De kerstvakantie is een tijd dat we bovenop elkaar kruipen. Het is een tijd met veel familiebijeenkomsten, maar ook hier in huis zijn we weer even compleet. De oudste is over uit Enschede. Dit weekend is ze nog even terug, maar morgen is ze er weer.
Er zijn natuurlijk meer momenten dat je bovenop elkaar kruipt, maar kenmerkend aan de kerstvakantie is dat je ook veel in huis bent. En dan valt je ook van alles aan elkaar op. En alles wat opvalt wordt hier gemakkelijk en ongefilterd gedeeld. Gisteren was E. aan de beurt. Hij kreeg een trui van onze zoon. Dat valt op, want de trui is donkergrijs en E's complete garderobe is zwart. De trui past hem perfect en staat hem goed, daarover zijn onze dochters en ik het eens. Hij kan het best hebben zo'n strakkere grijze trui. "Ik heb het toch liever iets ruimer", zegt E. Dat is een understatement, want E. heeft het namelijk het liefst veel te groot. Hij heeft het liefst volstrekt geen wrijving van zijn kleding. In joggingpakken zul je hem niet aantreffen, maar zijn broeken en truien zijn hem zoveel te groot, dat dat hetzelfde effect heeft. Het valt de oudste ook op. "Die broek is je ook veel te groot", zegt ze. E. vindt het flauwekul, maar hij hijst 'm toch even een flink eind omhoog. "Oh mijn god, dat kan helemaal niet", zegt de oudste. "Nu heb je een zwik-cameltoe".
zondag 29 december 2013
woensdag 25 december 2013
Gewoon leuk
Het is de eerste dag van de kerstvakantie en E. en ik zijn samen op pad. Het zal het laatste ritje in onze auto worden. Zo'n twee uur later zullen we tussen de vangrails staan te wachten op de ANWB. Maar dat weten we dan nog niet. We zitten ons te verkneukelen in de auto: buiten regent het met bakken, maar het is in onze auto lekker warm. We praten over van alles en nog wat.
Zo komen we ook op het tegenwoordig veel gebruikte woord 'passie'. Het is geen nieuw woord, zoals selfie, maar het is wel echt een woord van deze tijd. Mensen hebben een passie voor gezonde voeding, voor kleding, voor hardlopen, fitness, hun werk of kunst. "Je kunt iets toch ook gewoon leuk vinden", zegt E. En daarmee legt hij de vinger precies op de zere plek. Het te pas en te onpas gebruiken van het woord passie heeft te maken met het overspannen tijdperk waarin we leven. Je moet groots en meeslepend leven. Alles moet geweldig zijn. Je relatie is stimulerend en fantastisch. Je werk moet, als het al niet je passie is, toch een aaneenschakeling van uitdagingen zijn. En wat je verder nog aan tijd overhoudt dat vul je op met activiteiten waar je ook een passie voor hebt.
Ik ben een kind van de jaren zestig en ik groeide op in een klein dorp. Het woord passie bestond al wel, maar het was geen woord dat in ons actieve vocabulaire was opgenomen. Mensen gingen aan het werk omdat er brood op de plank moest komen. Dat betekent niet dat ze hun werk niet met plezier deden. Mijn vader was kolenboer en dat deed hij ontzettend graag. Tegenwoordig zou je zeggen dat hij dat met passie deed, maar zelf zou hij die woorden nooit gekozen hebben. In ons dorp verbouwden mensen in hun vrije tijd hun eigen groente. Niet omdat ze een passie voor de moestuin hadden, maar omdat het voedsel opleverde. Het hoorde erbij en de meesten deden het vast niet met tegenzin. Maar niemand haalde het in zijn hoofd om het als een passie te bestempelen. Het was ons vreemd, net als de huidige passie voor lichaamsbeweging. Hardlopen? Daar deden we niet aan in ons dorp. Ja, we kenden wel iemand uit een dorp even verderop. Hij had benen tot onder zijn oksels. Het was geen mooie man en van al dat hardlopen werd hij zeker niet mooier. Destijds werd het eerder als een afwijking dan als een passie beschouwd. Iedereen kreeg immers genoeg lichaamsbeweging. Was het niet door het eigen werk, dan toch wel door het werken in de tuin, het fietsen naar het werk of het onderhoud van het huis. En de tijd die je dan nog overhield werd besteed aan verenigingswerk. Vrouwen gingen bijvoorbeeld naar zang. Mannen gingen biljarten. En dat was allemaal gewoon leuk. We zouden het overdreven hebben gevonden om dat als passie te bestempelen.
Je moet al een tijdje meegaan om dit soort zaken die bij de tijdgeest horen te kunnen beschouwen. Daarvoor moet je het verschil kennen tussen deze tijden en andere tijden. Ik beschouw het -hoe jong ik ook nog ben- als een van de goede dingen van het ouder worden. Gewoon leuk.
Zo komen we ook op het tegenwoordig veel gebruikte woord 'passie'. Het is geen nieuw woord, zoals selfie, maar het is wel echt een woord van deze tijd. Mensen hebben een passie voor gezonde voeding, voor kleding, voor hardlopen, fitness, hun werk of kunst. "Je kunt iets toch ook gewoon leuk vinden", zegt E. En daarmee legt hij de vinger precies op de zere plek. Het te pas en te onpas gebruiken van het woord passie heeft te maken met het overspannen tijdperk waarin we leven. Je moet groots en meeslepend leven. Alles moet geweldig zijn. Je relatie is stimulerend en fantastisch. Je werk moet, als het al niet je passie is, toch een aaneenschakeling van uitdagingen zijn. En wat je verder nog aan tijd overhoudt dat vul je op met activiteiten waar je ook een passie voor hebt.
Ik ben een kind van de jaren zestig en ik groeide op in een klein dorp. Het woord passie bestond al wel, maar het was geen woord dat in ons actieve vocabulaire was opgenomen. Mensen gingen aan het werk omdat er brood op de plank moest komen. Dat betekent niet dat ze hun werk niet met plezier deden. Mijn vader was kolenboer en dat deed hij ontzettend graag. Tegenwoordig zou je zeggen dat hij dat met passie deed, maar zelf zou hij die woorden nooit gekozen hebben. In ons dorp verbouwden mensen in hun vrije tijd hun eigen groente. Niet omdat ze een passie voor de moestuin hadden, maar omdat het voedsel opleverde. Het hoorde erbij en de meesten deden het vast niet met tegenzin. Maar niemand haalde het in zijn hoofd om het als een passie te bestempelen. Het was ons vreemd, net als de huidige passie voor lichaamsbeweging. Hardlopen? Daar deden we niet aan in ons dorp. Ja, we kenden wel iemand uit een dorp even verderop. Hij had benen tot onder zijn oksels. Het was geen mooie man en van al dat hardlopen werd hij zeker niet mooier. Destijds werd het eerder als een afwijking dan als een passie beschouwd. Iedereen kreeg immers genoeg lichaamsbeweging. Was het niet door het eigen werk, dan toch wel door het werken in de tuin, het fietsen naar het werk of het onderhoud van het huis. En de tijd die je dan nog overhield werd besteed aan verenigingswerk. Vrouwen gingen bijvoorbeeld naar zang. Mannen gingen biljarten. En dat was allemaal gewoon leuk. We zouden het overdreven hebben gevonden om dat als passie te bestempelen.
Je moet al een tijdje meegaan om dit soort zaken die bij de tijdgeest horen te kunnen beschouwen. Daarvoor moet je het verschil kennen tussen deze tijden en andere tijden. Ik beschouw het -hoe jong ik ook nog ben- als een van de goede dingen van het ouder worden. Gewoon leuk.
dinsdag 24 december 2013
Een gelukkig mens
Ik heb twee heel attente dochters. Dat hebben ze niet van mij. Niet dat ik nooit eens attent ben, maar ik moet er erg mijn best voor doen. Ik moet erover nadenken. Het is geen natuurlijke staat voor mij.
Vorige week was de oudste jarig. Zij is van nature bijzonder attent. Neem nou dit: voor haar verjaardag kreeg ik van haar een kaart met daarop Mum you are the best. In de kaart zat een cd met allerlei nummers die met de voor- en aanloopgeschiedenis van haar wording hebben te maken. Het eerste nummer is bijvoorbeeld eentje van de onvolprezen Hot Chocolat: It started with a kiss en zo staan er nog een aantal nummers op. Ik krijg de kaart omdat ze blij is met haar leven. Dat is natuurlijk voor een moeder het hoogst haalbare: dat is waar je als je kinderen krijgt van droomt.
De jongste is van jongs af aan ook heel attent. Als ze vroeger iets te snoepen kreeg, wilde ze dat het liefst met andere kinderen delen. Haar zakgeld geeft ze graag uit aan cadeautjes voor een ander en voor mij in het bijzonder. Daar moet ik haar altijd een beetje in afremmen. Vandaag tikte ze voor zichzelf een showmodel kunstkerstboom op de kop. Ik had een tafelmodel in gedachten, maar goed: dat werd het dus niet. Het is een complete kerstboom voor de helft van de helft van de helft van de prijs. Dat dan weer wel. Een piek vindt ze niet voor de helft van de helft van de helft. Dus daar gaat ze toch nog even achteraan. Als ze terugkomt heeft ze een piek, maar ook voor mij twee mooi ingepakte pakjes. Het zijn kerstballen met daarop lieve teksten: Je bent een engel in alles wat je doet en Liefste moeder met jou is kerstmis pas echt warm en gezellig. Lief.
Onze zoon is niet zo van de cadeautjes en kaartjes. Dat vindt hij maar kapitaalvernietiging. Maar vanmiddag komt hij thuis met een zak met tien kilo bovenmaatse aardappels. Hij heeft er zelf aan meegewerkt dat ze uit de grond kwamen. Ook een fantastisch cadeau.
Ik ben een gelukkig mens.
