woensdag 22 oktober 2008

Sjekje

Gisteren ging E. naar de drukker, niet eentje uit zijn eigen stal, maar een connectie van een opdrachtgever. "Ik heb nog een oud klasgenoot van je gesproken", zegt E. "Hoe kom je daarbij?", vraag ik. "Hij zei het", aldus E. Na enig doorvragen over fysieke kenmerken, kwam ik tot de volgende conclusie: "Het was Sjekje". E. kijkt mij bevreemd aan. "Sjekje", zeg ik. "Zo noemden we hem, want hij rookte graag sjekjes."

Toen ik opgroeide, hadden we in mijn geboortedorp de gewoonte om mensen bijnamen te geven. Ik ben daar een beetje in blijven hangen. Mijn moeder wees me erop. "Heeft Appel dat gedaan?", vroeg ik toen ze iets hadden veranderd op het gebied van telefonie. Appel was onze voormalige overbuurjongen.  "Hou toch op met je Appel", zegt mijn moeder. "Zo wordt hij allang niet meer genoemd." Appel was een verwijzing naar zijn rode appelwangen. En die heeft hij nog steeds. De man van de kringloopwinkel in het dorp verderop groeide ook op in ons dorp. Hij was een leeftijdgenoot en we noemden hem Oeroebaai. Waar de naam vandaan komt, weet ik niet meer. Maar voor mij kleeft de naam nog steeds aan de man - meer nog dan zijn eigen naam.

Sjekje is inmiddels verhuisd en misschien is hij zelfs wel gestopt met roken. 

2 opmerkingen: