vrijdag 30 november 2012

Verwen jezelf

Je moet jezelf in het leven zoveel mogelijk verwennen. Daar ben ik van overtuigd. Is er een doel in het leven? Zeker: vier het, maak het zo aangenaam mogelijk. Haal eruit wat erin zit, zonder dat je jezelf voorbijrent. Maak er geen doel op zich van. Dobber en geniet.

Ieder doet dat op zijn eigen manier. Na de brand was het hier in huis behoorlijk kaal. Maar dat duurde natuurlijk niet lang. Allereerst scoorden de jongste en ik een schitterend fietskarton bij de Halfords. Later kocht ik een kaartenrek. Aanvankelijk zag ik een joekel van een kaartenmolen in een dumpzaak. Jammer genoeg was die niet te koop. Daar wilden ze zelf kaarten in uitstallen. Dus zette ik mijn zoektocht op internet voort. Met resultaat! Ik kocht twee rekken voor aan de muur. Eentje voor staande kaarten en eentje voor liggende kaarten. En die rekken maken me iedere dag weer blij. Het is een constant veranderend kunstwerk. Ik stop er de kaarten in die we toegestuurd krijgen, die we zelf meenemen (van bijvoorbeeld vakantiebestemmingen of uitstapjes) of die ik opsnor. En ik schrijf er korte tekstjes achterop. 

Het mooie van de kaartenrekken is dat ik er steeds weer blij van word. Een nieuwe ansichtkaart kan het hele rek een ander aanzien geven. Deze week zat ik met de oudste te skypen. Ik hang op de bank en zij ziet het kaartenrek achter me. "Wat is dat voor een kaart?", zegt ze. "Die kocht ik bij de kringloop vandaag", zeg ik. Het is een ansicht uit de seventies. Uit al die kaarten pikte zij deze er zo uit. Maar hij is dan ook fantastisch. 

donderdag 29 november 2012

Te erg

Soms ben je gewoon uitgepraat. Dan heb je echt niets meer te zeggen. Dat had ik vandaag even. Op het werk hoorde ik vorige week van de ziekte van een jonge collega. Hij is geen naaste collega, niet iemand die mij na staat, maar wel iemand uit mijn naaste omgeving. Hij ging vorige week met pijn naar de huisarts. Die pijn was niet wat hij of de huisarts had gedacht. Het bleek leverkanker te zijn. Leverkanker is er in veel verschillende soorten. We speculeerden over verschillende scenario's. Deze week bleek het om uitgezaaide leverkanker te gaan. Verschrikkelijk vonden we het allemaal: dat hij geen toekomst meer had en nu al afscheid van het leven moest gaan nemen. Hoe doe je zoiets als je nog in de bloei van je leven bent? Dat is toch amper te bevatten? Vandaag blijkt dat zelfs dat afscheid hem niet is gegund. Hij is in een coma geraakt en het eind is nu al bijna daar. Het is te erg. Ik heb er geen woorden voor. 

dinsdag 27 november 2012

Verhuisbewegingen op het werk

Ik werk al jaren in hetzelfde gebouw. Ooit was ik degene die het vaakst verhuisde in het gebouw. Ik heb werkelijk iedere uithoek gezien: de afmetingen varieerden van een veredelde meterkast tot een riante ruimte. Ik herkende de schijnbewegingen die voorafgingen aan een verhuizing op den duur feilloos. Erg subtiel gebeurde dat ook niet. Meestal kwam er iemand met een centimeterband de kamer binnenlopen en dan wist ik wel weer hoe laat het was. Dat was meestal het eerste signaal. Dan was er iemand die vond dat (meestal) hij meer aanspraak kon maken op de vierkante meters. Ik had er niet zoveel problemen mee en ik deed er ook niet moeilijk over. Geen enkele kamer in het gebouw is immers van mij. Ik merkte wel dat mensen die moeilijker deden over een verhuizing ook minder vaak hoefden te verhuizen.

Het herschikken van mensen is een doorlopend proces. Het stopt nooit. De organisatie verandert voortdurend en ook het beeld van hoe mensen moeten samenwerken verandert steeds. Ook nu weer is een verhuisbeweging gaande in het gebouw waar ik werk. Vorig jaar verhuisden boezemvriendin en ik nog. We schoven een kamer op. Deze keer mogen wij blijven zitten. Tenminste, daar lijkt het op. Nu zijn het collega's van ons die gaan verhuizen. Zelf waren ze de laatste betrokkenen die ervan hoorden. Niet doordat iemand met een centimeterband binnenkwam. Nee, dat is anno 2012 veranderd. Onveranderd is het gebrek aan subtiliteit: zij hoorden het doordat iemand al telefonerend de ruimte kwam inspecteren.

vrijdag 23 november 2012

Wie wil nou niet zo'n broek?

Wie wil nou niet zo'n broek?
Gisteren haalde ik boodschappen bij de Jumbo. Het was al half schemerig. Zo gaat dat: voor je er erg in hebt is het donker. Ik laad de boodschappen net in als ik iemand in een lichtgevende broek voorbij zie komen. De broek is fel lichtgevend oranje met reflecterende strepen erop. Het ziet er -zonder gekheid- te gek uit. Stoer! Ik moet direct aan E. denken. Hoe goed zou hem zo'n reflecterende broek staan!

"Ik zag een man met een reflecterende broek", zeg ik tegen E. "Echt te gek." "Ik hoef geen reflecterende broek voor Sinterklaas", zegt E. "En ook geen verlichte riem of koplamp." Ieder initiatief van mij in die richting wordt hardhandig de kop ingedrukt. Op zijn verlanglijstje voor Sinterklaas zette E. wel een reflecterend hesje. Die draagt hij als hij in het donker gaat hardlopen. In ons oude huis had ik hem van nog veel meer lichtgevende en reflecterende materialen voorzien. Ik ben daar namelijk dol op en ik heb bovendien graag dat E. goed verlicht op pad gaat.

Zo heb ik hem ooit een prachtige riem gegeven met verlichting erin. De verlichting was aangebracht op de randen en draaide als het ware om zijn middel. Ook had ik hem een keer een koplamp gekocht, zo eentje voor op het hoofd. Maar met die materialen heeft E. zich hier nooit buiten de deur begeven. De koplamp is ooit nog een keer door hem gebruikt bij het kamperen (toen het niet voor het hardlopen werd gebruikt, stopte ik het bij onze kampeeruitrusting. Dat leek me bijzonder handig en ik had gelijk!). Maar dat was ver genoeg over de grens om niet door bekenden te worden gesignaleerd. Het was in Polen, vlakbij de Oost-Duitse grens. We hadden noodweer: het waaide zo hard dat de haringen los werden getrokken. Gelukkig lag ik nog in de tent om 'm aan de grond te houden. Toen kwam die koplamp toch maar mooi van pas!

Het is eeuwig zonde dat hij niet zo'n mooie reflecterende broek aan wil. Hij is ervoor geschapen.

donderdag 22 november 2012

Diefstal op de bouw

Ik dacht dat ik nergens meer aan gehecht was. Dat wil zeggen: niet meer aan spullen. Maar zo is het niet. Tenminste niet helemaal. Dinsdag belt de aannemer ons om te melden dat er gestolen is op de bouw. Er zijn haspels meegenomen, hoogstwaarschijnlijk waren de dieven geïnteresseerd in koper. De schrik slaat mij direct om het hart: "Toch niet ons gietijzeren raampje?", vraag ik. Als ze zo geïnteresseerd zijn in koper, dan zal een gietijzeren raam met dat gewicht ook wel aantrekkelijk zijn. Het raampje zat achter in onze schuur en het is de bedoeling dat het wordt ingemetseld in de muur tussen de hal en de keuken. Dat raampje is ons troostraampje. Het is het enige wat we gaan hergebruiken uit het oude huis. Eerst zou ook onze voordeur weer worden gebruikt, maar dat past eigenlijk niet. Dus blijft het bij het raampje. "Nee hoor", sust de aannemer. "Het staat in de hal."

Maar als E. het even later wil halen voor de glazenier, is er geen spoor van een raampje. We vrezen met grote vreze. De schrik slaat me om het hart, ik heb een steen in mijn maag: dat raampje moet er eigenlijk in. Ik kijk op Marktplaats om te zien of het raampje te koop wordt aangeboden. "Je kunt morgen beter even langs de sloper gaan", zegt onze zoon. "Want daar komt het natuurlijk terecht." We geven ons troostraampje natuurlijk niet zomaar op.

De volgende dag hebben we nog even weer contact met de aannemer. Hij weet zeker dat hij het raampje na de diefstal nog heeft gezien. En inderdaad: ons troostraampje was niet gestolen, maar verplaatst. Hij stond veilig in de keet. Gelukkig maar.

maandag 19 november 2012

De cameltoe

"Trek je broek eens op", zegt de een tegen de ander. Ze draagt een tregging die een klein beetje te wijd is -voor zover een tregging te wijd kan zijn dan. Dat is niet de eerste keer dat ze dat die dag te horen krijgt, dus hijst ze demonstratief haar broek op tot hij bijna onder haar oksels zit en draait zich dan om. "Cameltoe", zegt de een. E. en ik kijken haar niet-begrijpend aan. Ze kijkt veelbetekenend naar het kruis van de ander. En dan snappen we het. "Het staat zelfs in Wikipedia!", zegt ze. En daar vind ik de volgende omschrijving: Cameltoe (letterlijk: kamelenteen, Nederlands ook wel: "lipleesbroek") is een term die gebruikt wordt om aan te geven dat kleding zodanig strak om de schaamstreek van een vrouw zit dat de kleding zich tussen de schaamlippen wringt. Een cameltoe ziet er schematisch uit als \|/, wat enigszins lijkt op de vorm van een kamelenteen. De cameltoe is het best zichtbaar wanneer een vrouw slechts één kledingstuk over haar schaamstreek draagt, bijvoorbeeld een bikini, sportbroek, stretchbroek, legging of een erg strakke spijkerbroek en is uiteraard het meest uitgesproken bij een geschoren schaamstreek. Kijk, dat van die lipleesbroek dat wist ik dan weer wel.

Deze foto werd op Wikipedia gebruikt om het fenomeen te illustreren.

zondag 18 november 2012

Shit happens

In de stapel tijdschriften die ik nog niet had gelezen kom ik ook een Quest tegen. Niet mijn favoriet, maar soms staan er wel leuke dingen in. Nu word ik geraakt door een citaat dat eruit springt: Sommigen vinden het geen prettig idee dat iets zonder reden kan gebeuren. Het is een artikel in de categorie Psychologie en het gaat over complottheorieën. De strekking van het verhaal is: mensen denken liever dat ergens een complot achter zit dan dat ze geloven dat dingen zomaar gebeuren. In het citaat wordt dat dan Sommigen vinden het geen prettig idee...

Ik denk dat bijna iedereen dat heeft. Zelf heb ik het ook. Toen ons huis afbrandde, was een veelgestelde vraag: Weten jullie ook al hoe het is ontstaan? Veel mensen dachten: een oud huis, dus hoogstwaarschijnlijk ook oude bedrading. De gedachte die daar direct achteraan komt is dan: onze bedrading is niet oud, dus het kan ons niet gebeuren. De gedachte dat zoiets zomaar kan gebeuren is namelijk doodeng. Als ik dan vertelde dat het geen oude bedrading was, dat het zomaar kan gebeuren en dat het dus iedereen kan gebeuren, dan geeft dat een ongemakkelijk gevoel. Je hebt nou eenmaal liever niet dat zoiets zomaar kan gebeuren. Je hebt liever dat iets met reden gebeurt of dat iets gebeurt als je het er nou eenmaal naar gemaakt hebt.

Als iemand longkanker krijgt, dan is de eerste vraag die opkomt: heeft hij of zij gerookt? Als dat het geval is, dan weet je hoe het komt en dan had je het ook kunnen zien aankomen. Het staat niet voor niks met vette letters op pakjes sigaretten. Eigen schuld, dikke bult! De gedachte die daar direct op volgt: ik heb nooit gerookt, dus mij zal dat niet gebeuren. Maar zo is het niet. Ook mensen die nog nooit een sigaret hebben aangeraakt kunnen longkanker krijgen.

Niet alle ziekten hebben zo'n duidelijke oorzaak. De vraag die dan opkomt is: zat het in de familie? Met dan direct daarna: het zit niet in mijn familie, dus het zal mij wel niet overkomen. Maar zo werkt het niet. Mensen die supergezond leven en geen gram overgewicht hebben kunnen een hartaanval krijgen, mensen die zelf nooit met drank op achter het stuur kruipen kunnen worden aangereden door een dronken automobilist. En zo kan je nog veel meer overkomen in het leven. Shit happens. Dingen gebeuren zomaar. En dat is moeilijk te accepteren en te verteren,  niet voor sommigen maar voor velen. 

zaterdag 17 november 2012

Topsportklimaat op het werk

"Jij gedijt ook goed in een topsportklimaat", zegt de oudste. Ze geeft me een glas Spa rood aan. Mijn vertrokken gezicht -ik verdraaide eerder een spier op mijn rug- is voor haar genoeg om in actie te komen. Ik beaam het. Wie zou nou niet goed gedijen in een topsportklimaat?

Het thema 'topsportklimaat' werd gisteren door de baas op het werk geïntroduceerd. Het was het thema van de dag. De baas gedijt namelijk ook goed in een topsportklimaat. Hij illustreert het met een verhaal. "Toen Pieter van den Hoogenband zijn gouden medailles won op de Olympische Spelen gebeurde er het volgende: Pieter vergat zijn tas. Je bent je tas vergeten, zegt zijn coach. Die moet je nog even gaan halen. Nee, zegt Pieter, die moet jij gaan halen. Want de inspanning die het kost om die tas te halen kan het verschil maken tussen een gouden en een zilveren medaille." De rest is geschiedenis: de coach haalde de tas en Pieter won goud. Zijn boodschap is duidelijk: hij moet uit de wind gehouden worden. "Ik wil best een kop koffie voor je halen", zegt M. bereidwillig. Zij en ik zijn de toehoorders. Maar een kop koffie halen is niet genoeg. Het moet verder gaan, aldus de baas. Hij moet uit de wind gehouden worden, zodat hij tot grote hoogten kan komen. De baas is lekker op dreef, het verhaal zwelt aan. Bij het vertellen van dit soort verhalen is de baas in zijn element. Of de oorsprong van het verhaal nou een op waarheid gebaseerd artikel is of een verhaal uit zijn goedgevulde verhalentrommel. "En dat geldt ook voor jou." richt hij het woord tot mij. "Tot welke hoogten zou jij niet kunnen stijgen als je in een topsportklimaat werkte?"  Dan zou the sky the limit zijn, daar zijn we het over eens.

Wij werken in de zorg en dat is topsport. Ook als je -zoals wij- niet in de directe zorg werkt is het topsport. We werken namelijk met hele kleine formaties in de staf. In een topsportklimaat gaat het om presteren en faciliteren. Voor wat betreft presteren zitten we zeker op topsportniveau, maar het faciliteren blijft achter. In de zorg werken we namelijk niet met topsportbudgetten.

vrijdag 16 november 2012

Lang leve het moederinstinct

Was het er al die tijd al zonder dat ik er erg in had? Lag het ergens in een hoekje te sluimeren om wakker te worden bij de geboorte van de eerste? Of was het er gewoon ineens? Ik heb het over het moederinstinct. Het maakt dat ik nog steeds 's nachts wakker word als een van de kinderen thuis komt. Het maakt dat iedereen die het niet goed voor heeft met onze kinderen van mij het boze oog krijgt. Dan wordt het moederbeest in mij wakker. Het maakt ook dat ik het weet als er iets aan de hand is. "Vertel het maar", zeg ik dan altijd "ik weet dat er iets is." En dat is dan ook eigenlijk altijd zo.

Zo had de jongste deze week last van haar oren. Dat is een zwakke plek van haar en nog nooit was ik daardoor echt gealarmeerd. Dat is nou echt zoiets waarvan ik dan altijd zeg: "Dat gaat vanzelf weer over." Maar op de een of andere manier maakte ik nu direct een afspraak bij de dokter. Met het rechteroor bleek niets aan de hand. Bij het linkeroor valt de dokter even stil. "Ik haal even een smaller tuitje", zegt ze. Dan haalt ze het tuitje eruit, ze denkt even en kijkt nog eens. "Dit heb ik eigenlijk nog nooit eerder gezien", zegt ze. Het is geen oorontsteking, maar ze ziet iets op het trommelvlies van de jongste. "Ik ga de KNO-arts raadplegen". Zo gezegd, zo gedaan. Het lijkt op een hematoom op het trommelvlies. Dat gebeurt normaal gesproken alleen als je een ongeluk of een enorme klap op je oor hebt gehad. Hoe dan ook, het verklaart haar oorpijn en we moeten even bij de KNO-arts langs. De pijn moet maar met paracetamol bestreden worden.