Vorige week was de oudste jarig. Zij is van nature bijzonder attent. Neem nou dit: voor haar verjaardag kreeg ik van haar een kaart met daarop Mum you are the best. In de kaart zat een cd met allerlei nummers die met de voor- en aanloopgeschiedenis van haar wording hebben te maken. Het eerste nummer is bijvoorbeeld eentje van de onvolprezen Hot Chocolat: It started with a kiss en zo staan er nog een aantal nummers op. Ik krijg de kaart omdat ze blij is met haar leven. Dat is natuurlijk voor een moeder het hoogst haalbare: dat is waar je als je kinderen krijgt van droomt.
Ooohhhh |
10 kilo bovenmaatse! |
Ik ben een gelukkig mens.
zaterdag 21 december 2013
Wat is dan pech hebben?
Vandaag was de eerste officiële dag van de kerstvakantie. Nu de bouw zo goed als afgerond is, staat het interieur bovenaan onze prioriteitenlijst. Vanmorgen stonden we dan ook vroeg op, want voor vandaag stond er een meubeljacht op het programma. Stond, want het is een beetje anders gelopen. In het zicht van de haven strandden we namelijk. Wat aanvankelijk een kleine hapering van het gas leek, bleek een wellicht niet te repareren defect aan onze auto. Hoe dan ook, het ging niet verder. De man van de ANWB zag er geen gat in. Dus de auto op de sleepwagen en voor ons een enkele reis naar station Schiphol. Van daar ging het met de intercity naar Groningen. Onze auto volgt later, zodat onze eigen garage het definitieve oordeel kan vellen.
"Wat een geluk dat we zo de vluchtstrook op konden rijden toen het gas uitviel. Het had wel heel anders kunnen aflopen", zeg ik tegen E. als we ons hebben geïnstalleerd in de trein. Toen het gas uitviel reden we namelijk op een driebaansweg. Zoiets zal je maar overkomen als je middenin het verkeer zit. Levensgevaarlijk. Pech hebben langs de snelweg is sowieso levensgevaarlijk, begrepen we al snel. "Uit de auto en achter de vangrail. De wielen naar rechts draaien", instrueert de man van de ANWB me aan de telefoon. "Als dat geluk hebben is, wanneer heb je dan pech?", zegt E. die duidelijk anders tegen de zaak aankijkt.We zijn 200 kilometer van huis gestrand, zo'n 20 kilometer voor onze bestemming, we zijn verkleumd en onze auto is kapot. "Gelukkig was het niet zo koud", zeg ik. "Wat een mazzel", zegt E. "en het regende niet eens echt heel hard." Het is niet anders: voor mij is het glas nou eenmaal altijd half vol.
"Wat een geluk dat we zo de vluchtstrook op konden rijden toen het gas uitviel. Het had wel heel anders kunnen aflopen", zeg ik tegen E. als we ons hebben geïnstalleerd in de trein. Toen het gas uitviel reden we namelijk op een driebaansweg. Zoiets zal je maar overkomen als je middenin het verkeer zit. Levensgevaarlijk. Pech hebben langs de snelweg is sowieso levensgevaarlijk, begrepen we al snel. "Uit de auto en achter de vangrail. De wielen naar rechts draaien", instrueert de man van de ANWB me aan de telefoon. "Als dat geluk hebben is, wanneer heb je dan pech?", zegt E. die duidelijk anders tegen de zaak aankijkt.We zijn 200 kilometer van huis gestrand, zo'n 20 kilometer voor onze bestemming, we zijn verkleumd en onze auto is kapot. "Gelukkig was het niet zo koud", zeg ik. "Wat een mazzel", zegt E. "en het regende niet eens echt heel hard." Het is niet anders: voor mij is het glas nou eenmaal altijd half vol.
maandag 16 december 2013
Als je van avontuur houdt
Toch nog gelukt: station Utrecht |
Toen ik vanmorgen op het station aankwam, bleek de trein naar Groningen als gevolg van een stroomstoring niet te rijden. Tja, en dan? Gelukkig kon E. me even naar het station in Groningen brengen. Daar kon ik alsnog in de trein stappen. De overstap in Zwolle liep gesmeerd. Zitten op een echte stoel deze keer! Wat een ongekende luxe! Het had er alle schijn van dat dit verder een vlekkeloze reis zou worden. Maar niets was minder waar. In Amersfoort ging de trein namelijk niet verder. Een kapotte trein blokkeerde het spoor waarop wij naar Utrecht zouden treinen. De trein waar ik in zat - en ik uiteraard niet alleen, ging dus niet verder. Dus iedereen de trein uit. Gelukkig ging er via een ander spoor nog wel een trein naar Utrecht. Iedereen die kon rennen rennend naar spoor 5 om daar een plekje te bemachtigen in de trein. Het was een complete survival of the fittest. Ik wil niet veel zeggen, maar ik zat er dus in. Dat wil zeggen: ik stond erin, nog net niet vacuüm gezogen. De trein was werkelijk bomvol. Zo vol, dat de conducteur niet wilde gaan rijden met zoveel mensen aan boord.
In het portaal waar ik stond was het best gezellig. Gelukkig geen onwelriekende types. Dat had ik er echt niet bij kunnen hebben. Ik stond rug aan rug met een lange man. Ik voelde zijn achterwerk ongeveer tegen mijn middel aan drukken. Stevige billen voor een man van zijn leeftijd. Hij stond voor buik aan buik met een bebrilde man. Nadat de conducteur een aantal malen had opgeroepen om de trein te verlaten, vraagt hij aan de lange man: "Gaan we nou nog vertrekken of niet?" "Dat weet je nooit", zegt de lange man. "Wat een avontuur hè, zo'n treinreis", zeg ik. Zij zien de lol er ook wel van in. De lange man heeft zijn krant smal gevouwen en leest een stukje. Dan roept de conducteur weer om dat de trein te vol is. "Wat nou vol?", zegt de lange man. "Ik kan nog een krantje lezen. In Japan telt dat niet als vol." Dat moet de conducteur uiteindelijk ook gedacht hebben, want na een aantal vergeefse pogingen om mensen de trein uit te krijgen, vertrokken we dan toch maar. Krakend en kreunend ging het verder. Later dan gepland, maar nog altijd ruim op tijd arriveerde ik in Utrecht.
zaterdag 14 december 2013
De jacht naar het gitje
Deze week was ik mijn gitje kwijt. Mijn gitje is mijn favoriete ketting, dus er was sprake van lichte paniek. Dit soort dingen gebeurt ook alleen met dingen waar ik eigenlijk heel voorzichtig mee ben. De spullen waar ik niet zo voorzichtig mee ben, die slingeren namelijk gewoon rond. En die zie je dus zo liggen. Zo verging het het gitje ook. Meestal doe ik het niet af en dan is er dus geen probleem. Maar nu irriteerde het rond mijn nek. Dus legde ik het op de leuning van de bank. Daar lag het woensdagmorgen nog. En toen dacht ik: "Oh jee, dat gitje kan daar niet blijven liggen. Stel je voor dat het kwijtraakt." En dan begint het: dan ga ik lopen met zo'n kettinkje. En vervolgens raak ik het dus kwijt.
"Heeft iemand mijn gitje gezien?", vraag ik. Niemand heeft het gezien, maar iedereen is behulpzaam. "Wanneer heb je het voor het laatst gehad?", vraagt de jongste. "Het lag op de rand van de bank, maar daar heb ik het weggepakt. Toen heb ik het in de zak van mijn vest gedaan.", zeg ik. We kijken op de voor de hand liggende plekken: het laatje, het juwelenbakje en de juwelenkapstok. Vervolgens kijkt de jongste op veel minder voor de hand liggende plekken: "Ik heb ook in de bijkeuken gekeken. ", zegt ze. "Maar daar lag 'ie ook niet." "Misschien heb ik 'm wel in de wasmand gelegd om 'm mee naar boven te nemen", zeg ik. Dus kijk ik alle wasmanden na. Geen gitje. En dan begin ik me pas echt zorgen te maken. "Ik zal 'm toch niet in een plastic zakje hebben gedaan ? En dat ik die toen heb weggegooid. , vraag ik de jongste. "Maar dat zou ik toch niet doen he?" "Nou dat heb je vroeger anders wel bijna een keer gedaan met je juwelentasje.", zegt ze. Ze heeft gelijk. Ooit verstopte ik mijn juwelentasje voor de vakantie in een aangebroken zak luiers. Na de vakantie was ik dusdanig ontspannen dat ik dat allang was vergeten. Bij een vlaag van opruimwoede had ik de zak -inclusief juwelen- bijna weggegooid. In gedachten ligt het gitje nu al in een plastic zak bij het huisvuil. Dat is gelukkig nog niet opgehaald. Er zal niets anders opzitten dan dat om te spitten. Hier gaat niets met het vuilnis mee tot het gitje is gevonden. Morgen dan maar.
Voor ik 's avonds naar bed ga, schiet ik even in mijn badjas. En als ik mijn handen in de zakken steek, dan voel ik 'm mijn gitje. En dan weet ik het weer: ik had het inderdaad in mijn zak gestopt. Maar ik had niet mijn vest, maar mijn badjas aan!
"Heeft iemand mijn gitje gezien?", vraag ik. Niemand heeft het gezien, maar iedereen is behulpzaam. "Wanneer heb je het voor het laatst gehad?", vraagt de jongste. "Het lag op de rand van de bank, maar daar heb ik het weggepakt. Toen heb ik het in de zak van mijn vest gedaan.", zeg ik. We kijken op de voor de hand liggende plekken: het laatje, het juwelenbakje en de juwelenkapstok. Vervolgens kijkt de jongste op veel minder voor de hand liggende plekken: "Ik heb ook in de bijkeuken gekeken. ", zegt ze. "Maar daar lag 'ie ook niet." "Misschien heb ik 'm wel in de wasmand gelegd om 'm mee naar boven te nemen", zeg ik. Dus kijk ik alle wasmanden na. Geen gitje. En dan begin ik me pas echt zorgen te maken. "Ik zal 'm toch niet in een plastic zakje hebben gedaan ? En dat ik die toen heb weggegooid. , vraag ik de jongste. "Maar dat zou ik toch niet doen he?" "Nou dat heb je vroeger anders wel bijna een keer gedaan met je juwelentasje.", zegt ze. Ze heeft gelijk. Ooit verstopte ik mijn juwelentasje voor de vakantie in een aangebroken zak luiers. Na de vakantie was ik dusdanig ontspannen dat ik dat allang was vergeten. Bij een vlaag van opruimwoede had ik de zak -inclusief juwelen- bijna weggegooid. In gedachten ligt het gitje nu al in een plastic zak bij het huisvuil. Dat is gelukkig nog niet opgehaald. Er zal niets anders opzitten dan dat om te spitten. Hier gaat niets met het vuilnis mee tot het gitje is gevonden. Morgen dan maar.
