"Dat is geen echt woord", zegt E. Hij leest mijn blog Crimescene no. 1. Ik heb daar het woord aardappelen - dansen door enkel met de heupen te schudden - gebruikt. Voor mij zegt dat woord alles wat ik wil zeggen. "Is dat echt zo?", vraag ik. E. bevestigt het en de oudste valt hem bij. Ik had kunnen zweren dat het een algemeen bekende term voor het heupschuddende dansje was. En dat gebeurt wel vaker.
Vorige week lag hier het Groninger woordenboek bijvoorbeeld nog weer even op tafel. Tijdens een feestje nog wel! We zochten naar het gezegde Veur de keutel te duur, zoals in Dij is veur de keutel te duur of Dat is veur de keutel te duur. De betekenis van dit gezegde is 'geen cent waard zijn'.
Mijn zus en ik waren samen op stap toen ik het gebruikte. "Is het eigenlijk een bestaand gezegde?", vraag ik haar. Het is namelijk een gezegde dat vooral door onze zonen wordt gebruikt en die kunnen wel iets verzinnen. We komen tot de conclusie dat dit misschien geen Nederlands gezegde is, maar dan toch echt wel een Gronings gezegde. We zitten op dat moment in de auto, dus checken kunnen we het niet. Dat komt dus later - naar aanleiding van een anekdote van boezemvriendin. We zoeken op keutel - geen succes. "Körrel dan?" zeg ik. Maar ook bij körrel komen we het gezegde niet tegen. Het is dus hoogstwaarschijnlijk een gezegde dat we ons in de familie zo eigen hebben gemaakt dat het lijkt alsof het er altijd al geweest is.
Boezemvriendin vertelt op het feestje dat ze als Drentse ooit dacht goede sier te maken bij haar nieuwe buren op het Groningse platteland met haar Gronings. Bij ons thuis bezigden we vaak het gezegde Til mie der mor eevm òf als we 'laat maar even' bedoelden. Toen zij overtuigd tegen haar buurvrouw zei: "Til mie der mor eevm òf", keek die haar niet-begrijpend aan. "Woaròf?", was de reactie. Mijn moeder bedacht deze klassieker. Zij is op dit gebied dan ook een grote inspiratiebron voor onze zoon.
Taal kun je je eigen maken. Het is dynamisch en helemaal van jou. Daarom hou ik er zo van. En tja: bij sommigen is het net iets dynamischer dan bij anderen.
donderdag 25 december 2014
Tegeltaal
zaterdag 20 december 2014
Crimescene no.1
Er loopt een dunne lijn tussen fijn relaxen en totale verslonzing. Onze zoon beticht zijn zussen altijd van het laatste. Het is een term die hij al bankhangend oppikte van het programma De Modepolitie waar zijn jongste zus graag naar kijkt.
De Modepolitie arresteert mensen die een modedelict begaan. Dat kan uiteenlopen van het je niet naar je leeftijd kleden tot ernstige delicten als totale verslonzing. De delinquenten worden 'opgepakt' door Thijs Willekes en Manon Meijers die zelf ook niet vies zijn van een modedelictje als je het mij vraagt. Thijs toupeert zijn haar nog net niet in een B52 en Manon doet niets voor haar lange lijzige lichaam met een tot aan haar magere hals dichtgeknoopte bloesje.
Onze dochters maken zich volgens onze zoon schuldig aan totale verslonzing omdat zij in het weekend graag in joggingbroek en een hoodie rondlopen. De oudste maakt het af en toe nog bonter. Zij heeft in het weekend regelmatig pyjamadagen en haalt daarmee de gemiddelde leeftijd voor dit fenomeen behoorlijk omlaag. Op die pyjamadagen is het delict totale verslonzing zeker op haar van toepassing, maar het is de vraag of daar niet nog een overtreffende trap voor bedacht moet worden. Alhoewel voor deze vakantie de pyjama misschien nog te verkiezen is boven het alternatief: ze kreeg van haar vrienden voor haar verjaardag namelijk een rendiertrui met belletjes. Gisteravond kwam ze hier al aardappelend* (en dus rinkelend) binnenrollen. Hohoho!
