegenomen van de bieb. Dat doet hij met enige regelmaat. Je zou denken dat het lenen van een film niet meer nodig zou zijn met al die films die we digitaal tot onze beschikking hebben. Maar het overgrote deel daarvan spreekt niet tot onze verbeelding.

Het gebeurt tegenwoordig  niet zo vaak meer dat we allemaal tegelijk thuis zijn en in de stemming om een film te gaan bekijken. Het valt bovendien niet mee om iets te vinden wat we allemaal leuk vinden. We hebben nou eenmaal uitgesproken meningen en voorkeuren. Dus het is dapper van E. dat hij iedere keer weer een poging waagt.

Deze keer is het een roadmovie met daarop een smiley. In de categorie humor dus. Vol vrolijke verwachting starten we de film. Het gaat over twee oude mannen die afreizen naar IJsland. Onderweg zijn ze met elkaar in gesprek. Af en toe glimlachen we. Maar niet genoeg om zo'n smiley te rechtvaardigen. Het is vooral een vreemde film. En eerlijk gezegd geldt dat voor de meeste films die van deze sticker zijn voorzien en de weg vinden naar onze dvd-speler.

"Wie plakt die stickers in vredesnaam?", vraagt onze oudste op een zeker moment. Zij stelt 'm, maar die vraag leeft bij ons allemaal. We weten het niet. Wat we wel weten: er is in ieder geval één iemand die keihard gelachen heeft. En dat is de anoniem gebleven stickerplakker die vreemde films voorziet van een smiley.


donderdag 3 maart 2016

Schaamgroen

Voor de liefhebbers: RGB, R51, G102, B0
Eskimo's hebben oneindig veel omschrijvingen voor de kleur wit. Dat is geen wonder: ze zijn omgeven door wit en dan zie je veel nuances. Hoogezand-Sappemeer is misschien niet de plek waar je genuanceerde omschrijvingen voor de kleur groen zou verwachten. Dan denk je toch eerder aan Drenthe dan aan de prachtige Veenkoloniale door industrie gedomineerde lintbebouwing alhier.*

De rest van Nederland kent misschien termen als grasgroen, mosgroen, antiekgroen, flessengroen, lichtgroen, lindegroen, donkergroen, gifgroen, lentegroen, legergroen et cetera. Daar voegen we hier schaamgroen aan toe. Inderdaad, schaamgroen.

Wij kennen de term schaamgroen in samenhang met de HOP. HOP staat voor Herenontmoetingsplaats. Herenontmoetingsplaats is een eufemisme voor een seksplek voor mannen. Die hebben we hier namelijk bij het Zuidlaardermeer. Daar hebben we behalve een recreatief strand ook een naaktstrand. Dat naaktstrand is niet bedoeld als seksplek, maar sinds de Heren er hun ontmoetingsplaats van hebben gemaakt is het dat wel. En daarom zit het strand al een tijd in het verdomhoekje. Het trok niet veel bezoekers. Slechts twee groepen wisten het strandje te vinden: surfers en Heren. 's Winters is het geliefd bij surfers en het hele jaar door bij Heren. Het naaktstrand biedt de surfers 's winters beschutting. Voor de Heren zijn de bosschages rond het naaktstrand een ideale omgeving voor gezochte intimiteit. Zij zijn daar namelijk -en daar komt het- omgeven door schaamgroen. Er wordt wel eens geklaagd over de overlast die de expliciete seksuele handelingen in het schaamgroen opleveren. In een onlangs gehouden raadsvergadering sprak een heer zich hierover uit. Van overlast was echt geen sprake, aldus de heer. Hooguit een beetje hinder. Dankzij het schaamgroen natuurlijk.

Daar denkt de gemeente anders over. Het naakstrand wordt een gecombineerd naakt-/surfstrand.Het schaamgroen gaat er dus af, maar het woord raken we natuurlijk nooit meer kwijt. En de kleur is bij deze vastgelegd. Er kan geschilderd worden!

