woensdag 30 mei 2007

Tafelconversatie


Tweede pinksterdag zijn we naar de pizzeria geweest. Tafelen is bij ons een langdurige en gezellige aangelegenheid. De gespreksonderwerpen aan tafel vereisen meestal wel een sterke maag. Natuurlijk hebben we graag dat dat in publieke gelegenheden ietsjes minder is. Maar dat is moeilijk. Het is namelijk gezellig om het over smerige dingen te hebben onder het eten, zoals: het terugkerende hoogtepunt van de vakantie: mijn kotsen als gevolg van wagenziekte, hoelang wie het ongeveer op kan houden, het gebrek aan hygiëne op de schooltoiletten (vaak tot in detail uitgewerkt), etcetera.

Ook zien we liever niet dat het toilet tijdens het eten wordt bezocht. Dat gebeurt voor of na het eten. Maar aangezien het gespreksonderwerp toch vaak die richting op gaat, ligt de focus er al snel. En wij proberen dan stoïcijns te zijn, totdat de gekkenbekkentrekkerij die gepaard gaat met het inhouden erger is dan de onderbreking van de maaltijd.

Zo ook in de pizzeria. "Ik moet echt heel nodig", zegt onze jongste. En toegegeven: we hebben wel even zitten wachten. "Na het eten" zeggen we. En dan begint het: "Het ligt er aan beide kanten al voor. Ik hou het niet meer". Deze opmerking, met vertrokken gezicht uitgebracht, levert dikke pret op bij de rest van de familie. Daar wordt het niet beter van. Verontwaardiging: "Nou, ik moet echt heel nodig". Dus vooruit dan maar weer.

Even verderop zitten de ouders van een jongetje bij de jongste uit de klas rustig samen aan tafel. "Moet je die vader en moeder daar nou zien zitten", zegt mijn zoon. "Dat is toch zielig. Die zitten daar maar. Daar is toch niks aan. En wij hebben het hier zo gezellig aan tafel."

Dan komt de jongste terug van haar toiletavontuur. Ze schuift aan. "Hèhè, dat lucht op. Nou, dit zijn geen smakelijke toiletten zeg." We zijn er weer.

maandag 28 mei 2007

TomTomloos


Mijn boezemvriendin zweert erbij: de TomTom. De tijden dat we verloren rondreden in middelgrote dorpen is voorbij. Zijn we eens samen op pad, dan rijden we doelgericht naar onze bestemming. Ik ben nog niet zover. Hier in de regio red ik me aardig en op vakantie hoeven we niet doelgericht te zijn.

Er zijn van die momenten dat het voor mij misschien toch ook wel handig zou zijn. En dan vooral als ik de regio verlaat. Laatst werd ik verwacht in Veenhuizen. Nog niet eens echt ver buiten mijn normale actieradius. Ik reed in één rechte streep naar Veenhuizen. Geen centje pijn. En hoe moeilijk kan het dan nog zijn kun je je afvragen. Nou best moeilijk. Ik heb drie mensen in Veenhuizen klemgereden voor ik op de plek van bestemming was. De laatste jongeman die ik vroeg verwees me naar de overkant van de weg. Dus ik steek over en rij doelgericht op mijn bestemming af; maar helaas rood-witte paaltjes belemmerden de doorgang. Met mijn bestemming in zicht laat ik me daar natuurlijk niet door weerhouden. Dus ik gooi het stuur om en zonder met de ogen te knipperen rijd ik tussen twee enorme bomen door -zo op de parkeerplaats. Tevreden en op tijd stap ik uit.

Maar hier had de Tomtom me ook niet geholpen, want een collega met Tomtom reed achter me aan tussen de bomen door. Haar Tomtom bleef maar herhalen "Bestemming bereikt". Dus voor het goede ouderwetse klemrijden valt nog altijd iets te zeggen. 

Naschrift - Ik las vorige week in de krant dat er mensen zijn die door de TomTom echt een wereldbaan hebben. Een TomTom is namelijk niks zonder een accurate wegenkaart. Voor digitale kaartenmaker TeleAtlas doorkruisen twee twintigers heel Europa in een cameracamper. Tweeëntwintig van deze camerawagens rijden permanent voor de maker van digitale wegenkaarten door Europa.