Voor ik 's avonds naar bed ga, schiet ik even in mijn badjas. En als ik mijn handen in de zakken steek, dan voel ik 'm mijn gitje. En dan weet ik het weer: ik had het inderdaad in mijn zak gestopt. Maar ik had niet mijn vest, maar mijn badjas aan!
donderdag 12 december 2013
ECHT GE-WEL-DIG!
Formidable vindt ze ook leuk, maar ECHT GEWELDIG vindt ze: Papaoutai, ook al valt het filmpje minder in de smaak. "Een beetje vreemd, maar het gaat het meest om het liedje", aldus de jongste.
"En als je die twee dan toch op je blog zet, dan hoort deze er eigenlijk ook bij", aldus de jongste. Het heet Alors on danse.
Ze heeft gelijk: het is ECHT GEWELDIG. Ik ben verkocht.
Ik denk dat ik vaker stukjes met veel hoofdletters ga schrijven, want dat vind ik ECHT GEWELDIG.
Labels:
Alors on danse,
Formidable,
Papaoutai,
Stromae
woensdag 11 december 2013
Publieke sessie persoonlijke verzorging
Het is een bekend fenomeen: mensen die in de auto zitten denken dat niemand ze ziet. Daarom graven ze bijvoorbeeld vaak ongegeneerd in hun neus. In de trein weet je dat iedereen naar je kijkt. Maar tot mijn verbazing gedraagt niet iedereen zich daarnaar. Zo zat ik maandag in alle vroegte te kijken naar een vrouw die het cellofaantje van haar bakje yoghurt met lange trage halen zat af te likken. Voor alle duidelijkheid: dat was op geen enkele manier lustopwekkend. Ik durf wel te stellen: ook niet voor de aanwezige mannen in de coupé. Vervolgens lepelt ze de inhoud van het bakje naar binnen.
Als die klus geklaard is, haalt ze een pincet uit haar tas. Ik bekijk haar verrichtingen verbaasd. Zelf kom ik namelijk uit een familie waar je dolblij bent met iedere haar in je wenkbrauw. Mijn oma moest het zonder doen en mijn moeder kan ze tellen. Ik heb er dan weer net iets meer, maar niet zoveel dat ik het in mijn hoofd zou halen om een pincet ter hand te nemen. Zij is duidelijk al vaker in de weer geweest met een pincet. Veel wenkbrauw staat er niet meer. Van een welving is niets meer over. Er resten slechts twee dunne strepen die een constante verbazing uitdrukken. En dan nog meer plukwerk? Gelukkig blijft het bij een bescheiden pluksessie, dus er blijft nog iets van de verbaasde beharing over. Ze zit blijkbaar in het onderwijs, want ze pakt vervolgens een stapel proefwerken die ze corrigeert. Zo komt er een eind aan deze publieke sessie persoonlijke verzorging.
Als die klus geklaard is, haalt ze een pincet uit haar tas. Ik bekijk haar verrichtingen verbaasd. Zelf kom ik namelijk uit een familie waar je dolblij bent met iedere haar in je wenkbrauw. Mijn oma moest het zonder doen en mijn moeder kan ze tellen. Ik heb er dan weer net iets meer, maar niet zoveel dat ik het in mijn hoofd zou halen om een pincet ter hand te nemen. Zij is duidelijk al vaker in de weer geweest met een pincet. Veel wenkbrauw staat er niet meer. Van een welving is niets meer over. Er resten slechts twee dunne strepen die een constante verbazing uitdrukken. En dan nog meer plukwerk? Gelukkig blijft het bij een bescheiden pluksessie, dus er blijft nog iets van de verbaasde beharing over. Ze zit blijkbaar in het onderwijs, want ze pakt vervolgens een stapel proefwerken die ze corrigeert. Zo komt er een eind aan deze publieke sessie persoonlijke verzorging.
Labels:
bodytalk,
epileren,
persoonlijke verzorging,
trein
dinsdag 10 december 2013
Slim van Otto
Ik meldde het hier al eerder: ik ben helemaal 'into' internetshoppen. En zo ontdek je van alles: al die postorderbedrijven die ik vooral met kleding associeerde, verkopen namelijk nog veel meer! Onlangs kocht ik voor de jongste een kapstok bij de Otto.
Doorgaans is zo'n bestelling rap binnen, maar deze keer liet het even op zich wachten. Eerlijk gezegd had ik dat niet eens zozeer in de gaten. Tot ik een mailtje van Otto kreeg met de volgende tekst:
U heeft onlangs een bestelling gedaan waarvan de levertijd langer was dan dat u normaal van ons mag verwachten. Wij kunnen ons voorstellen dat u hierdoor niet geheel tevreden bent over onze service. Onze excuses hiervoor.
Om u tegemoet te komen willen wij u graag € 10,- korting aanbieden die u kunt gebruiken bij een volgende bestelling.
Met daarbij natuurlijk een kortingscode. Ik was blij verrast. Het is bovendien bijzonder slim van de Otto. Als ze het gewoon binnen de beloofde levertijd hadden geleverd had ik het heel gewoon gevonden. Dan was ik tevreden geweest. Maar nu ben ik bijzonder tevreden: de levertijd was nou ook weer niet zo uit de hand gelopen dat ik buitengewoon ontevreden was. Er zijn hier wel dingen waar we al langer op wachten. Dus daar scoorde de Otto mee. Nog slimmer: als je profijt wilt hebben van dit prachtige aanbod, dan zul je nog eens iets moeten bestellen bij de Otto.
Of het nou toeval is of niet: gisteren ontving ik een enquête van de Otto. Otto is namelijk nieuwsgierig hoe goede klanten zoals ik de dienstverlening beleven. Beloning: een Otto tegoedbon van €15,- in te ruilen tot 12 januari aanstaande. Ik ben vanmorgen extreem vroeg wakker, dus ik ga er nog even voor zitten. En dan kom ik tot de volgende conclusie: ik vind Otto goed tot zeer goed. Over de service van Otto ben ik natuurlijk erg tevreden. En dan komt de hamvraag: ben ik zo tevreden dat ik Otto aan mijn vrienden aan zou bevelen? Tuurlijk! Bij deze van harte aanbevolen. Ik denk dat ik nu eerst weer even ga internetshoppen: bij de Otto natuurlijk ;)
Doorgaans is zo'n bestelling rap binnen, maar deze keer liet het even op zich wachten. Eerlijk gezegd had ik dat niet eens zozeer in de gaten. Tot ik een mailtje van Otto kreeg met de volgende tekst:
U heeft onlangs een bestelling gedaan waarvan de levertijd langer was dan dat u normaal van ons mag verwachten. Wij kunnen ons voorstellen dat u hierdoor niet geheel tevreden bent over onze service. Onze excuses hiervoor.
Om u tegemoet te komen willen wij u graag € 10,- korting aanbieden die u kunt gebruiken bij een volgende bestelling.
Met daarbij natuurlijk een kortingscode. Ik was blij verrast. Het is bovendien bijzonder slim van de Otto. Als ze het gewoon binnen de beloofde levertijd hadden geleverd had ik het heel gewoon gevonden. Dan was ik tevreden geweest. Maar nu ben ik bijzonder tevreden: de levertijd was nou ook weer niet zo uit de hand gelopen dat ik buitengewoon ontevreden was. Er zijn hier wel dingen waar we al langer op wachten. Dus daar scoorde de Otto mee. Nog slimmer: als je profijt wilt hebben van dit prachtige aanbod, dan zul je nog eens iets moeten bestellen bij de Otto.
Of het nou toeval is of niet: gisteren ontving ik een enquête van de Otto. Otto is namelijk nieuwsgierig hoe goede klanten zoals ik de dienstverlening beleven. Beloning: een Otto tegoedbon van €15,- in te ruilen tot 12 januari aanstaande. Ik ben vanmorgen extreem vroeg wakker, dus ik ga er nog even voor zitten. En dan kom ik tot de volgende conclusie: ik vind Otto goed tot zeer goed. Over de service van Otto ben ik natuurlijk erg tevreden. En dan komt de hamvraag: ben ik zo tevreden dat ik Otto aan mijn vrienden aan zou bevelen? Tuurlijk! Bij deze van harte aanbevolen. Ik denk dat ik nu eerst weer even ga internetshoppen: bij de Otto natuurlijk ;)
zondag 8 december 2013
Zonder haar
Sinds ik mijn rijbewijs heb, ga ik het liefst met de auto. Het gebruiksgemak van de auto is toch onovertroffen. Ik fiets ook graag, maar dan moet je de tijd hebben en je moet niet al te representatief voor de dag moeten komen. De trein kies ik alleen voor langere afstanden in combinatie met verwachte parkeer- of fileproblemen. Zoals naar het centrum van Utrecht bijvoorbeeld. Ik doe het nu al een aantal maandagen en ik was vergeten dat treinreizen zo leuk is. Meestal tenminste.
Omdat je zelf niet op het verkeer hoeft te letten, heb je alle tijd om op andere zaken te letten. Tijd om je gedachten te laten stromen of om je te verdiepen in een artikel. Dat voelt aan als pure luxe. Vorige week schuif ik voor het laatste stukje van de reis naar Utrecht aan in de stiltecoupé. Het is er - zoals het hoort- doodstil. Ik kijk naar mijn medepassagiers.