*Begrijp me niet verkeerd: ik verkies dit zonder enige vorm van twijfel boven een bosrijke omgeving.

dinsdag 1 maart 2016

Leerpuntjes

"Is het dan nooit af?" We hebben een gesprek op het werk en collega stelt me de vraag. Ik heb net verteld dat ik graag iedere dag iets nieuws bijleer. Dat ik mezelf altijd afvraag: "Wat kan ik hier zelf mee?" Of ik nou een boek lees, tv kijk of iets anders. Het gaat vanzelf. Thuis noemen ze me om die reden competitief. Het is mijn dagelijkse competitie met mezelf. Dat is al zo zolang ik me herinner: een dag niet geleerd is een dag niet geleefd. Voor mij is dat niet vermoeiend, mijn omgeving vindt dat soms wel vermoeiend. "Nee, het is nooit af", zeg ik. Ik heb een intrinsieke drive om me voortdurend te verbeteren. En daar is altijd ruimte voor. Vandaag heeft de jongste een aantal leerpuntjes voor me.

Economisch model 

Rond tien uur klap ik mijn laptop dicht. "Nu stop ik ermee", zeg ik. Ik heb vakantie, maar het werk was nog niet af. Dan ga ik door tot het af is. Vrijdag, zondag, maandag en vandaag dus nog even aan aan de slag. Het is een bron van voortdurende kritiek van met name de jongste twee. Onze zoon is een groot liefhebber van het economisch model. Ik werk meer dan het aantal uren dat ik betaald krijg en dat past niet in dat model. Voor mij is het resultaat van mijn werk belangrijker dan het exacte aantal uren dat ik investeer. Ik wil tevreden zijn over mijn werk. Aan de andere kant word ik natuurlijk wel afgerekend op het aantal uren en niet op het resultaat. Dat kan ik niet ontkennen en dat wringt soms ook. Hij vindt dat ik heel verkeerd bezig ben omdat ik mijn werk volgens hem belangrijker vind dan mijn werkgever. "Anders zouden ze er wel voor betalen.", is zijn moeilijk te weerleggen logica.

Verbeteren

Ook de jongste is ontevreden over mijn tijdsbesteding. Ze heeft deze dagen het rijk even alleen. Haar zus zit in Enschede en haar broer is een paar dagen in Duitsland. En dan heeft ze graag onverdeelde aandacht. "Nu moet je ook echt stoppen!", zegt ze. "Je hebt vakantie!!" "Je hebt gelijk, het is nu ook afgelopen", zeg ik. "Dat ga ik later echt anders doen als ik kinderen heb", moppert de jongste terwijl ik mijn spullen opruim. Dat juich ik toe. Het is een goede zaak als kinderen iets hebben om te verbeteren. Je moet er toch niet aan denken dat je perfecte ouders hebt.

Rolmodel

Het is me blijkbaar aan te zien dat ik er niet te zwaar aan til. "Je moet niet vergeten dat je een rolmodel bent.", spreekt ze me vermanend toe. "Breng ik het er niet best vanaf?", vraag ik. "Nee, op dit punt niet. Je bent veel teveel met je werk bezig. Ik zie echt wel leerpuntjes. Voor jou en ook voor papa." E. lijdt aan hetzelfde euvel: teveel op zijn werk geconcentreerd. Laat ik nou denken dat we ons leven juist heel erg op de kinderen hadden ingericht. Ze hebben bijvoorbeeld nooit een buitenschoolse opvang gezien en zijn nooit overgebleven tussen de middag. Tussen de middag kwamen ze thuis. Dat kon, omdat E. thuis werkt. 's Middags was ik er als ze uit school kwamen. Vakanties probeerden we thuis te zijn. Maar ik werk inderdaad wel veel thuis.

Ik ben natuurlijk altijd bereid om mijn leven te beteren. En vandaag is daar een uitstekende dag voor. We gaan vandaag met z'n tweeën op stap. "Hoe heb ik het er vandaag vanaf gebracht met dat leerpuntje?", vraag ik haar vanavond. "Ja ging goed", zegt ze. Weer wat geleerd vandaag.

zondag 21 februari 2016

In de analyse

Boomerang card van Emilegraphics
"Mijn moeder vindt dat u bijzonder goed gebouwd bent." We zitten aan tafel en verschillende anekdotes komen voorbij. Niet zelden speelt de jongste daarin de hoofdrol. Dit is er een van. Een van de meesters op de basisschool was inderdaad bijzonder goed gebouwd. En ook al ben ik dan getrouwd met een man die dat ook is, ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Ik ventileer mijn observaties snel en gemakkelijk en zo kwam dit natuurlijk ook voorbij. De meester in kwestie was een van de eersten die erover hoorde. Onze jongste vertelde het hem namelijk openhartig.