Van Caveman naar Supernick


 

Sommige popsterren doorstaan de tijd wonderwel. Ooit woonden we een concert bij van The Birthday Party. De leadzanger was Nick Cave, vet zwart haar, ontbloot bovenlijf, stopcontactneus en duidelijk geïnspireerd door middelen. 's Avonds zagen we hem door de Oosterstraat lopen met wasknijpers in zijn haar. Tijdens het concert trok hij iemand op de eerste rij aan de haren - wij hadden inmiddels geleerd dat je de eerste rij niet moet ambiëren. "The front row is not for the fragile", zei hij toen. Een prachtige zin, die natuurlijk al een aanwijzing vormde voor de ware poëet die er in Nick Cave schuilt. Met zijn band The Bad Seeds of solo maakt hij tot op de dag van vandaag prachtige nummers. Een van mijn favoriete cd's van Nick is The Boatman's call.

zondag 27 mei 2007

Van slag?


De afgelopen drie jaar nestelen er scholeksters bij onze buren op het platte dak. Ik vind het wel wat hebben, maar de buren zijn er minder blij mee. Begrijpelijk, want ze nestelen boven hun slaapkamer. Als het gaat schemeren dan vliegen ze schreeuwend over straat. Ook 's morgens vroeg hoor je ze. Het zijn weidevogels, maar de hondenuitlaatstrook hiervoor vinden ze duidelijk weide zat. En een scholeksterpaar kiest elk jaar dezelfde plek om te nestelen. Ze zijn heel territoriumtrouw, lees ik in Wikipedia, ook als de omstandigheden moeilijker worden. (Lees: je krijgt ze ook met grof geweld niet van dat dak). Oh ja, en ze kunnen dertig jaar oud worden. Dus die scholeksters houden we hier nog wel even. 


Vreemde keuze, dat wel. Er zijn meer vogels die hun heil in een stedelijke omgeving zoeken. Laatst zag ik laat op de avond een prachtige documentaire over reigers in Amsterdam. Dat schijnt bijna een plaag te zijn. Ze stellen zich op naast vissers en pikken zo een visje mee. Of ze wachten tot ze gevoerd worden door de grijze golf in de hoofdstad. In de documentaire werd een oudere vrouw gevolgd, die haar vriezer vol had gestampt met kippenvleugels. Die voerde ze aan de reigers. Er waren al drie rechtzaken tegen haar aangespannen, omdat de vogels overlast veroorzaken, maar ze blijft ze voeren. Inmiddels ziet ze nog maar met één oog, want een gretige reiger zag haar net even voor een kippenvleugeltje aan. En reigers pikken hun prooi in het oog. Geldboetes, een blind oog, het doet er allemaal niet toe. Ze blijft ze voeren. De stadsreigers zijn ondertussen het vissen volledig verleerd.

Je bent in de verleiding om te zeggen: ze zijn gewoon de weg kwijt, ze zijn van slag. Maar misschien is het gewoon een slimme overlevingsstrategie.   


zaterdag 26 mei 2007

Mijn moeder


46 jaar geleden werd ik uit haar geboren. Me toen nog volstrekt niet bewust van dat voorrecht.


Vanzelfsprekend was het toen ik kind was. Vanzelfsprekend haar liefde. Vanzelfsprekend haar aanwezigheid. Vanzelfsprekend de troost. Vanzelfsprekend de steun. Vanzelfsprekend haar creativiteit. Vanzelfsprekend de ruimte die ze bood.

De waardering kwam toen ik een vrouw werd. Waardering voor haar kracht. Waardering voor haar humor. Waardering voor haar loyaliteit. Waardering voor haar karakter. Waardering voor wie ze is.

En de herkenning nu ik zelf moeder ben. Herkenning van de vragen. Herkenning van de keuzes. Herkenning van de vanzelfsprekendheid. Herkenning: dat doe ik net als zij, dat heb ik van haar. 

