zondag 29 september 2013

Dat is een pikolpanzarl



Dat is een pikolpanzarl. Dat is een komparteilam. Dat is een talimanei. Dat is een kantamulie. Nee, ik leer geen esperanto. Het is ook geen andere vreemde taal. Deze woorden bestaan niet. Het zijn verzinsels. Ik krijg ze aangeboden via het Meertens Instituut. Die doen namelijk een onderzoek naar klemtoongebruik in Nederland. Ik moet aangeven hoe ik de klemtoon zou leggen, zodanig dat het volgens mij het meest Nederlands klinkt. Het duurt ongeveer een kwartier om mee te doen aan het onderzoek. Ik vind het leuk. 

Als je zoals ik in het Noorden van het land woont, dan weet je natuurlijk dat er veel verschil is in klemtoongebruik. Het is hier namelijk vergeven van de Friezen en die leggen de klemtoon op geheel eigen wijze zal ik maar zeggen. Niet zoals wij Groningers dat doen. Neem nou de plaats Hoogkerk. Een echte Groninger weet hoe het hoort: je zegt Hoogkerk. Juist, met de klemtoon op kerk. Maar geef ze de kost eens die zeggen Hoogkerk, met de klemtoon op Hoog. Een ding weet je dan in ieder geval: dat zijn geen Groningers. 


















zaterdag 28 september 2013

Een bofkont

Wat ben ik toch een bofkont! Vanmorgen hoor ik voor de radio dat de hersenen van mensen die tweetalig zijn langer fit blijven. Zit ik met mijn Gronings (en daarnaast het Nederlands) toch even helemaal gebeiteld! Ik wist het altijd al. Gisteravond had ik een etentje, deels met mensen die ik al lang niet gezien had. Een van hen haalde herinneringen op: ooit waren we met z'n allen op kerken- en kroegentocht toen we een ploeg van Radio Noord tegen het lijf liepen. "Jij gaf toen nog een interview in onvervalst Gronings", zegt hij nog steeds enigszins verbaasd. Hij is de enige niet. Ooit kreeg ik een heel verbaasde reactie van iemand omdat ik als rasechte Groningse Nederlands ging studeren. Alsof dat ook maar iets met elkaar te maken heeft. Nou ja wat zal ik zeggen; nu ik weet wat ik weet over mentale fitheid en tweetaligheid: er zijn mensen die op jonge leeftijd al gebaat zouden zijn bij tweetaligheid.

Mijn houding ten opzichte van het Gronings is niet veranderd. Met onze kinderen praat ik Gronings, net als met E. Voor de kinderen geldt dat ze niet allemaal Gronings tegen ons praten. Onze zoon wel. Hij is vandaag aan het werk. Voordat ik ga koken informeer ik even of hij thuis eet, of bij zijn oom, die dit weekend alleen thuis is. "Eetstoe hier of bie dien oompie?" sms ik hem. Even later krijg ik een sms'je retour. "Ik eet gewoon thuis". Het is afkomstig van de aannemer. Die had ik deze week nog een berichtje gestuurd. Met de kinderen whatsApp ik meestal, maar omdat ik denk dat hij nu geen beschikking heeft over internet, sms ik maar even. Maar goed, het sms'je is dus verstuurd naar de laatste persoon die ik ge-sms't heb. Ik ruim het misverstand even uit de weg. "Nou eetse din! Blij dat ik weet dat je gewoon thuis eet vanavond :). Het sms'je was voor onze zoon bedoeld" sms ik. "Dat had ik al begrepen" sms't hij terug. Met enig knip- en plakwerk komt het sms'je ook nog bij onze zoon terecht. Die laat weten dat hij niet thuis komt eten. Hij eet samen met zijn oom.

woensdag 25 september 2013

De luis in de pels van de Lidl

Tegenwoordig haal ik mijn boodschappen bij de Lidl. Ik kom nog wel in de Jumbo voor specifieke producten, maar de Lidl is nu mijn hoofdleverancier. En ik ben niet de enige die graag bij de Lidl komt. Vandaag lees ik in de Regiokrant, het plaatselijke huis-aan-huis-blad, dat de Lidl hier ter plaatse een van de succesvolste is van Noord Nederland. En wat gebeurt er als het goed gaat met de zaken? Precies, dan gaan ze verder groeien. Zo ook hier: de Lidl wil uitbreiden. Om dat mogelijk te maken zijn twee aanpalende panden opgekocht. Die gaan nu tegen de vlakte om ruimte te maken voor nieuwe parkeerplekken, zodat op de oude parkeerplekken een nieuw stukje Lidl kan worden gebouwd.

De bouw van het nieuwe Lidl-pand was niet onomstreden. De buurvrouw van het naastgelegen historische pand vroeg een sloopvergunning aan uit protest, omdat haar pand naar eigen zeggen geen cent meer waard was met dergelijke hoogbouw pal naast de deur. En inderdaad: het pand is hoog, heeft een donkere steen en de muur aan de onderzijde is blind. Het is niet om aan te zien. De welstandscommissie moet een vlaag van verstandsverbijstering hebben gehad toen ze deze plannen goedkeurde. Voor de inwoners van de gemeente is het goedkeuren van een dergelijke bouw een vreemde boodschap. Zo moest het aangezicht van ons nieuwe huis bijvoorbeeld lijken op ons oorspronkelijke huis. Er moest zelfs een baksteen worden overlegd om te kijken of ons huis niet 'te rood' zou worden. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de regels voor de Lidl een beetje zijn omgebogen. 

En volgens mij is dat nu weer aan de orde. Een van de af te breken gebouwen is namelijk een kantoorpand, een blokkendoos in Amsterdamse stijl, waarvan velen dachten dat het een gemeentelijk monument is. Dat blijkt niet het geval. Sterker nog: de Lidl mag het zomaar slopen, zonder een vergunning aan te vragen. Sinds vorig jaar is er namelijk nieuwe wetgeving, het zogenaamde Bouwbesluit. Als een bouwwerk voldoet aan bepaalde criteria is een melding van sloop bij de gemeente voldoende. Als de gemeente de melding accepteert kan de sloop beginnen. Is het bewuste pand een bouwval? Nee, absoluut niet. Aan welke criteria het dan wel voldoet wordt niet duidelijk. Een zoektocht op de website van de gemeente helpt me ook niet verder op weg. De sloopvergunning van de buurvrouw werd overigens afgewezen. Blijkbaar voldeed haar woning niet aan de criteria in het Bouwbesluit.

Al met al is de boodschap duidelijk: ruim baan voor de Lidl. Slechts een luis in de pels houdt een ongebreidelde groei van de Lidl tegen. Een kleine middenstander erfde de naast de Lidl gelegen textielzaak van haar ouders en woont er zelf boven. De Lidl heeft haar al verschillende malen een bod gedaan, maar tot nu toe weigert ze. Ik sprak haar er een tijd geleden over: "Ik kan nooit goedkoper zaken doen dan hier. Waarom zou ik dan verkassen?" zei ze. Dus weigert ze. En daar kan niemand iets aan doen. Ook de gemeente niet. 

dinsdag 24 september 2013

Crisisbakken

"We komen weer niet uit", zegt E. vanmorgen. Hij staat met het laatste restje brood in de hand. Twee maal in de week halen we een vaste bestelling bij de bakker. Een deel gaat op voor direct gebruik, de rest gaat in de vriezer, zodat het vers blijft. Onze bestelling is al sinds jaar en dag gelijk. Toen de oudste uit huis ging moesten we het een klein beetje naar beneden bijstellen, maar sindsdien is het weer constant. Er zit niet veel variatie in onze gezinsconsumptie. Het gebeurt wel eens dat we niet genoeg hebben. Dan halen we gewoon bij. Maar nu lijkt er een lijn in te zitten. Al weken achtereen moeten we een dag eerder brood halen. Aangezien we niet meer eten is daar maar een verklaring voor: de broodjes zijn kleiner. "Volgens mij zijn ze kleiner", zeg ik tegen E. "Ik heb er laatst al iets over gezegd, maar ze zeiden dat het allemaal hetzelfde gewicht is. De ene keer pakt het gewoon net iets groter uit dan de andere keer." Maar nu zijn het wel heel veel keren op een rij. Dat kan geen toeval zijn. De bakker bakt het broodje vast net iets kleiner om de crisis door te komen: het is crisisbakken.

maandag 23 september 2013

Wat is oud?

Wat is oud? Zelf ben je het in ieder geval niet. Gisteren werd mijn vader 80 jaar. Dat is best al oud, vind ik als 52-jarige. Maar mijn vader vindt weer anderen oud. Voor iemand van 20 ben je best al oud als je 52 bent. Maar zelf vind ik dat ik nog helemaal niet oud ben. Als werknemer ben je boven je 45-ste al oud.

Vanmiddag hoorde ik iemand zeggen: "Eruit met die ouwe hap!" Ze refereerde naar oudere medewerkers. Medewerkers waarin de organisatie heeft geĆÆnvesteerd, medewerkers die al heel veel voorbij hebben zien komen. Medewerkers met een schat aan informatie en een uitgebreid arsenaal aan interventies. Uiteraard zijn er ook medewerkers die niet voor- of achteruit willen. En soms zijn dat ouderen. Vaak en gemakkelijk worden oudere  medewerkers snel even op een hoop geveegd als ouwe hap. Het vertegenwoordigt een bepaalde kijk op ouderen. Ouder ben je al snel en ouder zijn betekent: niet jong en fris, saai, weinig flexibel. Ik denk dat dat niets te maken heeft met leeftijd. Waar het alles mee te maken heeft is houding. Je hebt ouderen die niet voor- of achteruit willen, maar je hebt ook jongeren die enorm vastgeroest zitten en kortzichtig zijn, jongeren die op jonge leeftijd al 'oldgeboorntjes'* zijn.

Ik vind het een onterechte opmerking en dat zeg ik ook, maar al te druk maak ik me er niet over. Als je al wat langer meeloopt, weet je dat je op zo'n moment rustig achterover kunt leunen: oud word je namelijk allemaal en vanzelf. Als je een beetje mazzel hebt.

*Gronings woord voor mensen die zich heel jong al oud gedragen.

zondag 22 september 2013

Ken je deze oude vent?

Onze jongste heeft sinds kort een smartphone. En daar kun je van alles mee. Dat wist ik natuurlijk wel, want ik heb zelf een smartphone. Maar zij doet er dan toch weer heel andere dingen mee. Soms download ik op haar advies een app, zoals Shazam bijvoorbeeld. Shazam herkent nummers voor je. Dus als er iets leuks voorbij komt op de radio -en E. is niet in de buurt- hou ik mijn telefoon ervoor en dan zoekt Shazam op welk nummer het is.

Zij speelt vooral spelletjes op haar telefoon. Vanmorgen is ze bezig met een BN-erskwis. Het begrip BN-er is vrij rekbaar: ook mensen die vooral bekend zijn van hun deelname aan Expeditie Robinson zijn ineens bekende Nederlanders. Ik ben er vrij goed in. Dat heb ik dan weer: je hebt er niets aan, maar ik onthou het. Maar op sommige namen kom ik even niet. Ze drukt me haar telefoon onder de neus terwijl ik het toilet schoonmaak. "Wie is dit ook alweer?" Het is Albert Verlinde, maar op die naam kom ik niet ineens. "Terlinden? Hoe heet 'ie ook nog maar van voren? ... Albert, ja dat is het Albert Terlinden. Oh nee, Albert Verlinde." "Okee, bedankt" en ze verdwijnt weer. Als ik klaar ben met schoonmaken en voor het ontbijt ben neergestreken in de kamer, houdt ze me haar telefoon voor: "Ken je deze oude vent?" Het is Herman van Veen. Ik ben geshockeerd. Dat is toch echt een bekende Nederlander! En zo oud is die toch nog niet? Het is wel duidelijk: hier gaapt een generatiekloof.

zaterdag 21 september 2013

Blauw vinyl

Voor de brand hadden E. en ik een behoorlijke platencollectie. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het overgrote deel van onze collectie van E. was. Ik had niet zoveel lp's, maar de lp's die ik had waren wel te gek: ik noem David Bowie, Roxy Music. We hebben ook altijd een pick up, een grammofoonplatenspeler, in huis gehad. En zo nu en dan draaiden we dan een plaatje.

Vanavond kijken we naar David Bowie, five years, een documentaire over David Bowie op Nederland 3. In onze collectie hadden we ook een dubbelelpee van David Bowie in blauw vinyl. Die had ik in het pre-E-tijdperk gekocht. Het was de dubbelelpee Stage met prachtige nummers als Speed of life en Warszawa. "Ik vond Bowie hartstikke goed", zeg ik tegen E. "En al die nummers klinken toch ook nog heel eigentijds." Dat het een blauwe elpee was vond ik echt te gek. Nog altijd is Speed of life een van mijn favorieten. Gelukkig kun je de muziek nog altijd beluisteren, maar jammer genoeg niet meer van blauw vinyl.


donderdag 19 september 2013

Absurd

Gisteren reed ik even langs het gemeentehuis om door te geven dat we zijn verhuisd. We wonen hier nu alweer vijf weken, maar het is er tot nu toe bij gebleven om dat even aan de gemeente te melden. Het huis is inmiddels al gekeurd door iemand van de gemeente, dus in principe weten ze het. Maar goed, dat is van een andere afdeling. En wij doen het natuurlijk zoals het hoort.

Dus meld ik me bij de balie nadat ik netjes een bonnetje heb getrokken. "Wij zijn verhuisd", zeg ik. "Dat wil ik graag even melden." "Daar moet u even een afspraak voor maken", zegt de dame achter de balie. Ik val ter plekke bijna om van verbazing. Met alles wat ons is overkomen hebben we het nooit tot een afspraak geschopt en nu moeten we voor een simpele verhuizing van A naar B een afspraak maken? "Waarom?", zeg ik. "Daar zie ik het nut niet van in. Wat moet er dan worden besproken?" Dat kan ze me niet direct vertellen. "Ik vind het absurd", zeg ik. De dame die naast de baliemedewerkster zit -een collega of stagiaire wellicht- wordt gegrepen door de twijfel na mijn toch wel uitgesproken reactie. "Hebben we daar niet gewoon een formulier voor?", vraagt ze. Een andere collega wordt erbij geroepen. "Mevrouw is verhuisd. Kan dat ook met een formulier worden afgehandeld?" De collega gaat op zoek naar een formulier en dat mag ik dan gewoon meenemen. Een afspraak hoeft niet.

Als ik in de auto stap om naar mijn volgende afspraak te reizen, denk ik er nog even over na. Als ze dit aan alle mensen die in de gemeente Hoogezand wonen aanbieden, dan loopt dat nogal in de kosten. Ik zoek het even op: in de gemeente wonen 34.438 inwoners. Het is nog veel absurder dan ik dacht.


woensdag 18 september 2013

Aan ons heeft het niet gelegen

Nederland komt maar moeilijk uit de recessie. Minister Dijsselbloem legt gisteravond uit waarom de crisis in Nederland langer duurt dan in de ons omringende landen. Het heeft ermee te maken dat we allemaal op te grote voet hebben geleefd. De banken hebben het balletje aan het rollen gebracht. Maar dat is het niet alleen. Niet alleen de staat, maar ook de burgers van Nederland hebben teveel schulden. We zullen hoe dan ook een stapje terug moeten doen. En dat is niet makkelijk. Het is geen populaire boodschap, waar zijn partij bij de komende verkiezing ongetwijfeld de rekening voor moet betalen. Maar hij legt het helder uit vind ik. Dat maak je niet zo vaak mee: een politicus die zulke klare taal spreekt. Hij zegt het natuurlijk netter, maar ik trek mijn conclusie: de hele crisis heeft te maken met collectieve verwendheid, met massaal over het paard-getild-zijn. Met dingen willen hebben en kopen waar je eigenlijk geen geld voor hebt.

Bij ons in het dorp had je vroeger de Raiffeisenbank. Ik ging er braaf heen om te sparen. Daarvoor had ik een oranje metalen spaarpot met daarop een metalen plaatje met Raiffeisenbank. Braaf gooiden we alles in onze spaarpot en die brachten we dan naar de bank. Daar werd het keurig in ons spaarbankboekje geschreven en zo kwamen wij dan langzaam maar zeker vooruit in de wereld. Zo nu en dan kreeg je een cadeautje als jonge spaarder. Zo ging dat in de jaren zestig en zeventig.

Ik heb dus geleerd om te sparen. En dat doe ik nog steeds: voor onvoorziene uitgaven, voor de kinderen. Zodat je als het moet het geld direct voorhanden hebt. Een paar spaarcenten achter de hand werkt zeer ontspannend voor mij. En tegenwoordig is het ook weer prima om te sparen- mits je het daarna maar weer uitgeeft. Geld moet rollen tenslotte.

Was het in de jaren tachtig, dat de klad erin kwam? Dat we veel meer geld uitgaven dan er binnenkwam? Ik herinner me nog wel de gesprekken met onze hypotheekadviseur in de jaren '90. Onze hypotheek was namelijk een lachertje, aldus de adviseur. We werden voor gek verklaard: we zouden immers veel meer belastingaftrek hebben als we onze hypotheek zouden verhogen? Maar wij, domme risicomijders, vonden het eigenlijk wel lekker zo'n lage hypotheek. Mocht het dan even iets minder gaan, dan leverde dat voor ons geen problemen op. En het ging toch prima? Het beviel ons prima: sparen voor een verbouwing en dan pas verbouwen. Zo kom je vanzelf waar je wilt zijn. Zo hebben wij dat geleerd.

Vorig jaar hadden wij een joekel van een onvoorziene uitgave: ons huis brandde af. Natuurlijk, je krijgt geld uitgekeerd van de verzekering. Maar dat duurde wel even en het kost je hoe dan ook altijd zelf geld. Dankzij ons spaargeld hebben we daar geen moment stress over gehad. En dat was heerlijk, aangezien er al genoeg stressfactoren aanwezig waren. We hebben bepaalde keuzes in het huis kunnen maken zonder dat we daarvoor onze hypotheek hoeven verhogen. Ik kan dan ook met een gerust hart zeggen: die crisis? Aan ons heeft het niet gelegen.


dinsdag 17 september 2013

Kleine-voeten-sensatie

Het is nu toch echt herfst. Vanmiddag had ik een bijeenkomst, waarbij even flink geventileerd werd en voor het eerst dacht ik: "Hmm, fris". En direct daarna: "Lekker!" De herfst is in aantocht. Je merkt het aan alles. Ik hou ervan dat het frisser wordt. De keerzijde is dat ook de tijd van de zomerschoenen voorbij is. Dit weekend ruimde ik ze op. Niet dat ze ver weg zijn, maar ze zijn toch even op het tweede plan gezet. Dus vanaf nu verdwijnen de gelakte nagels toch vooral weer in de schoen.

Ik zeg het met lichte spijt. Ik had namelijk een een aantal zeer elegante schoenen met open tenen waar mijn tenen -al zeg ik het zelf- bijzonder fraai in uitkwamen. Het zit namelijk zo: mijn linkervoet is een maat groter dan mijn rechtervoet. En dan is een schoen met open teen lastig. Maar deze zomer heb ik er maar liefst twee paar gescoord waarbij dat dankzij het verstelbare hakbandje helemaal geen probleem was.


En dit is helemaal fantastisch voor iemand met grote voeten: een hak midden onder de voet. Eindelijk een kleine-voeten-sensatie!



              

zondag 15 september 2013

Luxe went snel

We zitten nu alweer vier weken op onze eigen plek. We zijn nog lang niet weer op orde en ik ben nu op het punt dat ik me realiseer dat dat ook nog wel even gaat duren. Maar we zetten stappen en daar gaat het om. Dit weekend hebben we een kast opgehangen. Vorig weekend deden we ook al een poging, maar toen zakte het door. Dus deze week hebben we een beetje extra steun georganiseerd en nu hangt het strak aan de muur. Het enige wat nu nog rest is het verven van de steunders waar het geheel op rust.

En dit weekend kwam ook het bed voor onze zoon. Hij sliep sinds de brand in een logeerbed. Geen ideale situatie, maar hij wilde graag een groot bed en dat paste niet in zijn kamer op ons tijdelijke adres. Dus zaterdag eerst de kamer leeg, toen de kamer weer ingericht. Nieuw beddengoed aangeschaft en gewassen... Dat noem ik nog eens een welbesteed weekend.

Verder lijkt het wonen hier als vanouds, ook al is het huis nieuw. Dat laatste ontgaat ons natuurlijk niet. Naast de onwennigheid van een nieuw huis heb je ook de luxe die daarbij hoort. Zo hebben we in onze superkeuken een quooker waarmee we Ć  la minute kokend water kunnen tappen. Ik had van tevoren niet gedacht dat dat zo handig zou zijn: rijst koken? Kokend water erop en 8 minuten later is het klaar en zo gaat dat met alles. Ik geniet er enorm van. Vanmiddag tapt E. een theepotje kokend water. "Wat een luxe hĆØ?", zeg ik tegen E."Ja en het went snel", zegt hij. En zo is het: vier weken geleden hadden we er geen idee van en als onze quooker nu stuk zou gaan, zouden we echt balen. Zo snel raak je verwend.


zaterdag 14 september 2013

Pasteitjes natuurlijk

Jammer genoeg heb ik geen foto's gemaakt...
Ooit wilde ik bakker worden. Het is er niet van gekomen en ik kan me er zelfs niet op laten voorstaan dat ik een puike thuisbakker ben. Het hele proces van bakken en koken is niet aan mij besteed. Mijn bakactiviteiten hebben zich het laatste jaar beperkt tot het bakken van 2 Hermannen en het kijken van programma's als Heel Holland bakt en de Engelse variant daarvan. Tot vorige week dan. Vorige week bakte ik namelijk pasteitjes, geĆÆnspireerd door Heel Engeland bakt.

Aangezien ik altijd royale hoeveelheden kook, gaat er nog wel eens een restje in de vriezer. Als het aardappels zijn dan bakken we ze op, of we maken een aardappelomelet. Maar de aardappelomelet is hier een beetje uit de gratie. Dat gebeurt wel vaker met gerechten die snel en smakelijk zijn: die komen net iets te vaak op tafel.

Deze keer had ik een schnitzel over en vier aardappels. Met Heel Engeland bakt nog vers in het geheugen leek het me niet meer dan logisch om van deze restjes pasteitjes te bakken. Zo moeilijk leek dat op de televisie namelijk helemaal niet. Een kleine check leert me dat ik niet alle ingrediƫnten in huis heb, maar aangezien we nu weer op loopafstand van de supers wonen is dat geen probleem. Ik wandel even heen voor een pakje diepvriesbladerdeeg. Dat kun je namelijk wel zelf maken - ik heb het op tv gezien, maar dat doe je natuurlijk niet. Daar hebben ze mensen voor bij Koopmans. Die doen dat met plezier voor je.

Met goede zin ga ik aan de slag. Ik laat de bladerdeeg ontdooien en maak een prutje voor het pasteitje: aardappels, diepvriesdoperwtjes, schnitzel en winterwortel, beetje kippenbouillon en flink wat garam massala en klaar is mijn vulling. De bladerdeeg is ontdooid. Dan sta ik voor het eerste dilemma: in Heel Engeland bakt hebben pasteitjes met reden de kenmerkende halfronde vorm met de kunstig omgevouwen rand. Destijds waren pasteitjes namelijk het voedsel voor mijnwerkers. Hun vrouwen verwerkten restjes in de pastei en vouwden de rand dan om als een soort handvat. Zo konden de mijnwerkers het pasteitje opeten zonder het met hun vieze handen aan te raken. Het handvat werd na het eten weggegooid.

Voor mij gaat die mooie halfronde vorm niet lukken. Ik heb nog geen deegroller en die heb ik nodig om een pasteitje van formaat te maken. Vol goede moed begin ik aan vierkante pasteitjes, maar na de eerste is een ding mij al wel duidelijk: of ik heb teveel vulling, of te weinig bladerdeeg. Enfin, ik ga onverstoorbaar door. Ik kom er al snel achter dat het nog helemaal niet eenvoudig is om die rand te vouwen en alle vulling 'binnen' te houden. Anders gezegd: het pulkt er van alle kanten uit. Met een beetje forceren lukt het toch nog om de pasteitjes dicht te drukken. Ik prik bovenin gaatjes en werk het af met een beetje melk voor wat glans.

Als ik het resultaat samen met een bak sla op tafel zet ben ik tevreden: elegant zijn deze volgepropte vierkanten niet, maar het is toch maar mooi gelukt. Mijn gezin is niet razend enthousiast, maar ze gaan ook niet over hun nek. Dat noem ik een succes. "Best lekker toch?", zeg ik tegen E. "Ik vind het lekker." "Het kan best wel", zegt E. "Als je maar niet elke week pasteitjes gaat bakken." Ik denk dat het wel meevalt: dit was eerst weer voldoende bakavontuur voor mij.





woensdag 11 september 2013

Beter naar de Gamma

Vanmorgen ben ik met de auto op pad, druk bezig met een aantal huisverbeteringsacties. Ik hou het overzichtelijk; ik doe maar een paar winkels aan, maar gelukkig met een goed resultaat: plakhaakjes, viltjes voor onder de stoelen, opbergers. En dan thuis direct alles weer wegwerken en ordenen. Het klinkt simpel, maar je kunt er een dagtaak aan hebben. Soms stemt het je tot tevredenheid, soms ben je gewoon bekaf.

Vandaag slaag ik voor 75%. Niet gek. Het enige wat niet is gelukt is de afstandsbediening voor het raam boven onze vide. Na een zoektocht op internet vond ik de Praxis als een van de leveranciers. Maar daar was het niet meer voorradig, of gewoon helemaal uit de voorraad. Bij de tegenoverliggende Gamma konden ze me wel helpen, maar met een grijs exemplaar. Voor de witte variant moet ik nog een weekje wachten. Maar goed, het is niet voor het eerst: de Gamma is beter gesorteerd dan de Praxis. Dus in het vervolg eerst maar naar de Gamma.



vrijdag 6 september 2013

Vuistregels voor geldverkeer

Onze zoon krijgt op school economie. Economie vindt hij 'hartstikke makkelijk'. Hij heeft dan ook een heldere kijk op geldverkeer. Dat heeft ermee te maken dat hij het simpel houdt. Zo hanteert hij twee vuistregels voor de verschillende geldstromen: eentje voor geld verdienen en eentje voor geld uitgeven.

De vuistregel voor geld verdienen is:
Tiktaktun, veur niks schient de zun!

En voor geld uitgeven:
Kist rekenen? Reken der mor nait op!

Het mag duidelijk zijn dat we met deze twee vuistregels nooit uit de economische crisis komen. Het geld rolt dan namelijk maar een kant op: zijn kant.

woensdag 4 september 2013

Blind kopen

Een tijdje geleden vertelde ik collega dat ik eigenlijk geen spullen meer wilde. Dat is een opmerkelijke uitspraak voor mij. Ik ben namelijk mijn leven lang van het verzamelen geweest. Maar het klopt: na de brand verhoud ik me anders tot materiƫle zaken. Ik sta er min of meer onverschillig tegenover. Aanvankelijk wilde ik eigenlijk niks en alhoewel er wel enige sprake van herstel is; ik hoef nog steeds niet zo nodig. Ik kan er wel even wat psychologie van de koude grond op loslaten: de dingen die ik echt belangrijk vond zijn er niet meer. En nu lijkt het een beetje alsof ik niets meer echt belangrijk wil laten zijn. Als iets je onverschillig laat, dan maakt het namelijk ook niet zoveel uit of je het wel of niet hebt. Maar wie weet, misschien ga ik nu we weer thuis zijn wel weer spullen verzamelen.

Waar ik in ieder geval nog steeds graag kom, dat is de kringloop. Maar ook daar beoordeel ik iets minder snel als een must have. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Toen ik dit tekstbord zag staan, aarzelde ik geen seconde: die moest ik hebben. Dit schreeuwde van alle kanten must have. T E K S T B O R D   M E T   L O   S E  L E T T E R S stond erop. "Staat er geen s omdat er niet voldoende letters zijn?", vraag ik de dame van de kringloop. "Dat weet ik niet", zegt ze. Het komt er op neer, dat ik de letterbak 'blind' moet kopen en het risico op een kat in de zak moet nemen. Nou dat durf ik nog wel aan. Ik heb het afgelopen jaar grotere risico's genomen, dus ik koop het bord met bijbehorende letterbak voor €7,50. Waarom? Omdat het een vondst is, een item dat hoort bij een tijdperk. Het zal niet meer gemaakt worden en daarom is het nu al geschiedenis. Het is voor mij omgeven door jeugdsentiment: ik zie de aankondigingen op eenzelfde bord in het dorpshuis in mijn geboortedorp nog: Floralia 5 september, vogeltjestentoonstelling. En hoe leuk is het om hier je eigen boodschappen op te pinnen? Opgetogen ga ik terug naar huis.


De oudste ligt op het moment dat ik met het bord thuiskom gevloerd op de bank. Ze komt bij van een introductiekamp. De jongste neemt het bord onmiddellijk in beslag. Ze vindt het te gek. "Gelukkig zei ik als eerste dat ik het leuk vind", zegt ze als haar zus even later wakker wordt en aangeeft dat ze het ook een leuk ding vindt. Ze pint dat het een lieve lust is. Er zijn al verschillende teksten gepasseerd. Deze zette ze zelf even op de foto - voor bij mijn blog.




dinsdag 3 september 2013

Vals alarm

Het is even wennen in zo'n nieuw huis. Vooral de geluiden zijn anders. In dit geval is het een vreemde mengeling. De omgevingsgeluiden zijn vertrouwd: de ambulance die uitrukt, auto's die voorbij rijden, mensen die al pratend voorbij wandelen.

Dat is anders voor de geluiden in huis: die zijn nieuw. Het klinkt nog een beetje hol. We moeten ook wennen aan de aparte geluiden die bij het huis horen. Het dak kreunt af en toe: ik denk dat het nieuwe hout zich voegt. De afzuigkap maakt een ander geluid dan we gewend zijn. Op het hoogste niveau heeft het een turbulentie waar een klein vliegtuig jaloers op zou zijn. Andere dingen hoor je weer niet, want gehorig is het huis helemaal niet.

Deze week werden E. en de jongste opgeschrikt door een hoog gepiep. Als er iets is wat we overgehouden hebben aan de brand dan is het wel dat we tot op het bot uitzoeken waar vreemde geluiden of luchtjes vandaan komen. Dus gaan ze op zoek... om uiteindelijk uit te komen bij een rookmelder die nog in de vensterbank ligt. Twee zijn er al gemonteerd en nog gekoppeld bovendien. Of de derde nog moet? Dat staat op het lijstje vragen voor de installateur. In ieder geval was dit vals alarm. Gelukkig maar. 

zondag 1 september 2013

Aan belangstelling geen gebrek

Vanmiddag zitten de dames hier in huis even te relaxen. Ineens komt er een meisje onze oprit oplopen. Haar vriend blijft voor bij de weg staan wachten. De jongste gaat naar de schuifpui om te horen wie ze zoekt, maar dan keert het meisje om en gaat terug naar haar vriend. "Was zij het niet, die bij jou in de klas zat?", vraagt de jongste aan haar zus. Die ontkent. We speculeren nog even, maar gaan dan allemaal weer verder met onze bezigheden.

Even later kijk ik recht in de ogen van een oudere man. Omdat ons huis dicht op de stoep staat, hebben we roosters voor de ramen. Geen plakplastic, maar metalen roosters met klavertjes erin. Het doet zijn werk: het is niet afgesloten, maar je zit ook niet in een etalage. De man staat op zijn tenen over het rooster te gluren zo onze woonkamer in. Hij verbreekt het oogcontact en loopt verder naar achteren. Aan de kant van het huis staat hij even te kijken. Dan loopt hij terug naar voren. Ik verwacht dat hij naar de voordeur gaat en loop naar voren. Maar nee, hij loopt gewoon verder. Dus ik roep: "Meneer, zoekt u iets?" Hij komt teruglopen en zegt: "Nee hoor, ik wilde gewoon even kijken hoever het nu was met de bouw." "Nou het is klaar", zeg ik. "Nog wat laatste dingetjes binnen, de bestrating en de schuur en dan is het helemaal klaar." "Oh, nou ik wou het gewoon even weten", zegt hij.

Aan belangstelling geen gebrek dus hier.