Ik bereid me er alvast op voor: de komende twee weken is het hier crimescene no. 1 als het om modedelicten gaat.
*zelfbedachte term voor een dansje waarbij enkel de heupen worden geschud.
De Modepolitie arresteert mensen die een modedelict begaan. Dat kan uiteenlopen van het je niet naar je leeftijd kleden tot ernstige delicten als totale verslonzing. De delinquenten worden 'opgepakt' door Thijs Willekes en Manon Meijers die zelf ook niet vies zijn van een modedelictje als je het mij vraagt. Thijs toupeert zijn haar nog net niet in een B52 en Manon doet niets voor haar lange lijzige lichaam met een tot aan haar magere hals dichtgeknoopte bloesje.
Onze dochters maken zich volgens onze zoon schuldig aan totale verslonzing omdat zij in het weekend graag in joggingbroek en een hoodie rondlopen. De oudste maakt het af en toe nog bonter. Zij heeft in het weekend regelmatig pyjamadagen en haalt daarmee de gemiddelde leeftijd voor dit fenomeen behoorlijk omlaag. Op die pyjamadagen is het delict totale verslonzing zeker op haar van toepassing, maar het is de vraag of daar niet nog een overtreffende trap voor bedacht moet worden. Alhoewel voor deze vakantie de pyjama misschien nog te verkiezen is boven het alternatief: ze kreeg van haar vrienden voor haar verjaardag namelijk een rendiertrui met belletjes. Gisteravond kwam ze hier al aardappelend* (en dus rinkelend) binnenrollen. Hohoho!
Ik bereid me er alvast op voor: de komende twee weken is het hier crimescene no. 1 als het om modedelicten gaat.
*zelfbedachte term voor een dansje waarbij enkel de heupen worden geschud.
vrijdag 19 december 2014
Als een zoutzak op de bank
Ook de rest van het gezin is blij dat de kerstvakantie nu is begonnen. De jongste had vanmorgen een feestelijke ochtend op school. Met een diepe zucht komt ze binnen. "Pfffff, nou hè hè.", zegt ze. "Nu ga ik mijn laptop van boven halen en dan ga ik lekker als een zoutzak op de bank hangen." Het spreekt mij aan. Ik ga het straks ook proberen. Ondertussen voegt zij de daad bij het woord. Ik ben nog even bezig met de was. Als ik de kamer binnenloop ligt haar laptop op de grond. Ze is al even voorbij het 'zoutzakken': ze slaapt.
zaterdag 6 december 2014
Oeps, een seniorenmoment
Okee, ik vergeet wel eens wat. En ja, ik let ook wel eens niet zo goed op. En soms heb ik geen zin om te luisteren; dan ben ik Oost-Indisch doof. Dat geef ik allemaal grif toe. Gisteravond kreeg ik echter een gedicht van de jongste hulpsinterklaas, waarin er een duidelijk verband werd gelegd tussen dit gedrag en een mankerend kortetermijngeheugen. Het bij het gedicht passende cadeau was het boekje: Oeps, een seniorenmoment, met als ondertitel Verward, verstrooid, verbijsterd - het is slechts een Seniorenmoment...
Het boekje bevat opwekkende spreuken als:
Even voor de goede orde: geen van de bovenstaande spreuken heeft (op dit moment) betrekking op mij. Ik weet niet beter dan dat vijftig het nieuwe dertig is...
Het boekje bevat opwekkende spreuken als:
- De tijd heelt dan wel alles, maar hij is een onbarmhartige schoonheidsspecialist.
- Ouderdom betekent dat jij alle antwoorden kent, maar niemand meer de moeite neemt om jou iets te vragen.