46 jaar later ben ik me er wel van bewust: van het voorrecht dat zij mijn moeder is.

vrijdag 25 mei 2007

De supermarktblues



Vrijdag; tijd voor de wekelijkse boodschappen. De laatste tijd gaan we samen, mijn oudste en ik. De zon brandt fel. De parkeerplaats is behoorlijk leeg. "Het is niet zo druk", zeg ik nog. Ik slik mijn woorden in als ik een complete file zie staan voor het flessen inleveren. Iemand probeert een kratje naar binnen te drukken, zonder succes. Dat blijkt een voorbode: het is een aaneenschakeling van opstoppingen en opstootjes vandaag.

Vrijdag is altijd een drukke dag. Maar omdat winkelen geen hobby van me is, ga ik vrijdags na het werk in één keer door. Anders zakt de moed me in de schoenen.

Waarom het altijd zo druk is op vrijdag? Vrijdag is de dag dat er 's middags een heel blik pubers wordt losgetrokken om alles bij te vullen. Bij voorkeur trekken ze in groepjes op en vullen zo met z'n tweeën of drieën een vak. Zo zitten ze potentiële kopers daarmee soms ongewild behoorlijk dwars. Je moet flink assertief zijn om een pak sinaasappelsap te bemachtigen als er bijgevuld wordt.

De oorzaak van de drukte deze vrijdag is het hoge rollatorgehalte. De supermarkt als ontmoetingsplaats. Hangend bij de koffiecorner worden de ontwikkelingen tot in de derde generatie besproken. Favoriete onderwerpen: kinderen, sterfgevallen, kwalen en ongelukken. Ook de gratis worst en kaas zorgen voor opstoppingen. En vandaag -een warme dag- is het lekker koel in de super met de airco erbij. Dus waarom zou je je haasten?

Het is een ergernis voor een koper zoals ik. Gewapend met een boodschappenlijstje -ooit hoonde ik een collega weg om zijn lijstjes, maar niet veel later ben ik bekeerd- ben ik een no nonsens koper. Alhoewel de eigenaar van de super me hoogstwaarschijnlijk indeelt onder de grootinkopers. Ooit kwam hij tenminste op me af toen ik nog probeerde om alles in een kleinere kar te stouwen. "Goed nieuws voor u", zei hij "voor klanten zoals u hebben we nu extra grote karren besteld." Dus nu probeer ik er met een supersize kar mijn weg zo snel mogelijk doorheen te banen.

Onze super is de beste supermarkt van de provincie. En ook de vis- en wijnafdeling zijn al in de prijzen gevallen. Dus ze doen het prima. Maar soms denk ik met enige weemoed terug aan het oude pand: drie rijbanen waar je alleen maar vooruit kon. Geen ruimte voor opstootjes, geen demonstraties, geen gratis hapjes en geen koffiecorner.


donderdag 24 mei 2007

Complimentendoosje


In 2004 kreeg ik een complimentendoosje van mijn schoonmoeder. Erg leuk. De gedachte erachter is dat anderen complimenten opschrijven en die in je doosje stoppen. Als je een dip hebt, dan lees je die complimenten en daar kikker je van op. Dat is het idee.

Mijn complimentendoosje is inmiddels tot de nok gevuld. Dat is door mijzelf sterk gestimuleerd. Tegen de kinderen zeg ik met enige regelmaat: "Vooruit schrijf nog eens een complimentje." Vandaag kreeg ik spontaan een nieuw complimentje van mijn jongste. Dus heb ik de doos omgekeerd en de oogst van drie jaar complimentjes bekeken. Je hebt grofweg drie categorieën:

  1. Je bent een lieve/goede moeder: Je bent goed, goed, goed, goed, goed, goed, goed, goed of I love yoe met gevoel (van mijn jongste),
  2. Dubieuze complimentjes: Je bent goed in je zin doordrammen, Je bent een goed pakezeltje, Je kan goed lawaai maken, Je kan goed vals zingen (allemaal van de oudste),
  3. Briefjes die niets met complimentjes te maken hebben: Ik ben de beste. Jij niet. Zeg dat ik de beste ben (van mijn zoon) of Neem in het vervolg ijs mee (van mijn oudste).

En dan zat er nog eentje in die buiten iedere categorie valt. Mijn jongste maakte toen ik begin dit jaar grieperig was, een tekening van ons allemaal met daarop:

Mamma, Dit past bij jou: A= aardig, D= dramatisch, E= emotie, G= grappig, H= humor, I= isterisch, J= jong, K= kotsen, L= Leuk & liefde, M= Mamma, N= nok (???), O= opgefokt, P= passie, R= ruig, S= sympathiek, T= te leuk, U= U bent een goeie moeder, V= vrede, W= wol, Z= ziek.

En het werkt: ik word er vrolijk van.


Complimentendoosje


In 2004 kreeg ik een complimentendoosje van mijn schoonmoeder. Erg leuk. De gedachte erachter is dat anderen complimenten opschrijven en die in je doosje stoppen. Als je een dip hebt, dan lees je die complimenten en daar kikker je van op. Dat is het idee.

Mijn complimentendoosje is inmiddels tot de nok gevuld. Dat is door mijzelf sterk gestimuleerd. Tegen de kinderen zeg ik met enige regelmaat: "Vooruit schrijf nog eens een complimentje." Vandaag kreeg ik spontaan een nieuw complimentje van mijn jongste. Dus heb ik de doos omgekeerd en de oogst van drie jaar complimentjes bekeken. Je hebt grofweg drie categorieën:

  1. Je bent een lieve/goede moeder: Je bent goed, goed, goed, goed, goed, goed, goed, goed of I love yoe met gevoel (van mijn jongste),
  2. Dubieuze complimentjes: Je bent goed in je zin doordrammen, Je bent een goed pakezeltje, Je kan goed lawaai maken, Je kan goed vals zingen (allemaal van de oudste),
  3. Briefjes die niets met complimentjes te maken hebben: Ik ben de beste. Jij niet. Zeg dat ik de beste ben (van mijn zoon) of Neem in het vervolg ijs mee (van mijn oudste).

En dan zat er nog eentje in die buiten iedere categorie valt. Mijn jongste maakte toen ik begin dit jaar grieperig was, een tekening van ons allemaal met daarop:

Mamma, Dit past bij jou: A= aardig, D= dramatisch, E= emotie, G= grappig, H= humor, I= isterisch, J= jong, K= kotsen, L= Leuk & liefde, M= Mamma, N= nok (???), O= opgefokt, P= passie, R= ruig, S= sympathiek, T= te leuk, U= U bent een goeie moeder, V= vrede, W= wol, Z= ziek.

En het werkt: ik word er vrolijk van.

woensdag 23 mei 2007

Een onbeschreven blad


Mijn lichaam is een onbeschreven blad. Natuurlijk, het is getekend door het leven: de jaren, de zwangerschappen. Ik heb een litteken op mijn duim van die keer dat ik achterop de fiets van een vriendje zat. Maar er is niet in gesneden, gepierced of op getatoeëerd. Waar vind je dat nog? Als ik in het zwembad ga aquajoggen, dobberen rondom mij onder andere dolfijntjes, slangen, zeehonden, boeketten en spinnenwebben. De badmeester gaat soms zover dat hij mensen aanspreekt met hun tatoeage "Hé zeehondje, wel even opletten hè."


Er is bij mij zelfs geen gaatje voor een oorbel geprikt. Een tattoo gaat nog weer een andere grens over. Mijn beeld van tattoos is bepaald door de tattoo van mijn opa. Vol jeugdige overmoed liet hij een wulpse vrouw op zijn onderarm tatoeëren. Een vrouwennaakt in blauw met golvend haar tot op haar enkels. Duidelijk geïnspireerd op de Venus van Milo. Hoe dan ook, hij heeft zich er zijn hele leven voor geschaamd. Zijn onderarmen bleven bedekt. Alleen af en toe vingen we een glimp van haar op. In de loop der jaren was ze een beetje uitgelopen. Dat wat ooit een mooi strak en dun lijntje was, leek met het verstrijken der jaren steeds meer op een schets met een dikpunter. Zijn advies was: "Nooit doen." En hij kon het weten. Hij heeft er ongeveer zeventig jaar aan vast gezeten.

Veel mensen denken niet veel verder dan het moment als ze zo'n tattoo laten zetten. Daarvan ben ik overtuigd. Ze denken er niet aan dat die prachtige krans op hun bovenarm later gaat flubberen. Dat schattige blaadjes straks donkerblauwe vlekken zullen zijn. Of dat dat hartje boven op hun borst later tien centimeter lager hangt. En dat er weinig liefdes een heel leven meegaan.

Ook mijn oom liet een hartje op zijn pols tatoeëren. Met een banier met daarop de naam Paula. We hebben Paula nooit gekend. Dat was alweer over toen de inkt gedroogd was. Laatst trof ik hem. Hij zat in de auto en hij leunde nonchalant met zijn arm buiten het raam. "Hé, zeg ik, wat is er met Paula gebeurd?" De P, de A, de U, de L en de A; ze waren samengesmolten tot een blauwe balk. En zo is Paula dan toch definitief uit zijn leven verdwenen.

zondag 20 mei 2007

Nie verkeerd nie

Er zijn er die een hele fles wijn drinken zonder met hun ogen te knipperen. Ik behoor niet tot die categorie. Halverwege een glas wijn verandert mijn gemoedstoestand al. De temperatuur loopt op, de ontspanning slaat toe en de stemming zit er alras goed in. Na slechts één glas ben ik al compleet ontremd. Dus ja, dat is goedkoop dronken worden.

Zo af en toe drink ik een glaasje. Uitsluitend binnenshuis. Deze keer was het een Zuid Afrikaans wijntje. Door E. volgens mij 100% op titel geselecteerd: Nie verkeerd nie. Een aparte smaak: eerst een beetje zoetig en daarna een beetje een houtsmaak. Koppig wijntje ook. We waren net in gesprek toen ik na een half glas de gebruikelijke verschijnselen ging vertonen. Het mag duidelijk zijn: het gesprek was over. "Hoeveel zit hier in?", vraag ik nog. Puur voor de vorm kijkt E. op de fles. "15%", zegt hij volstrekt onaangedaan. "15%! Geen wonder dat dat er zo inhakt!".

Naarmate de bodem van mijn glas (ja echt waar, we hebben het over één glas!) verder in zicht komt, word ik steeds vrolijker. Ik heb een enorme lol: ik heb werkelijk zin om even te zingen. Mijn lichaam is zo soepel; het is onvoorstelbaar! Mijn botten lijken wel vloeibaar. En ik ben echt prima op temperatuur. Nie verkeerd nie!

Als ik later, weer in normale doen, op het internet kijk, dan zie ik dat ik werkelijk een uitstekend wijntje heb gedronken. Want hoe staat Nie verkeerd nie omschreven? Als een: "Mondvullende, houtgerijpte wijn met een soepele karakter. Zoals de naam zegt, 'nie verkeerd nie'.”

dinsdag 15 mei 2007

Een groene zee


We rijden in de auto -door de Woldstreek naar het Noorden. En dan - bij het verlaten van de bebouwde kom - treft het ons als een donderslag: de verpletterende schoonheid van gecultiveerd land. Niet begrensd door bomen. Groen, niets dan groen. Aan onze rechterhand een perceel zomergerst. Frisgroen, een beetje wazig door de haren die aan de are zitten. Heel bijzonder. En dan de harde westenwind die precies over het perceel blaast. De aren kunnen niet anders dan meebuigen. Rij na rij buigen ze het hoofd. En dan - als de wind iets afneemt - veren ze terug. Tot de wind ze weer tot buigen dwingt. Zo golft het heen en weer. Het is adembenemend. Het is doodstil in de auto. Tot ze de stilte verbreekt en precies verwoordt wat we zien: "Het is net een groene zee".



maandag 14 mei 2007

Onder de navel

Een broek hoort onder de navel. Hij brengt het alsof het een natuurwet is. Hij ligt werkelijk in een deuk omdat twee meisjes in zijn klas hun gymfietsbroek tot onder de oksels optrekken. Ik vermoed dat dit iets is overdreven. Het is allemaal des te erger, omdat ze hun shirt bij hun broek instoppen. Dat kan helemaal niet. Hij demonstreert het met verve en ligt opnieuw in een deuk.