We lachen er nu smakelijk om en ook toen heb ik er smakelijk om gelachen. Het voelde voor mij niet ongemakkelijk. Ik ben nou eenmaal niet snel gegeneerd. Onze oudste weet wel waarom. "Dat komt omdat jij het niet belangrijk vindt dat mensen je leuk vinden. Je hebt er geen behoefte aan om bij een groep te horen. En gêne en schaamte worden veroorzaakt door de angst om buiten de groep te vallen. Die angst heb jij niet. Dus daarom schaam jij je ook niet. Dat interesseert je gewoon niks. Jij hebt gewoon genoeg aan jezelf, ondanks het feit dat je het ook wel gezellig vindt met anderen." Ik denk erover na. Zelf weet ze het zeker. "Het is gewoon zo. Ik heb gelijk. Dat weet je zelf ook wel." En daarmee is het klaar. De analyse is afgerond.

donderdag 11 februari 2016

Wrijving

Het is niet anders. Ik zal het ermee moeten doen: bij mij is er altijd sprake van wrijving. Vooral bij de bovenbenen. Zo ben ik nu eenmaal gebouwd. Mijn hele familie bestaat uit grote vrouwen die bekend zijn met het fenomeen wrijving. Zo is het en zo is het altijd geweest.

Een angstig moment

Ik herinner me nog een van de meest angstige momenten in mijn leven. Dat was toen mijn moeder zoveel was afgevallen dat je tussen haar benen door kon kijken. Ik kwam aanfietsen, mijn moeder stond buiten en toen zag ik de kerktoren tussen haar benen door. Gelukkig was die periode snel voorbij en zijn haar bovenbenen weer naar elkaar toe gegroeid.

Neerwaartse wrijving

Twee weken geleden heb ik opnieuw een angstig moment. Nu op het werk. Ik draag die dag mijn zelfgemaakte kokerrok waarin ik geen vaste voeringrok heb gemaakt. Ik gebruik een losse onderrok.Die heb ik echt nodig, omdat de rok anders omhoog kruipt. (hier komt die wrijving weer om de hoek kijken). Op een gegeven moment laat ik een gast uit en dan gebeurt er iets wat voor mij anatomisch gezien eigenlijk vrijwel onmogelijk is. Vlak voor ik met mijn gast de trap afdaal en naar beneden loop, voel ik op mijn bovenbeen een niet-lichaamseigen richeltje. Het blijkt de rand van mijn onderrok te zijn. Met nog geen tien stappen te gaan voor de trap moet ik snel handelen. Zo discreet als maar mogelijk is wurm ik mijn hand bij mijn kokerrok in (dit ging ook niet zonder wrijving!) en vis naar de bovenrand van de onderrok. Ik krijg 'm net op tijd te pakken. Ik slaak een zucht van verlichting. Dit was echt een sterk staaltje van neerwaartse wrijving.

Opwaartse wrijving

Ik heb mijn lesje geleerd en ik ga onmiddellijk op jacht naar een nieuwe losse onderrok. Dat is nog niet zo eenvoudig, want losse onderrokken zijn natuurlijk een voorhistorisch artikel. Uiteindelijk vind ik er eentje in een fourniturenwinkeltje hier vlakbij. Vandaag draag ik 'm voor het eerst. En van afzakken heb ik geen last. Wel voel ik als ik aankom op het werk een niet-lichaamseigen rolletje rond mijn taille. Het is mijn nieuwe onderrok. Die is omhoog gekruld en zit nu als een flinke lovehandle rond mijn taille. Ik sjor 'm weer naar beneden, maar halverwege de ochtend merk ik al dat het een heilloze exercitie is. De opwaartse wrijving is te groot. Hij zit meer rond mijn middel dan rond mijn benen.

Er zit niks anders op: ik zal ze vast moeten naaien in mijn rokken. En dan maar hopen dat het stiksel bestand is tegen de opwaartse of neerwaartse wrijving.





dinsdag 26 januari 2016

Hoge gevoelsslaap

Kaart van Rosalie Verniet. Boomerang.
Ik ben gefascineerd door mijn slaaprekensommen. Dus ik wijd er nog een blog aan.

Hoe kan het dat ik wakker word als ik zes uur geslapen heb? Ik heb een hypothese: misschien komt het wel omdat ik direct vaster slaap dan een ander. Ik geef een voorbeeld.

Afgelopen woensdagnacht bijvoorbeeld. Ik ging woensdagavond, of eigenlijk donderdagmorgen vroeg om 0.35 uur slapen. Dat is voor mij de perfecte tijd om te gaan slapen. Mijn wekker gaat namelijk om 6.32 uur en dat is zo'n 6 uur later. Vaak ben ik dan al wakker. Maar woensdagnacht dacht ik om 1.25 uur dat het 5.00 uur was. Onze zoon moest namelijk vroeg van huis vertrekken. "Ik wek E. om 1.25 uur met de tekst: Ik heb L. helemaal niet horen vertrekken." Een blik op de wekker leert me waarom: ik heb nog geen uur geslapen en toch voelt het aan als 4,5 uur. Waar ik dus feitelijk 54 minuten had geslapen was mijn gevoelsslaap 4,5 uur, ruim 3,5 uur meer dan de reële slaaptijd.

Ik maak er even een redactiesom van.

> tussen 0.35 uur en 1.25 uur
= zitten 54 minuten
> ik dacht toen dat het 5.00 uur was
= de gevoelsslaap was 3,5 uur meer, in minuten 210 minuten
/  210 minuten / 54 minuten
= de gevoelsslaapwaarde heeft een factor van 3,88  
> Dat betekent dat mijn gevoelsslaap 3,88 x hoger is dan mijn werkelijke slaap.

Wat nou als dat zou gelden voor mijn totale nachtrust?

x 6 uur x 3,88 gevoelsslaapwaarde = 23,33 uur gevoelsslaap
> ik heb een gevoelsslaap die de klok bijna rond gaat
> dat zou mij tot een extreem uitgerust mens maken

Ik ben een realistisch mens. Dus ik ga er niet vanuit dat mijn totale nachtrust van een dergelijke hoge kwaliteit gevoelsslaap is. Laten we zeggen dat ik 2 uur hoge gevoelsslaap heb en 4 uur normale gevoelsslaap met een waarde van 1. Ik maak mijn laatste rekensommetje.

x 2 uur x 3,88 gevoelsslaapwaarde = 7,76 uur
x 4 uur slaap x 1 gevoelsslaapwaarde= 4 uur
+ 7,76 + 4 = 11,76 uur gevoelsslaap

Als rasechte Groningse zeg ik dan: niet gek.

Heerlijk vind ik dit: mijn eigen rekenrealiteit.






zondag 24 januari 2016

Vier jaar waakwinst

Kaart van Emilegraphics Boomerang
Als ik zes uur geslapen heb, word ik wakker. En eigenlijk zou ik nog wel korter willen slapen. De dagen zijn al zo snel voorbij. Het is geen verstandige keuze om minder dan acht uur te slapen volgens slaapspecialisten. Als je acht uur slaapt, schijn je namelijk langer te leven. Maar dat is maar hoe je het bekijkt. Als je uitgaat van wakkere uren, want dat zijn tenslotte de uren die je bewust meemaakt, dan kan dat wel eens heel anders uitpakken. Ik reken het even uit (ik heb de tijd wel, ik was vroeg wakker).

+ 2 uur per nacht waakwinst
+ Per week  14 uur waakwinst
> Toegegeven: ik doe wel eens een powernap overdag.
-  Ik trek er 2 uur waakwinst per week vanaf.
+ Dat brengt mijn wekelijkse waakwinst op 12 uur  
= samen is dat 624 uren waakwinst in een jaar

Binnenkort word ik 55 jaar. Ik reken even uit wat mijn waakwinst tot nu toe is.

x 55 x 624 uur
= 34.320 uur
> In een jaar zitten 8 765,81 uren
/  34.320 / 8765,81
= 3,9 jaar waakwinst

Die heb ik nu al bijna te pakken.
Wat nou als ik een voor een Nederlandse vrouw gemiddelde leeftijd zou bereiken van 82,5 jaar?

 x 82,5 x 624 uur
= 51.480
/ 51.480 / 8765,81
= 5,87 jaar waakwinst

Maar die gemiddelde leeftijd zal ik dus hoogstwaarschijnlijk niet bereiken omdat ik te weinig slaap. Niemand krijgt een garantiebewijs voor de gemiddelde leeftijd. Ik maak me er niet druk over. Ik heb nu al bijna vier jaar winst te pakken.













zaterdag 23 januari 2016

Blij nieuws

Toen ik geboren werd was de oudste man ter wereld 57 jaar. Hij zou in september van dat jaar 58 jaar worden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was hij nog net geen 36 jaar. Hij woonde destijds in Polen. Yisrael Kristal komt als jood met zijn gezin terecht in het getto van Lodz. Zijn kinderen sterven in het getto. Als hij 40 jaar is, wordt hij vanuit het getto met zijn vrouw gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz. Zijn vrouw overleeft dat niet. Het is een hartverscheurend verhaal. Zes zinnen zijn voldoende om je dat te realiseren.

Nu is Yisrael Kristal de oudste man van de wereld. Hij overleefde het vernietigingskamp Auschwitz. En dat niet alleen, hij had bovendien de moed om verder te leven. Hij trouwde opnieuw, kreeg een zoon, emigreerde en pakte zijn leven weer op. In Polen had hij voor de oorlog een snoepfabriek en in Haifa sticht hij er opnieuw een. De laatste twee zinnen geven je een goed idee van zijn veerkracht.

Boomerang card van Trippel
En nu is hij de oudste man op de wereld. Het nieuws bereikt mij via mijn nieuwsapp. Meestal is nieuws niet iets waar ik blij van word. Maar dit nieuws maakt me blij, heel erg blij. Het maakt mij blij, omdat het een verhaal van kracht en veerkracht is. Yisrael Kristal is geen slachtoffer, hij is een winnaar. Hij is voor mij het levende bewijs dat goed kwaad overwint. (Nog) Lang(er) leve Yisrael Kristal!

woensdag 20 januari 2016

Ga voor de wolf

Hillary Clinton wil op haar 68ste president van de VS worden. Van alle kanten hoor je dat Hillary daar uitermate geschikt voor is. Ze was er ook toen Bill president werd minstens zo geschikt voor als Bill. Maar de VS was toen nog niet klaar voor een vrouwelijke president. En het is de vraag of dat nu wel het geval is.

Het is nog geen gelopen race. Al heel jong was Hillary politiek geëngageerd. Ze trof tijdens haar studie Bill Clinton, een charmeur met dezelfde politieke overtuigingen. Samen gingen ze voor zijn presidentschap. Toen het zover was, had Hillary allang begrepen dat Bill niet Prince Charming was. Of misschien ook wel, maar dan niet exclusief voor haar. Het gerucht gaat dat er ooit een lijst is gemaakt van alle vrouwen met wie Bill naast de pot pieste. Toen Bill de indrukwekkende lijst onder ogen kreeg, vulde hij het zonder met zijn ogen te knipperen aan met nog een flink aantal namen.

Toen Monica Lewinsky zich meldde, had Hillary dus al heel wat moeten incasseren. Maar dat kon niet in de schaduw staan van het schandaal dat Bill met sigaar en Monica veroorzaakte. Voor het oog van de hele wereld was zij de versmade vrouw. Ze bleef bij Bill. Politiek of liefde? Ik weet het niet, maar wat ik wel weet: het heeft hem niet zo geschaad als haar. En dat is krom, heel krom. En het stoort me bijzonder. Ook nu, bijna 20 jaar later, wordt het haar nog voor de voeten gegooid. Dat gaat nooit meer over.

Ik hoop dan ook dat het haar lukt. Hillary verdient het. Allereerst omdat ze voor zover ik het kan bekijken veruit de beste is. Ik gun haar haar ultieme droom: niet alleen president worden van de Verenigde Staten, maar veruit de beste president worden die er ooit geweest is. En ook omdat zij, meer dan alle kandidaten voor haar geïncasseerd heeft - in de publieke opinie, maar meer nog in haar privéleven. In ieder geval meer dan haar eigen Prince Charming.

Alleen Hillary kan beoordelen of het het waard is geweest. Het is haar leven. Maar ik denk wel dat ze haar dochter heeft gezegd: Forget about prince charming, go for the wolf. He can see you better, hear you better and eat you better.

vrijdag 8 januari 2016

Liever een schaap

Vanmorgen kijk ik met mijn moeder in haar behoorlijk chaotische foto-archief. Bij mij zag het er vroeger ongeveer net zo uit. Tot ik de geest kreeg en de foto's -geïnspireerd door mijn zus, die de koningin van het archiveren is- in nette bakjes ordende. Zo zijn ze tweeënhalf jaar geleden keurig geordend in vlammen opgegaan toen ons huis afbrandde.