- Regelmatige dutjes voorkomen ouderdom - vooral al je er een doet tijdens het autorijden
- Tegen de tijd dat we het hebben gemaakt, zijn we er geweest.
- Een haar op het hoofd is beter dan twee op de borstel.
- Tegenwoordig is mijn enige sportieve activiteit de jacht op mijn bril.
- Op mijn leeftijd is alles of opgedroogd of het lekt.
Even voor de goede orde: geen van de bovenstaande spreuken heeft (op dit moment) betrekking op mij. Ik weet niet beter dan dat vijftig het nieuwe dertig is...
woensdag 3 december 2014
Een mooie dag
E. werkt aan huis, zijn werk is zijn hobby en hij is met mij getrouwd. Hij heeft dus een mooi leven en ik ook. En vandaag is het leven nog net iets mooier, want onze zoon is twintig jaar geleden geboren. Hij is vandaag dus jarig. Zelf is hij er de hele dag niet, maar wij zijn er wel. Het is namelijk mijn vrije dag. "Laten we even een kop koffie drinken samen", zeg ik tegen E. Hij klaagt wel eens dat ik hem als ik thuis ben teveel van het werk hou. Dit is weer zo'n moment. Maar vandaag is immers geen gewone dag.
Het is des te bijzonderder omdat onze zoon van onze drie kinderen de slechtste start had. Voor hetzelfde geld had hij het niet overleefd. Daar denk ik op de dag van zijn verjaardag altijd wel even aan terug - en natuurlijk ook wel eens op andere dagen. En daar wil ik met E. dan wel even over praten. En natuurlijk over het feit dat hij -net als onze dochters- zo goed gelukt is. We drinken koffie, E. schenkt zich nog eentje in en wil dan weer naar zijn kantoor gaan. Hij staat alweer op. "Blijf nog even zitten", zeg ik. "Het is tenslotte de verjaardag van onze jongen. Even gezellig toch?" E. mompelt iets over abbaaiden*. "Twintig jaar geleden was je daar toch ook niet mee bezig", zeg ik. Ik denk hem natuurlijk tuk te hebben, maar ik had beter kunnen weten. "Ja en daar heeft de economie toen al genoeg onder geleden", zegt E. We zijn uitgepraat. Het werk wordt weer hervat.
*werken
Het is des te bijzonderder omdat onze zoon van onze drie kinderen de slechtste start had. Voor hetzelfde geld had hij het niet overleefd. Daar denk ik op de dag van zijn verjaardag altijd wel even aan terug - en natuurlijk ook wel eens op andere dagen. En daar wil ik met E. dan wel even over praten. En natuurlijk over het feit dat hij -net als onze dochters- zo goed gelukt is. We drinken koffie, E. schenkt zich nog eentje in en wil dan weer naar zijn kantoor gaan. Hij staat alweer op. "Blijf nog even zitten", zeg ik. "Het is tenslotte de verjaardag van onze jongen. Even gezellig toch?" E. mompelt iets over abbaaiden*. "Twintig jaar geleden was je daar toch ook niet mee bezig", zeg ik. Ik denk hem natuurlijk tuk te hebben, maar ik had beter kunnen weten. "Ja en daar heeft de economie toen al genoeg onder geleden", zegt E. We zijn uitgepraat. Het werk wordt weer hervat.
*werken
zondag 30 november 2014
Klompen en wildplassen
En na 1 dag gebruik al flinke gebruikssporen... |
Onze zoon is blij met zijn klompen. Het zijn mooie klompen, de Eenrumer klompen. "Jenteg*", zegt hij. Hij wijst naar de neus van de klomp. Die is een beetje spits en niet rond zoals je bij veel gele klompen ziet. Het zijn inderdaad prachtexemplaren.