"Het is geen gezicht", hijgt hij na. En dan volgt er een nauwgezette uitleg. Een broek hoort niet boven de navel te komen. Dat kan niet. Hijzelf draagt 'm natuurlijk precies zoals het hoort. Maar als je moet kiezen tussen een broek die te laag hangt en eentje die te hoog zit? Daar is geen twijfel over mogelijk: altijd kiezen voor de afzakkende broek. 

"Het is geen natuurwet", werp ik tegen. "Het is een modewet. En die verandert. Het is maar of je eraan mee wilt doen." En ik vertel dat bijvoorbeeld in de jaren zeventig, ten tijde van Grease je juist compleet voor paal stond met een afzakkende broek. Het maakt natuurlijk geen indruk. Maar dat had ik ook niet verwacht.

Toen ik zo oud was als hij, deden we op de lagere school een show. Een muziekgroep uit Hawaï arriveerde op Bongerd Airport (genoemd naar het dorpshuis waarin de show werd opgevoerd). Ik was destijds erg van de hoge onderbroeken. Mijn moeder heeft als Brugmans moeten praten om me ervan te overtuigen dat een Hawaïmeisje haar rokje laag op de heupen draagt. Ik was niet te bewegen tot het dragen van een heupslip, dus mijn moeder - niet voor één gat te vangen- naaide één van mijn hoge Nibbelke-onderbroeken om.  Niet iedere moeder had evenveel overtuigingskracht en vindingrijkheid, getuige de foto's die er van dit evenement zijn gemaakt. Maar die van mij godzijdank wel: bij wijze van hoge uitzondering ging ik om en liet ik mijn onderbroek zakken tot onder de navel.

zondag 13 mei 2007

Verrassing

Mijn verjaardag valt altijd rond moederdag. "Wat wil je eigenlijk voor je verjaardag?", vraagt E. "Een nieuw lapje over die lamp, en anders een nieuw exemplaar",  zeg ik. Even later zegt hij: "Ik ga nog even naar de stad om een verrassing voor je te kopen." We lachen er smakelijk om. 

En dan hebben we daarna nog eens moederdag. Bij onze oudste kinderen is de opwinding rond deze dag allang getemperd. Maar de jongste is er nog druk mee. Zo komt ze binnen met drie geurstrookjes. "Moet je ruiken mam. Welke vind je lekker? Aardbei 1, aardbei 2 of zee?" "Aardbei 2?" zeg ik vragend. Haar gezicht vertrekt. "Oh jammer". "Nee, bij nader inzien toch zee", zeg ik. "Gelukkig" zegt ze. "Hoezo?" vraag ik. "Jaaaaa, daar kan ik even niks over zeggen". Toen ze jonger waren kreeg ik het presentje meestal direct de vrijdag voor moederdag, omdat ze het niet langer geheim konden houden. En omdat ze op school vaak jaar na jaar hetzelfde deden, wist ik al dat ik -als ze in groep 4 zaten- een tegeltje kreeg.

Mijn verjaardag is inmiddels geweest. En inderdaad ontving ik een nieuw lapje voor over de lamp. Maar natuurlijk nog veel meer: praktische dingen zoals een grote soeppan en een halve hogedrukspuit, een set roestvrijstalen kommetjes; mooie dingen zoals een etagère van blik, een nieuwe koffiebeker van Keith Haring, een mooi brillenkoord voor aan mijn zonnebril; lekkere dingen zoals geurtjes, luchtjes en lekkers en natuurlijk niet te missen: boeken!

Echt verrassend is het ook hoe anders je verjaardag is als je kinderen groter worden. De oudste bracht me al voor zeven uur een fantastisch ontbijt op bed en de jongste bereidde geheel zelfstandig tapas. Ik vond het heerlijk. Morgen moederdag.

vrijdag 11 mei 2007

Netjes!