Even verderop zit een nog jonge man, een dertiger schat ik. Zijn hoofd is kaalgeschoren. Daar heeft hij hoogstwaarschijnlijk voor gekozen nadat een deel van zijn haar is uitgevallen. Veel mannen maken die keuze tegenwoordig. Dus op zich is het niet zo bijzonder, maar nu pas denk ik na over hoe dat moet zijn voor hem. Ik schat in dat hij vroeger een bos krullen had, net als Diederik Samson. Van die krullen is nu geen spoor meer. Enkel zijn naakte hoofd rest. Misschien is het wel omdat ik me hem heel goed met haar kan voorstellen. Ik heb er tot op dat moment nog nooit over nagedacht hoe het voor mij zou zijn om mijn haar kwijt te raken. Ik zou me naakt voelen. Zou dat ook gelden voor al die mannen met geschoren hoofden? Of is dat alleen eerst even zo? Mijn maandagmorgengedachte is dat er lef voor nodig is om niet vast te houden aan het beetje haar dat je nog rest, maar om dat los te laten.
Omdat je zelf niet op het verkeer hoeft te letten, heb je alle tijd om op andere zaken te letten. Tijd om je gedachten te laten stromen of om je te verdiepen in een artikel. Dat voelt aan als pure luxe. Vorige week schuif ik voor het laatste stukje van de reis naar Utrecht aan in de stiltecoupé. Het is er - zoals het hoort- doodstil. Ik kijk naar mijn medepassagiers.
Even verderop zit een nog jonge man, een dertiger schat ik. Zijn hoofd is kaalgeschoren. Daar heeft hij hoogstwaarschijnlijk voor gekozen nadat een deel van zijn haar is uitgevallen. Veel mannen maken die keuze tegenwoordig. Dus op zich is het niet zo bijzonder, maar nu pas denk ik na over hoe dat moet zijn voor hem. Ik schat in dat hij vroeger een bos krullen had, net als Diederik Samson. Van die krullen is nu geen spoor meer. Enkel zijn naakte hoofd rest. Misschien is het wel omdat ik me hem heel goed met haar kan voorstellen. Ik heb er tot op dat moment nog nooit over nagedacht hoe het voor mij zou zijn om mijn haar kwijt te raken. Ik zou me naakt voelen. Zou dat ook gelden voor al die mannen met geschoren hoofden? Of is dat alleen eerst even zo? Mijn maandagmorgengedachte is dat er lef voor nodig is om niet vast te houden aan het beetje haar dat je nog rest, maar om dat los te laten.
donderdag 5 december 2013
Oog voor styling
Vorige week gingen we met de jongste naar een beroepenoriëntatie. Aanvankelijk wilde ze net als haar vader grafisch ontwerper worden. Maar inmiddels zijn de bakens ietwat verzet. Het gaat nu de kant op van styling en interieur. En dat past denk ik goed bij haar. Ze is de enige die haar nieuwe kamer al een aantal keren heeft veranderd. Op dit moment staat haar garderobekast dwars in de kamer tegen een kapstok aangeschoven die dienst doet als hangruimte. Haar bureau heeft ze neergezet 'als een soort balie' (haar eigen woorden). Alle functies in haar kamer zijn gescheiden: ze heeft een slaaphoek, een kleedhoek en een studiehoek. En eerlijk is eerlijk: het ziet er leuk uit. Of zoals ze zelf vaak tevreden zegt: "Het is helemaal mijn plek." Gisteren kwam haar broer bij haar binnenlopen en die was verbaasd over de ruimte die ze als gevolg van die strakke styling in haar kamer heeft.
Gisteren zegt ze tegen me: "Oh heb ik je trouwens al verteld over die voorstelling over huiselijk geweld?" De voorstelling werd op school gegeven, tot haar grote ergernis moest ze langer dan gewoonlijk naar school. Daar hadden we het uitgebreid over gehad. Ik bereid me voor op een indrukwekkend verhaal met veel impact. "Ze hadden bijna alle spullen van het decor bij Ikea gekocht. Ze hadden een Expedit en daar staken die acteurs hun hoofden dan doorheen. En verder hadden ze ook van die Jantsjö-tjes, die lampjes weet je wel." De focus is overduidelijk.
Gisteren zegt ze tegen me: "Oh heb ik je trouwens al verteld over die voorstelling over huiselijk geweld?" De voorstelling werd op school gegeven, tot haar grote ergernis moest ze langer dan gewoonlijk naar school. Daar hadden we het uitgebreid over gehad. Ik bereid me voor op een indrukwekkend verhaal met veel impact. "Ze hadden bijna alle spullen van het decor bij Ikea gekocht. Ze hadden een Expedit en daar staken die acteurs hun hoofden dan doorheen. En verder hadden ze ook van die Jantsjö-tjes, die lampjes weet je wel." De focus is overduidelijk.
woensdag 4 december 2013
Het beste reisadvies
Maandag was ik weer op tijd op pad. De reis ging opnieuw naar Utrecht. Inmiddels ken ik de routine: de overstapmomenten, de te overbruggen afstand. De overstap in Zwolle 's morgens is een kritiek punt. Voor je er erg in hebt is een trein iets te laat en dan blijft er weinig tijd over om over te stappen. Maar gelukkig wacht de aansluitende trein vaak wel even. Als zo'n trein al een tijdje heeft staan wachten, dan zitten alle Zwollenaren al op een plekje. Voor de overstappende Groningers is er dan weinig ruimte over.
Deze week schiet ik direct over het perron en ga zitten op het klapstoeltje. Vorige week moest ik staan en ook nu ziet het er in de coupé overvol uit, dus ik kies het zekere voor het onzekere. De Groningers die na mij in de trein stappen moeten weer staan. De dienstdoende conducteur en de hoofdconducteur staan voor ons portaal. Hij heeft duidelijk een gezellige dienst samen met zijn Friese conducteur. Dat ze Fries zijn is overduidelijk: ze spreken onderling Fries. De conducteur is bovendien fan van Heerenveen. Hij heeft een speldje op zijn uniform. We staan opgepropt in het portaal. "Kunnen jullie er geen laagje bovenop zetten?", vraagt een medereiziger. "Het is hier voortdurend zo druk ". "Nou", zegt hij. "Als jullie geen fan van FC Groningen zijn, mogen jullie het wel een eindje verder naar voren proberen. Daar is nog wel plek." Uiteraard zijn wij allemaal wel fan van FC Groningen. Ik blijf zitten, maar de rest rent toch een coupé verderop. "Je kunt er geen peil op trekken", verzucht de hoofdconducteur. "Als we er een laag bovenop zetten, dan is het weer leeg. Maar 's maandags is het altijd zo druk. Wat doen al die mensen toch ook op pad? Blijf toch lekker thuis!" Dat is ook een mooi reisadvies.
Deze week schiet ik direct over het perron en ga zitten op het klapstoeltje. Vorige week moest ik staan en ook nu ziet het er in de coupé overvol uit, dus ik kies het zekere voor het onzekere. De Groningers die na mij in de trein stappen moeten weer staan. De dienstdoende conducteur en de hoofdconducteur staan voor ons portaal. Hij heeft duidelijk een gezellige dienst samen met zijn Friese conducteur. Dat ze Fries zijn is overduidelijk: ze spreken onderling Fries. De conducteur is bovendien fan van Heerenveen. Hij heeft een speldje op zijn uniform. We staan opgepropt in het portaal. "Kunnen jullie er geen laagje bovenop zetten?", vraagt een medereiziger. "Het is hier voortdurend zo druk ". "Nou", zegt hij. "Als jullie geen fan van FC Groningen zijn, mogen jullie het wel een eindje verder naar voren proberen. Daar is nog wel plek." Uiteraard zijn wij allemaal wel fan van FC Groningen. Ik blijf zitten, maar de rest rent toch een coupé verderop. "Je kunt er geen peil op trekken", verzucht de hoofdconducteur. "Als we er een laag bovenop zetten, dan is het weer leeg. Maar 's maandags is het altijd zo druk. Wat doen al die mensen toch ook op pad? Blijf toch lekker thuis!" Dat is ook een mooi reisadvies.
vrijdag 29 november 2013
Zeg er iets van
"Oh ja", zegt E. als we de dag gisteren afsluiten. "Je moeder heeft nog gebeld, ook namens je vader." Ze belde naar aanleiding van mijn blog Join the conversation. "Ik moest er iets van zeggen dat je met ongure types aanpapt. Ik heb gezegd dat ik daar geen enkele invloed op heb."
Nou ja, ongure types. Het is waar: de jongen met wie ik maandagochtend toch een heel leuk contact had, begaf zich natuurlijk niet helemaal precies binnen de mazen van de wet. Maar dat maakt hem niet direct tot een foute jongen. Ik laat mijn intuïtie op dat gebied altijd de doorslag geven. En eerlijk is eerlijk: ik heb me wel eens onveiliger gevoeld bij mensen die zich wel aan de alom geaccepteerde normen houden.
Op de een of andere manier vind ik niet zo snel iets vreemd. Daar ben ik me pas van bewust sinds ik naar de middelbare school ga. In mijn jaar ging ik als enige uit het dorp naar mijn middelbare school. Als het kon fietste ik met de groep uit het dorp, maar het gebeurde ook regelmatig dat ik alleen fietste door het kale Groninger land. Dat vond ik nooit vervelend. Als ik het eerste uur vrij was en ik alleen fietste, dan was het vaste prik: een oudere man kwam me achterop fietsen. Hij fietste zo'n 10 kilometer met me mee tot ik op school was. En ondertussen praatte hij dan tegen me aan. Geen vrolijke verhalen: lugubere verhalen over de streken die zijn foute zoon uithaalde. Of die zoon ook echt bestond weet ik niet. De verhalen die hij vertelde hoor je eigenlijk niet te vertellen aan een meisje van een jaar of dertien, veertien. Op een zeker moment zal ik het mijn moeder verteld hebben. "Jij weet toch wel dat dat niet normaal is?", zei mijn moeder tegen me. Dat wist ik wel, maar ik heb me nooit onveilig gevoeld.
Volgens mij is het aangeboren. En wat mijn vader en moeder ook zeggen: het zit vast ergens in mijn genenpakketje. En E. heeft natuurlijk gelijk: hij heeft er geen enkele invloed op.