In de auto terug naar huis zijn we allebei een beetje bedremmeld en we zitten even stilletjes naast elkaar. "Nou mam", zegt ze na een tijdje. "Met jouw moederinstinct is helemaal niks mis. Eerst werd je wakker toen ons huis in brand stond en nu zijn we er op tijd bij met mijn oor." Lang leve het moederinstinct.

donderdag 15 november 2012

Binnen 48 uur

Eergisteren ging ik naar een congres in Utrecht. Dat gebeurt niet zo vaak. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: niet vaak genoeg. Op zo'n congres word je toch weer geestelijk gevoed. Dit keer ging het over contentmarketing en webredactie. Ik ging samen met collega's. We gingen met de trein; dat is nou eenmaal het gemakkelijkst als je naar de jaarbeurs in Utrecht gaat. Zo'n congres in het midden van het land betekent wel dat je vroeg moet opstaan. Ik had de wekker om vijf uur gezet, maar ik was om kwart over vier al wakker. Zo werkt dat bij mij. Al heel vroeg zat ik op de fiets naar het station. Heerlijk om al wakker te zijn als iedereen nog slaapt.

De dag ervoor had ik via internet een ticket gekocht. Ook had ik nog snel even de Reisplanner van de NS uit de Appstore gedownload. Voor mij geen vertrekstress deze keer. Want dat is relaxed reizen; alle vertrek-en overstaptijden bij elkaar in je telefoon! De reis verloopt voorspoedig; ik sms collega in welke coupé ik zit en ze vindt me moeiteloos. De trein had geen enkele moeite met bladeren op het spoor en zo arriveren we ruim op tijd in Utrecht. Zo heb ik dat graag.

In de Jaarbeurs mogen we voor de eerste sessie plaatsnemen in de Polar zaal. De zaal is helemaal wit. Het podium staat in het midden en op alle vier de muren worden beelden geprojecteerd. Het had me niet verbaasd als Jomanda het podium had betreden. Daar is het ook wel een ruimte voor. Collega's en ik nemen naast elkaar plaats. We zijn vroeg, dus de zaal is nog leeg. Als de zaal langzaam volstroomt, bekruipt het me ineens. "Ik drijf de gemiddelde leeftijd behoorlijk op", fluister ik tegen collega. Niet dat dat verder iets uitmaakt. Het was een welbestede dag; ik ben met een hoofd vol ideeën teruggekomen.

Vandaag ben ik nog steeds vol ideeën. In mijn notitieboekje heb ik allerlei ideeën opgeschreven die ik wil gaan uitvoeren. En ik heb enige haast.  Een van de sprekers zei namelijk: "Doe er iets mee en doe dat binnen 48 uur". Vandaar. Een deadline kan ik nou eenmaal moeilijk weerstaan.

woensdag 14 november 2012

Pesten voor volwassenen

Een paar weken geleden werden we opgeschrikt door de zelfdoding van Tim Ribberink. Zijn ouders plaatsten een deel van zijn afscheidsbrief in de rouwadvertentie. Het pesten dat al zijn leven lang voortduurde werd hem teveel. De advertentie sloeg in Nederland in als een bom. En dat was ook de bedoeling van zijn ouders. Met de advertentie wilden de ouders van Tim namelijk iets duidelijk maken. Dit gebeurt er dus als je iemand pest! Je maakt iemand het leven onmogelijk. En dat is verschrikkelijk. Dat recht heeft niemand.