Het computeren gaat hier thuis blijkbaar met nogal veel geweld gepaard. Zo was de roldeur van onze computerkast volledig doormidden gescheurd. Ik was gelukkig niet in de buurt, want met mijn reputatie was het voldoende geweest als ik ten tijde van het ongelukje in huis was geweest. Hoe krijg je nou zoiets? Hoogstwaarschijnlijk is 'ie net te vaak van grote hoogte naar beneden gekieperd (en ja inderdaad wordt dan toch nog van alle kanten met een beschuldigende vinger naar mij gewezen - volkomen onterecht!).

Het handvat kon dus niet meer omhoog en het roldeel niet meer omlaag. Maar daartussen was het prima computeren. En om de stof te weren werd het roldeel dan handmatig weer bij het handvat gebracht en zo leek het net echt.

Wie schetst dan ook mijn verbazing dat hier eergisteren een nieuwe roldeur in een doos voor de kast stond! Had E. besteld. Die vond het toch niet zo handig. Gisteren heeft hij de oude roldeur verwijderd en de nieuwe er met onze oudste weer in gezet. Bij het verwijderen van de oude deur bleek de fatale scheur niet de enige te zijn.

Van de ene verbazing nog niet bekomen val ik dan alweer in de andere! Want wat blijkt? We kregen gisteren een nota voor de deur, maar vandaag viel er een creditnota op de mat. De deur werd gratis vervangen. Blijkbaar nog in de garantieperiode zonder dat we het zelf wisten. Waar maak je dat nog mee? Bij Top DeQ!


woensdag 9 mei 2007

Billenkinnen


Tijdens het eten draaien we altijd een muziekje. De deal is dat wie de tafel gedekt heeft in principe de muziek mag kiezen. Dit om tegemoet te komen aan de verschillende muzieksmaken in huis. Ik kies de verzamelcd samengesteld door Leo Blokhuis en horend bij zijn boek Grijsgedraaid. De foto van Leo roept hilariteit op bij onze jongste. "Met zijn billenkinnetje", lacht ze. "Een wat?" vragen wij. "Een billenkinnetje, met een deukje of een sneetje", zegt ze. We vragen ons af wie er nog meer een billenkinnetje hebben.

Zij -helemaal thuis op internet- zegt: "Google dan even op mensen met een billenkinnetje". "Louis van Gaal heeft er ook een volgens mij", zegt ze. Maar nee, een foto van Louis leert dat hij diverse karakteristieke gezichtskenmerken heeft, maar een billenkinnetje hoort daar niet bij. Wie dan wel? We komen tot de volgende lijst: Leo Blokhuis natuurlijk, maar ook Kurt Cobain, Spencer Tracy, Kirk Douglas, Johnny Cash, Raymann, Tim Buckley, Katie Melua.

zaterdag 5 mei 2007

Favorieten


'Je gaat toch niet over mij bloggen?' vraagt E voordat ik aan het avontuur begin. Tja hij is natuurlijk wel een van mijn favoriete gespreksonderwerpen. 'Misschien soms', pareer ik. Jaren was hij ook mijn favoriete foto-object. Op vakantiefoto's zie je E. in het kinderloze tijdperk vaak staan. Meestal zich uit het beeld spoedend of met een verveelde of gekke bek. Voor mij is een vakantiefoto namelijk vooral leuk als er iemand op staat.

Sinds de kinderen er zijn, zijn er meer mogelijkheden. Vooral toen ze klein waren. Toen kon je ze pas echt lekker fotograferen. Vonden ze allemaal prima. Dat wordt nu alweer beduidend minder. Maar ook nu probeer ik vaak foto´s te maken met leden van mijn gezin erop. Ik ben mensgericht. Voor E. is een foto niet persé mooier als er iemand op staat. Hij maakt ook graag foto´s van de omgeving. Ook dan zie je natuurlijk waar je geweest bent. Maar het is niet hetzelfde, hoe mooi de Millenniumbrug in Londen ook is, ik zie´m toch het liefst met een delegatie van mijn gezin erop.

Dus ja, bij het bloggen gaat het ook af en toe over hen.