Nou ja, ongure types. Het is waar: de jongen met wie ik maandagochtend toch een heel leuk contact had, begaf zich natuurlijk niet helemaal precies binnen de mazen van de wet. Maar dat maakt hem niet direct tot een foute jongen. Ik laat mijn intuïtie op dat gebied altijd de doorslag geven. En eerlijk is eerlijk: ik heb me wel eens onveiliger gevoeld bij mensen die zich wel aan de alom geaccepteerde normen houden.
Op de een of andere manier vind ik niet zo snel iets vreemd. Daar ben ik me pas van bewust sinds ik naar de middelbare school ga. In mijn jaar ging ik als enige uit het dorp naar mijn middelbare school. Als het kon fietste ik met de groep uit het dorp, maar het gebeurde ook regelmatig dat ik alleen fietste door het kale Groninger land. Dat vond ik nooit vervelend. Als ik het eerste uur vrij was en ik alleen fietste, dan was het vaste prik: een oudere man kwam me achterop fietsen. Hij fietste zo'n 10 kilometer met me mee tot ik op school was. En ondertussen praatte hij dan tegen me aan. Geen vrolijke verhalen: lugubere verhalen over de streken die zijn foute zoon uithaalde. Of die zoon ook echt bestond weet ik niet. De verhalen die hij vertelde hoor je eigenlijk niet te vertellen aan een meisje van een jaar of dertien, veertien. Op een zeker moment zal ik het mijn moeder verteld hebben. "Jij weet toch wel dat dat niet normaal is?", zei mijn moeder tegen me. Dat wist ik wel, maar ik heb me nooit onveilig gevoeld.
Volgens mij is het aangeboren. En wat mijn vader en moeder ook zeggen: het zit vast ergens in mijn genenpakketje. En E. heeft natuurlijk gelijk: hij heeft er geen enkele invloed op.
dinsdag 26 november 2013
Streepje onder of boven?
Een van mijn favoriete bezigheden is mensen kijken. Jammer genoeg komt het daar lang niet vaak genoeg van. Natuurlijk: ik kijk wel, maar niet echt. Daar heb ik het dan te druk voor, ik gun me er de tijd niet voor, of ik zit er teveel middenin. Om echt te kijken heb je namelijk afstand en een beetje rust nodig. Dus echt kijken doe ik bijvoorbeeld op vakantie. Zitten voor de tent en dan kijken en nadenken over de mensen op de rest van het veldje. Heerlijk is dat. En vaak valt mij op deze momenten van beschouwing ineens iets op wat ik nog niet eerder had opgemerkt, of waar ik nog niet eerder over heb nagedacht. En hoe ouder ik word, hoe bijzonderder ik dat vind: dat er nog altijd dingen overblijven die je niet eerder zijn opgevallen, of waar je nog niet over hebt nagedacht. Het stemt me ook hoopvol, want zo hou je je leven lang iets om je over te verwonderen. En verwondering is fijn. Daar word ik blij van.
Maandag was ik weer eens in de gelegenheid om uitgebreid naar mensen te kijken. Ik ging namelijk met de trein naar Utrecht. Doorgaans lees ik stukken in de trein. Maar maandag moest ik onverhoopt staan tussen Zwolle en Amersfoort. En staand lezen, dat is voor mij geen optie. We stonden met een groepje van ongeveer 12 personen in het treinportaal voor een stiltecoupé. Dat zijn best veel mensen in zo'n kleine ruimte en dan kun je dus echt goed van dichtbij kijken.
Alle overstappers uit de trein naar Groningen moesten staan. De Zwollenaren hadden nog een plekje op een klapstoeltje kunnen bemachtigen. In het hoekje zitten twee meisjes op een bankje. Een van de Groningers weet zichzelf op het bankje te kletsen. De meisjes schuiven een stukje op. Ze praten geanimeerd met elkaar. Een jaar of achttien schat ik ze. Een van beide meisjes lijkt een beetje op Bracha van Doesburg, valt me op. En dan zie ik het ineens. Bracha heeft alleen een lijntje getrokken boven haar oog en haar vriendin alleen onder haar oog. Waarom zou je kiezen voor het een of het ander, vraag ik me daar ter plekke af. Daar is vast een reden voor. Dat moet ik verder uitzoeken.
Thuis zoek ik het op. En dan leer ik het volgende: Door een lijntje boven de ogen te trekken worden je ogen groter, een lijntje onder de ogen maakt je ogen kleiner. Aan het uiteinde van de ogen laat je het lijntje wat breder lopen zodat je een sprekend effect krijgt. Dat klinkt heel eenvoudig, maar gemakkelijk is het echt niet, getuige de volgende tekst: Als het je niet lukt om in een keer een rechte lijn te trekken, doe het dan in stukjes. Heb je de lijn te groot of onnauwkeurig aangebracht dan kun je dit makkelijk verwijderen met een vochtig wattenstaafje. Ga altijd met een wattenstaafje over de onderrand van je ogen voor een open blik en een strak lijntje. Altijd wattenstaafjes in huis dus! Wat een beetje verwondering je al niet aan kennis kan opleveren!
Deze illustratie is van Boomerang Card. Hier vind je 'm.
maandag 25 november 2013
Join the conversation - in het openbaar vervoer
Het is even na zessen als ik aankom op station Sappemeer. Als ik mijn fiets parkeer komt een jongeman me tegemoet lopen - hij is 23 jaar vertelt hij me later. Ik ken hem niet, maar hij roept mij toch duidelijk. "Mevrouw, mevrouw! Kunt u geld wisselen voor de trein?" Hij is de man die op het perron staat voorbij gelopen en in plaats daarvan mij gevolgd naar de fietsenstalling. Een goede inschatting. Ik ben doorgaans wel in voor een beetje contact en het openbaar vervoer biedt je volop mogelijkheid om in gesprek te gaan.
De jongeman is duidelijk niet gewend aan het reizen met de trein. En dat klopt: hij neemt doorgaans de auto, vertelt hij me. Nu is hij komen lopen vanaf Veendam. Zijn auto is namelijk door de politie in beslag genomen. Of eigenlijk -technisch gezien- is het niet zijn auto. Het is de auto van een kameraad van hem uit Vlaardingen. "Die gaat niet blij zijn mevrouw", zegt hij. De auto werd ingenomen omdat hij zonder rijbewijs reed. Die was al eerder in beslag genomen. Echt slim is dat niet, realiseert hij zich nu ook.
Hij vertelt me dit allemaal tijdens het treinreisje naar de stad. Hij gaat namelijk tegenover me zitten. "Als u het goed vindt kom ik even bij u zitten mevrouw. Ik weet niet hoe het werkt met de trein." Ik vind het goed natuurlijk, het is een heel aardige jongen. "Mijn moeder gaat ook zeker niet blij zijn mevrouw". En ook dat kan ik me voorstellen. Hij kijkt op zijn grote horloge. Om half tien moet hij op school zijn. "Ik ga monteur worden mevrouw. Mijn auto is mijn alles. Ik moet gewoon rijden. Hoe ga ik nu op school komen?" "Stadsbus, fiets?", opper ik. Hij kijkt me aan of het in Keulen dondert. "Nee mevrouw, ik ga altijd met mijn auto." Maar nu even niet dus. "En hoe kom je nu thuis, ga je verder met de stadsbus of ga je lopen?", vraag ik. Nee, dat is hij niet van plan. Hij heeft eerst even genoeg van lopen en het openbaar vervoer. Hij neemt een taxi. Als onze wegen zich scheiden bedankt hij me nog eens hartelijk. "Dank u wel mevrouw. Zonder mevrouw was ik nu niet in de stad geweest. Misschien komen we elkaar nog eens tegen in de trein." Het lijkt me niet waarschijnlijk. Ik wens hem succes en onze wegen scheiden zich in opperbeste stemming.
De jongeman is duidelijk niet gewend aan het reizen met de trein. En dat klopt: hij neemt doorgaans de auto, vertelt hij me. Nu is hij komen lopen vanaf Veendam. Zijn auto is namelijk door de politie in beslag genomen. Of eigenlijk -technisch gezien- is het niet zijn auto. Het is de auto van een kameraad van hem uit Vlaardingen. "Die gaat niet blij zijn mevrouw", zegt hij. De auto werd ingenomen omdat hij zonder rijbewijs reed. Die was al eerder in beslag genomen. Echt slim is dat niet, realiseert hij zich nu ook.
Hij vertelt me dit allemaal tijdens het treinreisje naar de stad. Hij gaat namelijk tegenover me zitten. "Als u het goed vindt kom ik even bij u zitten mevrouw. Ik weet niet hoe het werkt met de trein." Ik vind het goed natuurlijk, het is een heel aardige jongen. "Mijn moeder gaat ook zeker niet blij zijn mevrouw". En ook dat kan ik me voorstellen. Hij kijkt op zijn grote horloge. Om half tien moet hij op school zijn. "Ik ga monteur worden mevrouw. Mijn auto is mijn alles. Ik moet gewoon rijden. Hoe ga ik nu op school komen?" "Stadsbus, fiets?", opper ik. Hij kijkt me aan of het in Keulen dondert. "Nee mevrouw, ik ga altijd met mijn auto." Maar nu even niet dus. "En hoe kom je nu thuis, ga je verder met de stadsbus of ga je lopen?", vraag ik. Nee, dat is hij niet van plan. Hij heeft eerst even genoeg van lopen en het openbaar vervoer. Hij neemt een taxi. Als onze wegen zich scheiden bedankt hij me nog eens hartelijk. "Dank u wel mevrouw. Zonder mevrouw was ik nu niet in de stad geweest. Misschien komen we elkaar nog eens tegen in de trein." Het lijkt me niet waarschijnlijk. Ik wens hem succes en onze wegen scheiden zich in opperbeste stemming.
Kerstsfeer op station Groningen. |
zaterdag 23 november 2013
Kist zain woar brand veur helpen wil
Vanmiddag stap ik op de fiets en rij naar een nabijgelegen winkelcentrum. Door de intocht van Sinterklaas is het hier nog drukker dan op een gemiddelde zaterdag. Ik kijk even rond in de Action; zo rond de feestdagen is dat toch een hele fijne winkel. Mijn oog is weer net iets groter dan mijn fietstassen, dus het is even passen en meten. Een van de tassen draag ik met de hengsels over de schouders - alsof het een rugzak is.