In de advertentie stond: ik ben mijn hele leven bespot, getreiterd en buitengesloten. Daar moet ik ineens aan denken als we kijken naar De Wereld Draait door. We lachen ons allemaal een bult om het cabaret over Boer zoekt vrouw. Aad wordt grandioos te kakken gezet. Hele persoonlijke trekjes van Willem en Jeannet worden enorm uitvergroot. Grappig, maar al met al is het toch redelijk genadeloos. En dan denk ik ineens -hoe grappig het ook is: kan dit eigenlijk wel? Is dit niet pesten door volwassenen? Worden deze mensen zo ook niet genadeloos bespot? Of vraag je daarom als je met je kop op televisie komt? Zijn deze mensen niet heel kwetsbaar? Hebben ze vooraf enig idee gehad van wat er over ze heen gaat komen? Of hadden ze er een idee van kunnen hebben? Nou kun je natuurlijk zeggen: het is cabaret. En dat is ook zo, maar het is wel gemakkelijk scoren over de rug van een ander. Deze mensen worden te kijk gezet voor miljoenen kijkers zonder zich te kunnen verweren. Hoe wapen je je daartegen?

Om voor de hand liggende redenen plaats ik het filmpje van het cabaret niet.

maandag 12 november 2012

Ongewenste wekservice

Gistermorgen werden E. en ik wel op een heel bijzondere manier gewekt. "Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan!" Ik kijk op de wekker en zie dat het acht uur is. Ik blijf nog even liggen. Dan klinkt het: "Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan! Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan! Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan! Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan!" Geïrriteerd stap ik uit bed. Op deze manier duurt het natuurlijk niet lang voordat iedereen wakker is. De oudste is thuis en die is met geen mogelijkheid wakker te krijgen. Dus zij is de eerste die verdacht wordt. Om elf minuten over acht dender ik naar de eerste verdieping en gooi de slaapkamerdeur van onze dochters open. En dan klinkt het iets verder weg: "Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan!" Dat is dus duidelijk niet in deze kamer. Terwijl ik daar zo sta, bedenk ik ook dat ik dat had kunnen weten. De oudste heeft haar telefoon natuurlijk niet meer op  zomertijd staan. En als ik er goed bij stilsta, is er eigenlijk maar één van ons die dat kan overkomen, en dat is E. En inderdaad: ik vind de boosdoener bij E. in de jaszak. Hij had de sprekende wekker volkomen onbewust ingeschakeld. Dat ga ik straks ook maar even bewust doen: om vijf uur :(.

zaterdag 10 november 2012

Perbaaierd: collectaaierd!

Deze week heb ik collecte gelopen hier in de buurt. Ik had hoge verwachtingen van de nieuwe contacten die ik op zou doen. Maar helaas, dat viel tegen. Sterker nog: ik ben nog in lichte shock. Ik had me erop ingesteld dat er natuurlijk mensen zijn die niets willen geven. Ik had me ook ingesteld op mensen die weinig geven. Dat moet iedereen zelf weten. Ik had natuurlijk de handleiding voor de collectant gelezen. Daarin stond dat ik te allen tijde vriendelijk moest blijven. En zo is het gelopen. Ik ben hier als een zonnestraal door de buurt gegaan.

Hier wonen ook best leuke mensen. Maar er wonen ook horken. Het is me namelijk verschillende keren overkomen dat ik mensen in de kamer zag zitten, maar dat ze niet open deden! En aan de overkant hadden mensen gewoon hun bel uitgeschakeld. Ook daar is het me meerdere keren gebeurd dat ik wel gezien ben, maar glashard genegeerd werd. "Heb je op de deur gebonsd?", vraagt E. "Nee, natuurlijk niet", zeg ik, "dat stond niet in het handboek van de collectant. Je moet altijd vriendelijk blijven." En daar hoort op de deur bonzen of de deur inslaan natuurlijk niet bij.

woensdag 7 november 2012

De bouwvakker in mij



Vanmorgen gaan E. en ik even langs de bouw, of zoals we hier in huis op z'n goed Veenkoloniaals zeggen: de bôh. Er viel namelijk wel wat te kijken op de bôh. De metselaars begonnen gisteren met grote blokken de binnenmuren te metselen. En dat schiet lekker op. Vanmorgen kwamen ze bovendien de langverwachte bouwstroom aansluiten en er is nu ook voorzien in een wateraansluiting. Het was er dus een drukte van belang. Zo zien wij dat graag. E. en ik maken gauw een aantal foto's en stappen dan weer in de auto. We moeten namelijk verder voor een afspraak met een sanitairleverancier. Voor deze week staan daarvoor twee afspraken op het programma.

"Dat lijkt me hartstikke leuk werk, metselen", zeg ik als we in de auto zitten. "net als stukadoren. Heb jij dat ook niet E.?" Ambachtelijk werk spreekt mij sowieso aan. E. wordt minder warm van metselen. "Nee metselen niet, meubels maken misschien", zegt hij. En inderdaad, dat is ook leuk en hij kan het bovendien. Dat heeft hij in het verleden al laten zien. Vind ik ook leuk, maar ik heb echt een zwak voor specie. Een afwijking? "Het zal de bouwvakker in mij zijn", zeg ik tegen E. 

maandag 5 november 2012

One day baby

Ik ben in de ban van Asif Avidan.  
One day baby, we'll be old, 
oh baby we'll be old 
and think of all the stories that we could have told. 
Geweldig gewoon.
Die dag is er zomaar: je bent oud voor je er erg in hebt.
En je moet natuurlijk nooit wachten met het vertellen van verhalen. Direct doen en als het goede verhalen zijn: blijven herhalen.

Als ik ergens van in de ban ben, dan draai ik het keer op keer op keer op keer. Dus ook nu. De jongste kent het nummer. Volgens haar valt zij precies in de doelgroep. En dat betekent dus automatisch dat ik niet in de doelgroep val. Maar dat maakt me niets uit. Ik vind het een geweldig nummer. Het is meeslepend en verslavend.

Het oorspronkelijke nummer van Wankelmut duurt bijna 8 minuten. Maar deze remix is ook verslavend.


zondag 4 november 2012

Zo mooi kan het zijn

Kijk, zo mooi kan Boer zoekt vrouw nou zijn. Twee verstandige boeren maken een goede keus. Henk kiest voor Fiona. Dat getuigt van zelfinzicht: hij herkent de partner die hem het best tot zijn recht laat komen. En ook Martin kiest goed; dat zie je van alle kanten. Eerst dacht ik dat Swaen ook nog een goede keuze voor hem zou kunnen zijn, maar nu ik hem zie met Wilma, zie ik dat het niet anders kon. Ik zag het een beetje aankomen. En dat terwijl ik aanvankelijk had verwacht dat Wilma bij het eerste keuzemoment degene zou zijn die zou gaan vertrekken. Zo zie je maar weer.

Ik kijk nu al uit naar de volgende aflevering. Dan gaan de boeren op stap en uitgaand van de veelbelovende beelden die we nu al hebben gezien van het uitstapje van Bert en Hendrieke, wordt dat een topaflevering.

zaterdag 3 november 2012

Lekker WhatsAppen

Ideaal, al die nieuwe mogelijkheden om contact met elkaar te hebben. Sinds kort zit ik ook op WhatsApp, nog een extra contactmogelijkheid. En dat is heerlijk, ik kan bijvoorbeeld snel even iets aan de oudste vragen. Of gewoon een beetje flauwekullen. Zoals laatst bijvoorbeeld. Ik had een korte vraag over het herstellen van mijn instellingen. Zij antwoordt en klaar ben ik weer. Dan stuurt zij mij een smiley. Die heb ik dan weer niet. "Gisteren had ik 'm nog", whatsApp ik tegen de oudste, "maar nu is hij weg." Volgens haar kan dat niet. Dus geduldig vertelt ze waar ik mijn smileys kan vinden. "Rechtsboven". "Nee, daar staat je foto", zeg ik. "Da is bij mij nie". Da is nie is Nijmeegs. Dat heeft de oudste in Enschede opgedaan waar ze veel met een Nijmeegse optrekt met wie ze in hetzelfde huis woont. En dat Nijmeegs bekt lekker, dus heb ik het ook overgenomen. Regelmatig zeg ik "Da is" of "Da is nie". Maar die avond ben ik echt geïnspireerd. Ik ben eraan toe om mijn grenzen te verleggen. Ik ben niet van plan om het bij Da is nie te houden.

Ik: Ik wee nie wa da weg is. Da is nie ok.
Zij: Waar wat weg is? Smileyicoon?
Ik: Ja dat smilegie nie.
Zij: Je draaft door.
Ik: Oh sorry dat smilegie nie wa?
Zij: Neen
Ik: Ik is de ma ja! Da is.
Zij: Dit slaat nergens op.
Ik: Was is nie en wa wel? Wa is de he-y da?
Zij: Begrijp er geen f*** van.
Ik: Wa de ge me negere?
Zij:?
Ik: Vin ge t nie leuk nie?

en dan blijft het stil.

Ik: Zidde ge de ma te negeer nie?

Dit soort grensverleggende conversaties maakt WhatsApp mogelijk. Dat is toch heerlijk?

vrijdag 2 november 2012

Van de ongezouten meningen

De keuken is besteld! Ik heb er een goed gevoel over. We kozen niet voor de leverancier die ons gouden enveloppen stuurt, maar voor de no nonsens leverancier die een eerlijke prijs rekent. Een prijs waar ook niet veel meer op af valt te dingen. Eerlijk duurt nou eenmaal het langst.

Nu op naar de volgende keuzeronde: de badkamer. Om net als bij de keuken goed beslagen ten ijs te komen, haal ik vanavond een aantal badkamerboeken uit de bibliotheek. Die blader ik door terwijl de rest van de familie naar The Voice of Holland kijkt. Al bladerend zie ik onmiddellijk: dit niet, dit niet, dat wel, dit niet. Het gaat lekker. Ik kijk af en toe met een half oog mee naar de tv. Dat ik maar met een half oog kijk, weerhoudt me er absoluut niet van om mijn mening te ventileren. Die komt nou eenmaal snel en gemakkelijk. Kiezen is voor mij meestal geen probleem. "Ik zou die met dat zwarte bloesje nemen", zeg ik, of  "Hoe het ook loopt, ik kies voor Sam. Die heeft gewoon een mooiere stem", "Als Trijntje lef heeft, dan kiest ze voor Loes", vlak daarop gevolgd door "Nick is veel leuker dan Simon". Dat laatste leidt tot enige hilariteit in de woonkamer. Blijkbaar komt dat voor de rest nogal uit de lucht vallen. Voor mij helemaal niet: Nick is nou eenmaal overduidelijk veel sympathieker. Simon vindt zichzelf te leuk. "Fijn dat je je mening zo met ons deelt.", zegt E. En inderdaad, dat is heerlijk. Ik ben van de ongezouten meningen. 

donderdag 1 november 2012

Ook een mooi afscheid is een afscheid

Vandaag namen we afscheid van oude baas. De afscheidsdienst vond plaats in een volle schouwburgzaal, de plek waar hij zich zo thuis voelde. Voor hij deze allerlaatste thuiswedstrijd kon spelen, ging er heel wat water door de zee. Hij overleed tijdens een vakantie ver weg van hier. Na zijn dood maakte hij nog een rondreis over verschillende continenten met alle poespas die daarbij hoort. Het is een bijzonder einde voor een bijzonder mens. Dat hij dat was, dat wist ik al wel. Maar het is altijd mooi als je in de verschillende afscheidsspeeches de persoon herkent die je denkt te hebben gekend, ook als het gaat over facetten van het leven waarin je hem niet hebt gekend.

Ik zou kunnen zeggen dat ik een traantje heb weggepinkt. Maar dat is wel een heel elegante manier om mijn tranenvloed te beschrijven. Dat zou ik vervelend kunnen vinden, maar daar wordt het ook niet anders van. En bovendien: bij zo'n voortijdig einde mag je rustig even janken. Sterker nog: de oude baas zou dat alleen maar hebben toegejuicht. Als hij een gelegenheid zou zien om er in het door hem verwachte hiernamaals over op te scheppen, dan zou hij dat zeker niet nalaten: "Bij mijn afscheid zaten er verscheidene huilende vrouwen in de zaal." Sterker nog: hij zou het onverteerbaar hebben gevonden als niemand een traan had gelaten. Gelukkig is dat niet gebeurd. Daar heb ik dan toch maar weer aan meegewerkt.

Het was een heel mooi afscheid, dat zei ik ook tegen zijn vrouw. Maar verdorie: het was wel een afscheid.