Bij mijn moeder mag het dan een beetje chaotisch zijn, het is er wel allemaal nog. Ze haalt een doos tevoorschijn met foto's, maar ook met andere memorabilia. Een vouwdoosje van een auto, door E. gemaakt toen onze zoon 6 jaar werd. In het autootje werd de traktatie verstopt. Haar eigen zwemdiploma, een bedankbriefje van haar oma naar aanleiding van het erelidmaatschap van de vrouwenclub en nog veel meer.

Foto:Patries71 -  Flickr
Ook komt er een trouwfoto van haar oom en tante voorbij. Van haar eigen ouders heeft ze geen officiële trouwfoto. "Nee", zegt mijn moeder. "Ze hebben geen foto laten maken destijds. Mijn moeder had ook geen bruidsboeket." Ik ben verbaasd, want mijn oma had niet alleen groene vingers, ze was ook nog eens coupeuse. Dus ze zag er vast goed uit. "Voor het geld dat ze uitspaarden van de fotograaf en het bruidsboeket, konden ze namelijk ook een schaap kopen", legt mijn moeder uit. "En dat hadden ze liever." Het mag duidelijk zijn: het schaap kwam er.


Voor toen was het vast een prima beslissing, maar voor nu is het toch wel jammer. Een schaap heeft tenslotte geen eeuwigheidswaarde en een foto wel. 

woensdag 6 januari 2016

Als je haar maar goed zit

Maandag waag ik me nog in de auto naar het werk. Het gaat niet hard, maar het gaat. Ik laat me natuurlijk ook niet kennen door een beetje sneeuw. In de auto luister ik naar de radio. Daar maken ze een grap waar ik al glibberend smakelijk om kan lachen. Hij gaat als volgt: Twee sneeuwvlokken komen elkaar tegen. De een zegt tegen de ander: "Waar ga jij heen?" "Ik ga naar Oostenrijk, dikke pret maken.", zegt de een. "En jij?" "Ik ga naar Nederland, paniek zaaien" zegt de ander. Dat zal mij niet gebeuren.



IJzel is een ander verhaal, dus gisteren werk ik thuis. Een buitengewoon productieve dag.

Vandaag is mijn vrije dag, dus ik hoef niet met de auto op pad. Wel heb ik vanmorgen vroeg een afspraak bij de huisarts. Voor de kerstvakantie was mijn bloeddruk tot verontrustende hoogten gestegen, dus ik zit in de extra controlerondes. Ik besluit er lopend op af te gaan. Dat gaat prima. Ik heb er ruim de tijd voor uitgetrokken, dus ik kom op tijd aan. Als ik de praktijk nader, vraag ik me af of ik niet beter even had kunnen bellen. Het is rustig, of eigenlijk uitgestorven. De assistentes en dokters zijn wel aanwezig, maar de wachtkamer is leeg. Blijkbaar zijn er veel klachten die wel uitstel kunnen verdragen. Ik ben ook zo klaar. Mijn bloeddruk is weer tot keurige waarden gedaald en ik hoef me dan ook eerst niet weer te melden. Ik wandel op mijn gemak terug naar huis.

Als ik het centrum nader, krijg ik opeens een lumineus idee. Ik heb volgende week woensdag een afspraak bij de kapper, maar eigenlijk was ik vanmorgen al in de verleiding om mijn pony zelf even onderhanden te nemen. Dus die knipbeurt zie ik vandaag ook wel zitten. En gezien mijn ervaring bij de huisarts heeft mijn sterrenkapper vast wel een gaatje vandaag. Volgens mij is dit een klassieke win-win-situatie: mijn haar zit weer goed en de kapper heeft volgende week extra ruimte om al die afzeggers een plek te geven. Vol vertrouwen stap ik binnen. Een ding valt direct al op: de situatie is duidelijk anders dan bij de huisarts. Ik tref er geen duimendraaiende kapper aan. Er wordt gewoon geknipt. "Afzeggers?", zegt hij. "Nee hoor, dat valt mee, ik heb gisteren ook gewoon de hele dag geknipt. Maar als ik een gaatje heb, dan bel ik je."

Weer wat geleerd: je gezondheid kan wel wat uitstel verdragen als je haar maar goed zit.

*Later op de ochtend kan ik toch terecht bij mijn sterrenkapper, dus ik kan er weer even tegen.