Terwijl ik sta te passen en meten komt een oude bekende voorbij. Hij vraagt me of het ons bevalt in het nieuwe huis. Ik antwoord bevestigend. En dat is ook wel zo, maar het is niet enkel onverdeelde vreugde. Toch vertel ik dat lang niet altijd: je wilt immers niet ondankbaar lijken. Dus ik zeg: "Prima!" "Kist zain woar brand veur helpen wil. Zo'n mooi hoes", zegt hij. Ik ben geshockeerd en weet - geheel tegen de gewoonte in- even niets meer te zeggen. Dat valt hem natuurlijk ook wel op. "Joa zo is t wel", zegt hij en -omdat ik nog steeds weinig tekst heb- loopt hij verder. Even ben ik ontredderd, ik kan het niet anders benoemen.
Ik stap op de fiets en de zin zingt voortdurend door mijn hoofd: Kist zain woar brand veur helpen wil,
Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil. Eigenlijk wilde ik op de markt nog bloemen gaan kopen, maar ik vergeet het helemaal. Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil,
Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil.
Thuis vertel ik het nog steeds ontdaan aan E. "Wat een eikel", zegt E.
Terwijl ik sta te passen en meten komt een oude bekende voorbij. Hij vraagt me of het ons bevalt in het nieuwe huis. Ik antwoord bevestigend. En dat is ook wel zo, maar het is niet enkel onverdeelde vreugde. Toch vertel ik dat lang niet altijd: je wilt immers niet ondankbaar lijken. Dus ik zeg: "Prima!" "Kist zain woar brand veur helpen wil. Zo'n mooi hoes", zegt hij. Ik ben geshockeerd en weet - geheel tegen de gewoonte in- even niets meer te zeggen. Dat valt hem natuurlijk ook wel op. "Joa zo is t wel", zegt hij en -omdat ik nog steeds weinig tekst heb- loopt hij verder. Even ben ik ontredderd, ik kan het niet anders benoemen.
Ik stap op de fiets en de zin zingt voortdurend door mijn hoofd: Kist zain woar brand veur helpen wil,
Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil. Eigenlijk wilde ik op de markt nog bloemen gaan kopen, maar ik vergeet het helemaal. Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil,
Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil.
Thuis vertel ik het nog steeds ontdaan aan E. "Wat een eikel", zegt E.
Zo zie je maar: in een handomdraai ben je van slachtoffer profiteur. Hij heeft echt geen idee.
vrijdag 22 november 2013
Magic Body Control
Magic Body Control; dat klinkt als iets wat iedereen wel zou willen hebben. Topsporters trainen er jaren voor. Ze richten hun hele leven in om het - ook al is het maar een keer- te voelen: magic body control. Een kip hoeft daar gek genoeg niets voor te doen. Die heeft het van nature. En Mercedes liet zich door die kip inspireren. Als je de nieuwe commercial van Mercedes tenminste mag geloven.
Ik heb ook momenten dat ik denk dat ik magic body control heb. Het zijn prachtige momenten die ik koester. Bij mij gaat het niet vanzelf, zoals bij een kip. Alles moet wel echt meezitten. Hier op de glad gelakte bamboevloer ga ik bijvoorbeeld als een speer: ik moonwalk als Michael Jackson en ik schaats rondjes als Sven Kramer. En dat is heerlijk, maar zoals ik al zei: dan moet alles echt wel meezitten.
Bedenk het maar eens. Ik vind een kip geen bijster sympathiek dier, maar dit is toch echt een ode aan de kip. Briljant: in de commercial komt geen auto voor. Ik zeg een Gouden Loeki voor deze commercial!
Ik heb ook momenten dat ik denk dat ik magic body control heb. Het zijn prachtige momenten die ik koester. Bij mij gaat het niet vanzelf, zoals bij een kip. Alles moet wel echt meezitten. Hier op de glad gelakte bamboevloer ga ik bijvoorbeeld als een speer: ik moonwalk als Michael Jackson en ik schaats rondjes als Sven Kramer. En dat is heerlijk, maar zoals ik al zei: dan moet alles echt wel meezitten.
Bedenk het maar eens. Ik vind een kip geen bijster sympathiek dier, maar dit is toch echt een ode aan de kip. Briljant: in de commercial komt geen auto voor. Ik zeg een Gouden Loeki voor deze commercial!
donderdag 21 november 2013
Ze lijkt echt op mij
"Stuur me foto's!" whats app-te ik gisteren naar de oudste. Ik had even 'jank' naar mijn kind. Vandaag krijg ik een linkje naar een foto-album. Fijn! Het album heeft de titel 'Leven als bestuur in Enschede'. Ze zit dit jaar namelijk in het bestuur van de studievereniging. Daar houdt ze zich bezig met onderwijs en internationalisering. Het is een druk maar aangenaam leven, zo blijkt wel uit de foto's. In het kader van haar bestuurstaken hult ze zich zelfs regelmatig in een heus mantelpakje. Maar er zijn ook zat momenten zonder mantelpakje.
"Laat mij die foto's ook eens zien", zegt E. We kijken met trots en tevredenheid rond in haar album. Ons kind! "Kijk!", zeg ik tegen E. "hier lijkt ze echt op mij. Zulke foto's had ik ook van mezelf." Op de volgende foto staat ze met een keu in haar hand. "Maar hier lijkt ze dan weer sprekend op mij", zegt E.
Dit zijn ze. Het album was denk ik niet bedoeld om met de hele wereld te delen, maar dit mag vast wel. Als bestuur heb je tenslotte een publieke functie ;).
"Laat mij die foto's ook eens zien", zegt E. We kijken met trots en tevredenheid rond in haar album. Ons kind! "Kijk!", zeg ik tegen E. "hier lijkt ze echt op mij. Zulke foto's had ik ook van mezelf." Op de volgende foto staat ze met een keu in haar hand. "Maar hier lijkt ze dan weer sprekend op mij", zegt E.
Dit zijn ze. Het album was denk ik niet bedoeld om met de hele wereld te delen, maar dit mag vast wel. Als bestuur heb je tenslotte een publieke functie ;).
Hier lijkt ze echt op mij... |
En hier dan weer op E. |
Staatsieportret |
woensdag 20 november 2013
Een perfecte inplant
Vanmorgen ben ik bij de kapper. "Wat gaan we doen?", zegt hij. Hij gaat het natuurlijk doen, maar ik zeg wat er moet gebeuren. En dan zegt hij of dat een goed idee is, of dat hij iets anders zou adviseren. Mijn kapper heeft namelijk verstand van zaken: het is een echte sterrenkapper. Als je een keer een plekje hebt, doe je er verstandig aan om direct een volgende boeking te doen, want anders moet je lang op je beurt wachten. Maar ik zit ertussen en ik plan mijn knipbeurten strak in. Dus geen vuiltje aan de lucht.
"Mijn haar is aan de rechterkant dunner, dus daar moet je niet zoveel afhalen", zeg ik. "Je haar is helemaal niet dunner aan de rechterkant", zegt hij. "Daar groeit je haar gewoon naar achteren en aan de andere kant groeit het naar voren. Daarom lijkt het daar voller. Dat heeft met je haarinplant te maken." Hij pakt een spiegel en laat het me zien. Het is inderdaad duidelijk. Dat ik 52 jaar ben geworden zonder dat ik wist dat mijn haar in het rond groeit! "Ik dacht dat het gewoon netjes naar beneden was ingeplant", zeg ik. "Dacht je dat je een perfecte haarinplant had?", vraagt de kapper. Hij vindt het grappig, want hij ziet de hele dag natuurlijk niets anders dan dwarse lokken. "Ja, dat dacht ik eigenlijk wel", zeg ik. Die illusie ben ik nu dus ook kwijt: ik heb gewoon een haardraaikolk op mijn hoofd! Eigenlijk past alleen een rondgevlochten vlecht zoals de moeder van Sissi die droeg bij mijn natuurlijke haarinplant. Gelukkig heb ik een goede kapper die het allemaal in goede banen weet te leiden.
"Mijn haar is aan de rechterkant dunner, dus daar moet je niet zoveel afhalen", zeg ik. "Je haar is helemaal niet dunner aan de rechterkant", zegt hij. "Daar groeit je haar gewoon naar achteren en aan de andere kant groeit het naar voren. Daarom lijkt het daar voller. Dat heeft met je haarinplant te maken." Hij pakt een spiegel en laat het me zien. Het is inderdaad duidelijk. Dat ik 52 jaar ben geworden zonder dat ik wist dat mijn haar in het rond groeit! "Ik dacht dat het gewoon netjes naar beneden was ingeplant", zeg ik. "Dacht je dat je een perfecte haarinplant had?", vraagt de kapper. Hij vindt het grappig, want hij ziet de hele dag natuurlijk niets anders dan dwarse lokken. "Ja, dat dacht ik eigenlijk wel", zeg ik. Die illusie ben ik nu dus ook kwijt: ik heb gewoon een haardraaikolk op mijn hoofd! Eigenlijk past alleen een rondgevlochten vlecht zoals de moeder van Sissi die droeg bij mijn natuurlijke haarinplant. Gelukkig heb ik een goede kapper die het allemaal in goede banen weet te leiden.
dinsdag 19 november 2013
Grote zwarte gatenverminderaarsters
Boezemvriendin en ik kregen vandaag een mailtje van een oud-collega. Wij zijn allebei dol op hem. Hij deugt namelijk. We kennen elkaar al meer dan 25 jaar. De band ontstond toen we samen uit ons kantoor werden verbannen voor een verbouwing op onze werkplek. We werden met z'n allen in een ander gebouw geplaatst. Boezemvriendin en ik zaten samen op een kamer. Oud-collega had de aangrenzende kamer. Iedere vrijdag aten we gebak. We hadden een gouden tijd: het was gezellig, maar we konden het ook hartgrondig met elkaar oneens zijn. In die tijd kregen we de naam 'de golden girls next door'.
Tot zijn pensioen hebben we wekelijks samen een taartje gegeten. Daarna verslapte het contact enigszins. We kregen wel altijd een kaartje van hem en zijn vrouw (haar werk schat ik) als ze met hun zeilboot op vakantie waren of rond de jaarwisseling. En zo nu en dan troffen we elkaar als onze paden elkaar toevallig kruisten tijdens onze middagwandeling. Zo ging het. Tot enige tijd geleden zijn vrouw ziek werd. Hij hield ons via de mail op de hoogte van de stand van zaken. Het ging niet goed, maar toch werd ik overvallen door haar overlijden. Ze was namelijk een sterke vrouw. En samen waren ze een sterke combinatie.
Natuurlijk gingen boezemvriendin en ik naar de crematie. De dag erna stuurden we hem een mailtje om hem te vertellen dat we het zo'n mooi en liefdevol afscheid vonden. Ook nodigden we hem uit om samen met ons te gaan lunchen - om hem te helpen het zwarte gat iets minder zwart te maken. We hadden hem daarna alweer even gesproken, maar nu stuurde hij ons dus een mailtje retour om een afspraak te maken. Bovenaan het mailtje stond: Goedemorgen Golden Girls next door, Beste (grote) zwarte gaten verminderaarsters. Als dat toch eens zou kunnen: er is niets wat ik liever zou zijn dan dat: een grote-zwarte-gaten- verminderaarster. Ook al was het maar een speldenknopje...
Tot zijn pensioen hebben we wekelijks samen een taartje gegeten. Daarna verslapte het contact enigszins. We kregen wel altijd een kaartje van hem en zijn vrouw (haar werk schat ik) als ze met hun zeilboot op vakantie waren of rond de jaarwisseling. En zo nu en dan troffen we elkaar als onze paden elkaar toevallig kruisten tijdens onze middagwandeling. Zo ging het. Tot enige tijd geleden zijn vrouw ziek werd. Hij hield ons via de mail op de hoogte van de stand van zaken. Het ging niet goed, maar toch werd ik overvallen door haar overlijden. Ze was namelijk een sterke vrouw. En samen waren ze een sterke combinatie.
Natuurlijk gingen boezemvriendin en ik naar de crematie. De dag erna stuurden we hem een mailtje om hem te vertellen dat we het zo'n mooi en liefdevol afscheid vonden. Ook nodigden we hem uit om samen met ons te gaan lunchen - om hem te helpen het zwarte gat iets minder zwart te maken. We hadden hem daarna alweer even gesproken, maar nu stuurde hij ons dus een mailtje retour om een afspraak te maken. Bovenaan het mailtje stond: Goedemorgen Golden Girls next door, Beste (grote) zwarte gaten verminderaarsters. Als dat toch eens zou kunnen: er is niets wat ik liever zou zijn dan dat: een grote-zwarte-gaten- verminderaarster. Ook al was het maar een speldenknopje...
woensdag 13 november 2013
De Vennegoor of Hesselinkjes
Gisteren was ik op het werk bezig met het maken van een blad. Dat doe ik al jaren. De laatste jaren staan bladen onder druk. Het ene blad meer dan het andere, maar toch. Zo hoorde ik dat Sanoma Media 101 Woonideeën wil afstoten. Nou heeft Sanoma Media wel meer onzalige ideeën gehad -daar weet ik als voormalig blogger van web-log.nl alles van. Dit is er opnieuw eentje.
Op het werk staat het maken van bladen ook onder druk en ook hiervoor geldt: het ene blad meer dan het andere. Maar gisteren maakte ik er dus nog eentje. Als eindredacteur bepaal ik de samenstelling van het blad en doe ik de laatste controle. Zaken die me bevreemden check ik. Zo lees ik gisteren iets over een zeskoppig gezelschap. Toch lees ik maar vijf namen. Dat wil zeggen: een van de namen is een dubbele, zeg maar Vennegoor of Hesselink. Ik corrigeer de tekst: mevrouw Vennegoor en mevrouw Hesselink. Dan zit ik precies op een zestal en is de tekst weer kloppend.
Ik ga verder met de correcties, maar in mijn achterhoofd blijft het toch nog knagen: zou het niet gewoon Vennegoor of Hesselink zijn? Collega weet hier vast meer van, dus ga ik bij haar te rade. "Het is een dubbele naam. Dat heb je veel meer in de Achterhoek", zegt ze. En zij kan het weten. Ik vertel dat ik er al een duo van had gemaakt. Andere collega vraagt zich hardop af hoe deze achternaam tot stand is gekomen en deelt haar theorie met ons: "Het is de twijfel", zegt ze. "Ik denk dat de twijfel toesloeg bij de burgerlijke stand. Wat zal ik doen: Vennegoor of Hesselink? En omdat 'ie niet kon kiezen werd het allebei." Het is een alleszins plausibele verklaring. "Stel je voor dat dit de naam van haar man is en dat ze dan ook nog haar eigen naam heeft.", zeg ik. "Vennegoor of Hesselink-Jansen bijvoorbeeld." "En wat als de Vennegoor of Hesselinkjes een taxi bellen.", draven we door. "Voor je er erg in hebt, heb je dan misverstanden. Stuurt het taxibedrijf een busje omdat ze denken dat het een groepsreis is." We lachen er smakelijk om. Het zijn momenten op mijn werkdag die ik koester.
Op het werk staat het maken van bladen ook onder druk en ook hiervoor geldt: het ene blad meer dan het andere. Maar gisteren maakte ik er dus nog eentje. Als eindredacteur bepaal ik de samenstelling van het blad en doe ik de laatste controle. Zaken die me bevreemden check ik. Zo lees ik gisteren iets over een zeskoppig gezelschap. Toch lees ik maar vijf namen. Dat wil zeggen: een van de namen is een dubbele, zeg maar Vennegoor of Hesselink. Ik corrigeer de tekst: mevrouw Vennegoor en mevrouw Hesselink. Dan zit ik precies op een zestal en is de tekst weer kloppend.
Ik ga verder met de correcties, maar in mijn achterhoofd blijft het toch nog knagen: zou het niet gewoon Vennegoor of Hesselink zijn? Collega weet hier vast meer van, dus ga ik bij haar te rade. "Het is een dubbele naam. Dat heb je veel meer in de Achterhoek", zegt ze. En zij kan het weten. Ik vertel dat ik er al een duo van had gemaakt. Andere collega vraagt zich hardop af hoe deze achternaam tot stand is gekomen en deelt haar theorie met ons: "Het is de twijfel", zegt ze. "Ik denk dat de twijfel toesloeg bij de burgerlijke stand. Wat zal ik doen: Vennegoor of Hesselink? En omdat 'ie niet kon kiezen werd het allebei." Het is een alleszins plausibele verklaring. "Stel je voor dat dit de naam van haar man is en dat ze dan ook nog haar eigen naam heeft.", zeg ik. "Vennegoor of Hesselink-Jansen bijvoorbeeld." "En wat als de Vennegoor of Hesselinkjes een taxi bellen.", draven we door. "Voor je er erg in hebt, heb je dan misverstanden. Stuurt het taxibedrijf een busje omdat ze denken dat het een groepsreis is." We lachen er smakelijk om. Het zijn momenten op mijn werkdag die ik koester.
dinsdag 12 november 2013
De peer die denkt dat hij een appel is
Boezemvriendin woont sinds een jaar in de grote stad. Mijn omgeving is iets kleinstedelijker. En dat vertaalt zich in het productaanbod in de directe omgeving. Zo zag ik haar in de afgelopen week een vreemde bleke appel eten, eigenlijk leek het ook wel een beetje op een peer. "Is dat nou een appel of een peer?", vraag ik haar. "Het is een nashipeer", zegt ze. Nooit eerder van gehoord.
Hoogste tijd om mijn gezin te verpletteren met mijn nieuw opgedane kennis. "Weten jullie wat een nashipeer is?" Ze weten het niet. "Dat is het resultaat van een appel en een peer die het met elkaar gedaan hebben." E. schudt zijn hoofd. Hij vindt het een sterk verhaal. "Echt waar!", zeg ik. De jongste haalt de ipad erbij. "De nashipeer, zandpeer of Aziatische peer is een perensoort, die van nature voorkomt in het oosten van Azië, waar hij veel wordt gekweekt voor zijn eetbare vruchten. De sappige vruchten hebben de vorm van appels. Vanwege deze overeenkomst worden ze ook wel appelperen genoemd. Het is een populaire vrucht, die als dorstlesser kan worden gebruikt. Ze zijn zoet en knapperig als ze rijp van de boom worden geplukt.", leest ze voor. "Het is dus helemaal geen kruising", zegt de oudste. Het is een peer in de vorm van een appel, dus het is een transgender!"
Ze smaken overigens goed.
Hoogste tijd om mijn gezin te verpletteren met mijn nieuw opgedane kennis. "Weten jullie wat een nashipeer is?" Ze weten het niet. "Dat is het resultaat van een appel en een peer die het met elkaar gedaan hebben." E. schudt zijn hoofd. Hij vindt het een sterk verhaal. "Echt waar!", zeg ik. De jongste haalt de ipad erbij. "De nashipeer, zandpeer of Aziatische peer is een perensoort, die van nature voorkomt in het oosten van Azië, waar hij veel wordt gekweekt voor zijn eetbare vruchten. De sappige vruchten hebben de vorm van appels. Vanwege deze overeenkomst worden ze ook wel appelperen genoemd. Het is een populaire vrucht, die als dorstlesser kan worden gebruikt. Ze zijn zoet en knapperig als ze rijp van de boom worden geplukt.", leest ze voor. "Het is dus helemaal geen kruising", zegt de oudste. Het is een peer in de vorm van een appel, dus het is een transgender!"
Ze smaken overigens goed.
maandag 11 november 2013
Doordrammen voor gevorderden
Ik ben altijd al vasthoudend geweest. Het afgelopen jaar heeft die vasthoudendheid echter een compleet andere dimensie gekregen. Voor het bouwen van een huis en het afhandelen van verzekeringskwesties is er namelijk meer dan vasthoudendheid nodig. Daarvoor moet je een dramkont van de bovenste plank zijn, want niets gaat vanzelf.
Zo wonen we nu al enige tijd in ons nieuwe huis. Toen we erin trokken, hadden we nog geen aanrechtblad en geen wasbakken in de badkamer. Op de een of andere manier wilde niemand de verantwoordelijkheid nemen voor het opmeten van het natuurstenen blad. Uiteindelijk deed de natuursteenhandelaar het zelf. Toen dat eenmaal gebeurd was kon het blad gemaakt worden. Dat was een week na de bouwvak. De inmiddels geleverde wasbakken werden bij de natuursteenhandelaar afgeleverd om ze te plaatsen. Maar wat bleek? De wasbakken waren te groot. Vervolgens begon het getouwtrek: wie is verantwoordelijk en wie betaalt dus de rekening voor de fout?
De sanitairleverancier trok uiteindelijk aan het kortste eind. We konden nieuwe wasbakken gaan uitzoeken en die zouden dan in week 40 worden geleverd. In week 40 blijft het stil. Als ik in week 41 de natuursteenleverancier bel om te vragen hoever het is, zijn de wasbakken er nog steeds niet. Dus bellen naar de installateur. Wat blijkt? De betreffende leverancier is failliet. De installateur heeft goede hoop dat de wasbakken nog geleverd zullen worden. Maar die hoop blijkt ijdel. De wasbakken worden niet geleverd. Opnieuw op zoek naar een alternatief dan maar. Inmiddels zijn we er al zo flauw van dat de verleiding groter en groter wordt om overal mee akkoord te gaan. Maar we weerstaan de verleiding.
Ik bel de installateur bijna dagelijks en soms zelfs twee keer per dag. Ik ken de voltallige personeelsbezetting van a tot z uit mijn hoofd. Vorige week komt dan eindelijk het verlossende woord: er kan deze week één wasbak worden geleverd. De andere wordt nageleverd. Ik ben benieuwd. Vrijdag ga ik weer bellen hoever het staat. Zou het dan toch zo zijn dat we volgende week onze tanden kunnen poetsen boven een wasbak in plaats van het bad? Ik kan het bijna niet geloven.
Zo wonen we nu al enige tijd in ons nieuwe huis. Toen we erin trokken, hadden we nog geen aanrechtblad en geen wasbakken in de badkamer. Op de een of andere manier wilde niemand de verantwoordelijkheid nemen voor het opmeten van het natuurstenen blad. Uiteindelijk deed de natuursteenhandelaar het zelf. Toen dat eenmaal gebeurd was kon het blad gemaakt worden. Dat was een week na de bouwvak. De inmiddels geleverde wasbakken werden bij de natuursteenhandelaar afgeleverd om ze te plaatsen. Maar wat bleek? De wasbakken waren te groot. Vervolgens begon het getouwtrek: wie is verantwoordelijk en wie betaalt dus de rekening voor de fout?
De sanitairleverancier trok uiteindelijk aan het kortste eind. We konden nieuwe wasbakken gaan uitzoeken en die zouden dan in week 40 worden geleverd. In week 40 blijft het stil. Als ik in week 41 de natuursteenleverancier bel om te vragen hoever het is, zijn de wasbakken er nog steeds niet. Dus bellen naar de installateur. Wat blijkt? De betreffende leverancier is failliet. De installateur heeft goede hoop dat de wasbakken nog geleverd zullen worden. Maar die hoop blijkt ijdel. De wasbakken worden niet geleverd. Opnieuw op zoek naar een alternatief dan maar. Inmiddels zijn we er al zo flauw van dat de verleiding groter en groter wordt om overal mee akkoord te gaan. Maar we weerstaan de verleiding.
Ik bel de installateur bijna dagelijks en soms zelfs twee keer per dag. Ik ken de voltallige personeelsbezetting van a tot z uit mijn hoofd. Vorige week komt dan eindelijk het verlossende woord: er kan deze week één wasbak worden geleverd. De andere wordt nageleverd. Ik ben benieuwd. Vrijdag ga ik weer bellen hoever het staat. Zou het dan toch zo zijn dat we volgende week onze tanden kunnen poetsen boven een wasbak in plaats van het bad? Ik kan het bijna niet geloven.
zaterdag 9 november 2013
Echt girly
"Hebben jullie je kleding op elkaar afgestemd?" Het is een vraag die boezemvriendin en ik regelmatig krijgen. De laatste tijd is dat helemaal het geval. En dat is ook geen wonder, want we dragen namelijk kleding uit dezelfde garderobe: die van boezemvriendin. Zij is enigszins in omvang gekrompen en ik ook: het gevolg is dat ik in haar kleding pas.
Boezemvriendin houdt van kleurige kleding. Haar zul je niet gekleed in een aardetint betrappen. Zij houdt van felle kleuren met prints of opsmuk anderszins. Wat dat betreft zou ze eerder de boezemvriendin van Maya Wildevuur kunnen zijn dan die van mij. Ik draag ook wel eens een kleurtje, maar dat blus ik dan graag af met zwart. Daar doet boezemvriendin niet aan. Onlangs kreeg ik een mooie bloemenrok van haar. Het was een van haar lievelingsrokken, maar helaas zakte hij van haar smal geworden middel. Bij mij is dat anatomisch gezien vrijwel onmogelijk en de rok paste mij dan ook precies.
Het is geen rok die ik zelf uit de rekken zou hebben getrokken: een grote bloemenprint, draperieën in de naden, dat zou teveel voor me zijn geweest. Maar als ik me in de rok hul, dan staat het eigenlijk best goed. Natuurlijk blus ik het geheel af met mijn beige laarzen en een zwart vestje, waar boezemvriendin ongetwijfeld was gegaan voor rode laarzen en een rood shirt, maar al met al vind ik het toch erg leuk. Ik whats app boezemvriendin een foto van mezelf in de rok met daarbij de tekst "echt girly".
Inmiddels is boezemvriendin bezig met een grote opruiming onder haar shirts. Vandaag draag ik een paars exemplaar uit haar collectie. En als ik zeg paars, dan is dat ook echt paars. Ik vind het een mooie kleur, alhoewel ik eigenlijk van paars was afgestapt. Als ik in de plastic tas tuur zie ik dat het shirt ook strikjes heeft. "Het was mijn lievelingsshirt", zegt boezemvriendin. "Nou dat met die strikjes dat weet ik niet hoor", zeg ik. "Dat ben ik niet helemaal." "Dan doe je 'm maar weg", zegt ze. Maar wat blijkt? De strikjes zaten maar met een steekje vast en konden dus eenvoudig verwijderd worden. Ik ben de dag begonnen met strikjes, maar ze zijn er inmiddels vanaf. En hij zit inderdaad heerlijk.
ooohhhh.... |
vrijdag 8 november 2013
Aanbevolen: pulp
Het zijn lastige tijden bij ons op het werk. Gelukkig wordt er ook nog wel gelachen. Vanmorgen hangen collega's, de baas, boezemvriendin en ik even rond zo aan het begin van de laatste werkdag van de week. We hebben het over de dingen des levens in het algemeen en tv-programma's in het bijzonder. Collega kijkt vooral actualiteitenprogramma's. Ik kijk vooral pulp, verbouwings- en verhuisprogramma's, tuinprogramma's, ziekenhuisseries, detectives, politieseries, kookprogramma's, budgetprogramma's, make over-programma's, Seinfeld, enzovoorts. Ik kijk kortom alles, maar liever geen praatprogramma's. Ook de baas kan overal over meepraten. Dat betekent niet dat we iedere avond koploos voor de televisie hangen. Nee, de baas is net als ik een multitasker pur sang. De baas combineert tv-kijken met werken, ik kijk televisie en ik blog of schrijf een ander stukje, ik kijk televisie en vouw de was, ik kijk televisie en lees een krantje. Er zijn ontzettend veel dingen die ik kan combineren met tv-kijken.
Collega die vooral actualiteitenprogramma's kijkt heeft ooit eens gebeld met iemand die op dat moment Hotter than my daughter keek. Dichter is hij niet bij tv-pulp geweest. Hij kent het fenomeen niet. De baas en ik praten hem even bij over de formule van Hotter than my daughter: dat dochters die zich schamen voor hun vaak schaars geklede moeder ze opgeven en dat er vervolgens een make over op uitnodiging van Gordon himself volgt. Ik geef nog even een imitatie van de vette lach van Gordon ten beste.
Het is genieten. Behalve dat, leer ik ook ontzettend veel van het kijken van al die programma's: hoe ik mijn huis moet stylen, hoe ik me wel of niet moet kleden, hoe ik mijn planten moet verzorgen (dat je sommige planten in de winter geen water moet geven!), hoe ik levensreddende handelingen en kleine medische ingrepen moet verrichten, welke lekkere dingen ik zou kunnen koken als ik tijd en zin had en van alles en nog wat over mens-zijn (want daar gaan alle series tenslotte over). Ik kan het iedereen en collega in het bijzonder aanbevelen. Het levert je veel blijvende bagage op, in tegenstelling tot actualiteitenprogramma's. Actualiteiten zijn morgen immers alweer oud nieuws.
Collega die vooral actualiteitenprogramma's kijkt heeft ooit eens gebeld met iemand die op dat moment Hotter than my daughter keek. Dichter is hij niet bij tv-pulp geweest. Hij kent het fenomeen niet. De baas en ik praten hem even bij over de formule van Hotter than my daughter: dat dochters die zich schamen voor hun vaak schaars geklede moeder ze opgeven en dat er vervolgens een make over op uitnodiging van Gordon himself volgt. Ik geef nog even een imitatie van de vette lach van Gordon ten beste.
Het is genieten. Behalve dat, leer ik ook ontzettend veel van het kijken van al die programma's: hoe ik mijn huis moet stylen, hoe ik me wel of niet moet kleden, hoe ik mijn planten moet verzorgen (dat je sommige planten in de winter geen water moet geven!), hoe ik levensreddende handelingen en kleine medische ingrepen moet verrichten, welke lekkere dingen ik zou kunnen koken als ik tijd en zin had en van alles en nog wat over mens-zijn (want daar gaan alle series tenslotte over). Ik kan het iedereen en collega in het bijzonder aanbevelen. Het levert je veel blijvende bagage op, in tegenstelling tot actualiteitenprogramma's. Actualiteiten zijn morgen immers alweer oud nieuws.
Abonneren op:
Posts (Atom)