We besluiten om niet linea recta weer naar huis te rijden. We zijn nu tenslotte op t Hogeland, dus we maken even een rondritje. De lucht is blauw en de horizon weids. Geweldig. We komen hier en daar een fietser tegen, zo nu en dan een auto, maar het is rustig op t Hogeland. Het is op deze mooie winterse vrijdag vooral bestemmingsverkeer dat ons passeert. Op een gegeven moment kruisen we een andere rondrijder. Dat wil zeggen: op het moment dat wij ze spotten wordt er niet gereden. De man zit achter het stuur en de vrouw spoedt zich naar een elektriciteitshuisje, het enige obstakel in een landschap met enkel grasland en sloten. Het zou een decor voor een film van Alex van Warmerdam kunnen zijn. "Die moet plassen", zeg ik tegen onze zoon. "Duidelijk", zegt hij. We herkennen de tekenen van hoge nood. Met grote passen beent ze naar het huisje. Helaas biedt het huisje haar geen beschutting. Ze gaat zo zitten dat haar man haar niet ziet, maar andere toevallige voorbijgangers -zoals wij- hebben vol zicht op haar naar achteren gestoken achterste.
De vrouw is duidelijk geen ervaren wildplasser. "Ze zit helemaal verkeerd", zeg ik tegen onze zoon. Er staat een straffe wind en dan is het zaak om goed positie te kiezen. Misschien was de nood te hoog om weloverwogen positie te kiezen. Ik vermoed dat ze het niet droog houdt. Onze zoon denkt dat het meevalt: hij verwacht dat het huisje de wind voldoende breekt om ongelukken te voorkomen. Wie van ons gelijk heeft gekregen weten we niet. We denken natuurlijk dat we allebei gelijk hebben. Ik hoop voor haar dat onze zoon gelijk heeft, maar ik vrees eerlijk gezegd het ergste.
*elegant, sierlijk
zondag 23 november 2014
Het verhaal van je leven
Ieder leven laat zich vertellen in verhalen. En als je leven dan voorbij is, dan zijn het de verhalen die blijven. Iedereen die heeft bijgedragen aan het verhaal van je leven is belangrijk voor je. Soms je leven lang, soms voor een periode. Het doet er niet zoveel toe hoeveel contact je had. Het is de connectie die telt. Die verandert namelijk niet.
Vorige week overleed mijn oom -die eigenlijk nooit die titel kreeg. Hij was namelijk maar elf jaar ouder dan ik. In mijn leven speelt hij een rol in een aantal verhalen. Daardoor blijft hij onderdeel uitmaken van mijn leven, ook nu hij er niet meer is. Ik vertel hier drie 'verhalen':
Scoren met thee
Vroeger was mijn oom zeeman. Dat sprak natuurlijk wel tot de verbeelding. Hij was niet veel aanwezig, maar als hij er was, wist hij indruk te maken. Op mij, maar ook op mijn vriendinnen op de middelbare school. Hij was - zoals je dat vroeger zei- 'een stuk'. Zelf grapte hij altijd dat hij de vrouwen met een stokje van zich af moest slaan. En veel scheelde dat inderdaad ook niet; tot hij de ware vond. Hij kon -bokkig van nature- ook heel charmant zijn. Zo gaf hij regelmatig een rondje voor mij en mijn vriendinnen. Destijds hadden wij namelijk de gewoonte om tussen de middag naar het café te gaan. Van mijn eigen kinderen zou ik dat nu hoogst ongebruikelijk en onwenselijk vinden, maar van mezelf vond ik dat volstrekt geen punt. We dronken namelijk alleen een kopje thee in het bewuste café. Mijn oom begaf zich in dezelfde gelegenheden en betaalde dan 's avonds alvast voor ons kopje thee van de volgende dag. Het gebaar sloeg altijd in als een bom: daar werden natuurlijk vette punten mee gescoord.
The house of the rising sun
Ik was vroeger niet heel erg met muziek bezig. Mijn opa had een mooie oude platenspeler waarop hij Freddy Quinn draaide. Mijn oma was dol op Corry en de Rekels. Thuis keken we naar AVRO's Toppop met Ad Visser en Penny de Jager. Mijn oom en zijn twee jaar jongere zus luisterden naar Radio Veronica. Dat was heel andere muziek. Mijn eerste single ooit kocht ik niet, maar die kreeg ik van mijn oom. En niet zomaar eentje. Het was 'The house of the Rising Sun' van The Animals. Het singletje is natuurlijk verloren gegaan in de brand, maar ik kan het me nog zo voor de geest halen. Ik kan het geluid -met de krasjes van de naald van de pick up- nog horen. Nog altijd vind ik dit nummer in deze uitvoering prachtig - ook al mag die van Nina Simone er ook zijn. Het nummer brengt me zo terug naar de zolderkamers in het huis van mijn opa en oma.
Een voertuig naar de vrijheid
Toen ik zestien werd kreeg ik van mijn oom een rode brommer. Hij had zelf lang rondgereden op die brommer, maar haalde uiteindelijk toch zijn rijbewijs. De brommer werd geleverd met de bepaald niet bijpassende babyblauwe helm die mijn oom ook had gedragen. Als er al een bewijs was van zijn zelfvertrouwen, dan was het die lichtblauwe helm wel. Toen hij mij de brommer aanbood, wees ik 'm eerst af. Ik fietste graag en waarom zou ik dan overstappen op een brommer? Gelukkig gaf hij me nog een tweede kans, want met de brommer ging er een wereld voor me open. Ik reisde samen met mijn vriendin van destijds stad en land af op die brommer - ook al was die nooit bedoeld om twee personen op te vervoeren. Hij heeft ons door weer en wind naar heel veel (schuur)feesten gebracht. De brommer bleek een voertuig naar de vrijheid. Het gaf me de ruimte om te gaan en staan waar ik wilde wanneer ik dat wilde. Die vrijheid is een groot goed, waar ik in de loop der jaren alleen maar meer aan gehecht ben geraakt.
Het zijn mooie verhalen, verhalen die ik zal koesteren.
Vorige week overleed mijn oom -die eigenlijk nooit die titel kreeg. Hij was namelijk maar elf jaar ouder dan ik. In mijn leven speelt hij een rol in een aantal verhalen. Daardoor blijft hij onderdeel uitmaken van mijn leven, ook nu hij er niet meer is. Ik vertel hier drie 'verhalen':
Scoren met thee
Vroeger was mijn oom zeeman. Dat sprak natuurlijk wel tot de verbeelding. Hij was niet veel aanwezig, maar als hij er was, wist hij indruk te maken. Op mij, maar ook op mijn vriendinnen op de middelbare school. Hij was - zoals je dat vroeger zei- 'een stuk'. Zelf grapte hij altijd dat hij de vrouwen met een stokje van zich af moest slaan. En veel scheelde dat inderdaad ook niet; tot hij de ware vond. Hij kon -bokkig van nature- ook heel charmant zijn. Zo gaf hij regelmatig een rondje voor mij en mijn vriendinnen. Destijds hadden wij namelijk de gewoonte om tussen de middag naar het café te gaan. Van mijn eigen kinderen zou ik dat nu hoogst ongebruikelijk en onwenselijk vinden, maar van mezelf vond ik dat volstrekt geen punt. We dronken namelijk alleen een kopje thee in het bewuste café. Mijn oom begaf zich in dezelfde gelegenheden en betaalde dan 's avonds alvast voor ons kopje thee van de volgende dag. Het gebaar sloeg altijd in als een bom: daar werden natuurlijk vette punten mee gescoord.
The house of the rising sun
Ik was vroeger niet heel erg met muziek bezig. Mijn opa had een mooie oude platenspeler waarop hij Freddy Quinn draaide. Mijn oma was dol op Corry en de Rekels. Thuis keken we naar AVRO's Toppop met Ad Visser en Penny de Jager. Mijn oom en zijn twee jaar jongere zus luisterden naar Radio Veronica. Dat was heel andere muziek. Mijn eerste single ooit kocht ik niet, maar die kreeg ik van mijn oom. En niet zomaar eentje. Het was 'The house of the Rising Sun' van The Animals. Het singletje is natuurlijk verloren gegaan in de brand, maar ik kan het me nog zo voor de geest halen. Ik kan het geluid -met de krasjes van de naald van de pick up- nog horen. Nog altijd vind ik dit nummer in deze uitvoering prachtig - ook al mag die van Nina Simone er ook zijn. Het nummer brengt me zo terug naar de zolderkamers in het huis van mijn opa en oma.
Een voertuig naar de vrijheid
Toen ik zestien werd kreeg ik van mijn oom een rode brommer. Hij had zelf lang rondgereden op die brommer, maar haalde uiteindelijk toch zijn rijbewijs. De brommer werd geleverd met de bepaald niet bijpassende babyblauwe helm die mijn oom ook had gedragen. Als er al een bewijs was van zijn zelfvertrouwen, dan was het die lichtblauwe helm wel. Toen hij mij de brommer aanbood, wees ik 'm eerst af. Ik fietste graag en waarom zou ik dan overstappen op een brommer? Gelukkig gaf hij me nog een tweede kans, want met de brommer ging er een wereld voor me open. Ik reisde samen met mijn vriendin van destijds stad en land af op die brommer - ook al was die nooit bedoeld om twee personen op te vervoeren. Hij heeft ons door weer en wind naar heel veel (schuur)feesten gebracht. De brommer bleek een voertuig naar de vrijheid. Het gaf me de ruimte om te gaan en staan waar ik wilde wanneer ik dat wilde. Die vrijheid is een groot goed, waar ik in de loop der jaren alleen maar meer aan gehecht ben geraakt.
Het zijn mooie verhalen, verhalen die ik zal koesteren.
vrijdag 14 november 2014
Dokter grootmoeder
Onze zoon is graag bezig. Met vakantie doe je hem geen plezier, want werken is zijn hobby. Samen met zijn neef en tevens beste vriend is hij altijd in de weer. Laatst waren ze achter het huis van hun opa en oma bezig met de bestrating. Bij een klein ongelukje met een betonbandje raakte zijn middelvinger beklemd. Een open wond was het gevolg. Ook dat stopt de werkzaamheden niet. 's Avonds werd de vinger een beetje stijf, maar tijdens de dag had hij geen centje pijn. "Dankzij Dokter grootmoeder", zegt onze zoon.
Mijn moeder draait net als ik haar hand niet om voor kleine medische ingrepen. Voor de beknelde vinger rukte ze uit met een flinke dosis sterilon - 'dit prikt een beetje'- , verband en leukoplast. De sterilon vloeide rijkelijk en vervolgens werd de vinger stevig afgebonden. In de loop van de middag bleek zelfs een beetje te stevig, maar dat werd door Dokter grootmoeder zelf gediagnosticeerd en hersteld.
Dat Dokter grootmoeder de eed van Hippocrates niet heeft afgelegd is duidelijk, aldus mijn vader. Haar inzet is volgens hem namelijk niet voor iedere patiënt gelijk. De sterilon, het verband en de leukoplast bleven een week erna onaangeroerd toen hij -naar eigen zeggen- zijn vingertopje bijna verloor. Maar goed: het vingertopje van mijn vader zit er nog aan. En de vinger van onze zoon is mooi geheeld. Puik werk van Dokter grootmoeder.
Mijn moeder draait net als ik haar hand niet om voor kleine medische ingrepen. Voor de beknelde vinger rukte ze uit met een flinke dosis sterilon - 'dit prikt een beetje'- , verband en leukoplast. De sterilon vloeide rijkelijk en vervolgens werd de vinger stevig afgebonden. In de loop van de middag bleek zelfs een beetje te stevig, maar dat werd door Dokter grootmoeder zelf gediagnosticeerd en hersteld.
Dat Dokter grootmoeder de eed van Hippocrates niet heeft afgelegd is duidelijk, aldus mijn vader. Haar inzet is volgens hem namelijk niet voor iedere patiënt gelijk. De sterilon, het verband en de leukoplast bleven een week erna onaangeroerd toen hij -naar eigen zeggen- zijn vingertopje bijna verloor. Maar goed: het vingertopje van mijn vader zit er nog aan. En de vinger van onze zoon is mooi geheeld. Puik werk van Dokter grootmoeder.
zondag 9 november 2014
Over mijn lijk
Ik kijk naar Over mijn lijk. Over mijn lijk vertelt de verhalen van allemaal jonge mensen met kanker. Het laat zien hoe zij omgaan met de kanker en met het naderende einde van hun leven. In de eerste afleveringen gaat het allemaal nog. Ze zijn vol goede moed, hebben bucket lists met wat ze nog willen doen. Ze halen alles uit het beetje leven dat nog rest. Je kunt er niet anders dan met diep respect naar kijken. Nu zijn we aangeland bij het punt waarop er al twee zijn gestorven. En je weet dat er voor niemand een goede afloop is, hoe graag je dat scenario ook zou willen herschrijven.
Een van de deelnemers, Annemiek, is een jonge moeder. Samen met de baby groeide er in haar lichaam een kwaadaardige tumor zonder dat ze er erg in had. Nu is ze bezig met het vullen van een kist met herinneringen voor haar zoontje, opdat hij later zal weten wie zijn moeder is. Haar verhaal raakt me diep. Ongetwijfeld omdat ik zelf ook moeder ben.
Voordat ik kinderen kreeg was ik volstrekt niet met mijn eigen sterfelijkheid bezig. Het was eenvoudigweg geen item. De angst voor het sterven sloeg pas toe toen mijn oudste werd geboren. Niet zozeer om het sterven zelf, maar meer omdat ik niets van haar wilde missen. En ik wilde dat ze mij niet zou missen, dat ze zou weten wie ik ben. Vanaf de geboorte zijn je kinderen namelijk het allerbelangrijkste in je leven. En jij wilt ook graag belangrijk in hun leven zijn. Je wilt in ieder geval dat ze dat weten. Annemiek wil hetzelfde, maar ze zal er zelf niet bij zijn als haar kind opgroeit. Vandaar die kist.
Doorgaans spring je in het leven achteloos en kwistig met tijd om. Je gaat ervan uit dat je daar namelijk genoeg van hebt -zeker als je jong bent. De boodschap die na iedere aflevering blijft hangen is: leef je leven niet achteloos, geniet ervan en hou je alleen maar bezig met de dingen die er echt toe doen. Zelf ben ik heel tevreden over de keuzes die ik heb gemaakt en nog maak. Daar zou ik geen spijt van hebben, mocht er voor mij onverhoopt en vroegtijdig een eind aan komen.
Vorige week donderdag maakten we mee dat er een einde kwam aan het leven van Mark en Max. Ik ken ze niet, maar ik heb wel even zitten janken op de bank. Waarom ik er dan naar kijk? Ik zou weg kunnen kijken, het gaat immers -zoals mijn vader altijd zegt- 'aan mijn deur voorbij'. Toch doe ik dat niet: de deelnemers vertellen hun verhaal opdat het gehoord en gezien wordt. Kijken is wel het minste wat ik kan doen - en doneren natuurlijk.
http://www.fightcancer.nl
Een van de deelnemers, Annemiek, is een jonge moeder. Samen met de baby groeide er in haar lichaam een kwaadaardige tumor zonder dat ze er erg in had. Nu is ze bezig met het vullen van een kist met herinneringen voor haar zoontje, opdat hij later zal weten wie zijn moeder is. Haar verhaal raakt me diep. Ongetwijfeld omdat ik zelf ook moeder ben.
Voordat ik kinderen kreeg was ik volstrekt niet met mijn eigen sterfelijkheid bezig. Het was eenvoudigweg geen item. De angst voor het sterven sloeg pas toe toen mijn oudste werd geboren. Niet zozeer om het sterven zelf, maar meer omdat ik niets van haar wilde missen. En ik wilde dat ze mij niet zou missen, dat ze zou weten wie ik ben. Vanaf de geboorte zijn je kinderen namelijk het allerbelangrijkste in je leven. En jij wilt ook graag belangrijk in hun leven zijn. Je wilt in ieder geval dat ze dat weten. Annemiek wil hetzelfde, maar ze zal er zelf niet bij zijn als haar kind opgroeit. Vandaar die kist.
Doorgaans spring je in het leven achteloos en kwistig met tijd om. Je gaat ervan uit dat je daar namelijk genoeg van hebt -zeker als je jong bent. De boodschap die na iedere aflevering blijft hangen is: leef je leven niet achteloos, geniet ervan en hou je alleen maar bezig met de dingen die er echt toe doen. Zelf ben ik heel tevreden over de keuzes die ik heb gemaakt en nog maak. Daar zou ik geen spijt van hebben, mocht er voor mij onverhoopt en vroegtijdig een eind aan komen.
Vorige week donderdag maakten we mee dat er een einde kwam aan het leven van Mark en Max. Ik ken ze niet, maar ik heb wel even zitten janken op de bank. Waarom ik er dan naar kijk? Ik zou weg kunnen kijken, het gaat immers -zoals mijn vader altijd zegt- 'aan mijn deur voorbij'. Toch doe ik dat niet: de deelnemers vertellen hun verhaal opdat het gehoord en gezien wordt. Kijken is wel het minste wat ik kan doen - en doneren natuurlijk.
http://www.fightcancer.nl
vrijdag 7 november 2014
Penonieuws
Sinds kort hebben we op het werk een sociaal intranet. Dat houdt in het kort in dat iedereen kan bijdragen en dat het overal over kan gaan. Als je iets plaatst op ons intranet, dan wordt je naam en je fotootje bij het bericht geplaatst. In de nieuwsbrief om je te attenderen op de updates wordt je naam ook steevast vermeld. Dat levert soms grappige misverstanden op. Zo plaatste ik een tijdje geleden een bericht dat de landelijke KPN-storing was opgelost. In de nieuwsbrief werd dat als volgt weergegeven: Landelijke KPN-storing opgelost door Jannie Strijk. Een gewaardeerde collega reageerde als volgt: "Goed gedaan meisje!" Ik bedoel maar.
Deze week las ik iets over de verruiming van de arbeidsvoorwaarden bij ons op het werk. Ik lees het bericht met belangstelling: we kunnen -in tegenstelling tot veel andere bedrijven- gewoon gebruik blijven maken van het fietsenplan en daarnaast zijn er nog tal van andere mogelijkheden. Onder het lezen valt mijn oog op de trefwoorden in de marge. Een trefwoord raakt me in het bijzonder: penonieuws. Al snel heb ik in de gaten dat het gaat om P&O nieuws, maar in eerste instantie kijk ik er vreemd tegenaan. Even, heel even, denk ik dat de overgangsconsulente een nieuwe doelgroep heeft ontdekt in ons bedrijf. Dat zou natuurlijk wel een spectaculaire verruiming van de arbeidsvoorwaarden zijn. De doelgroep lijkt me in ieder geval groot zat. Misschien iets voor een volgende ronde.
Foto: Vitalis |
woensdag 5 november 2014
Kleding snacken
"Heb je iets onder de leden?", vraagt de kapper me als ik huiverend plaatsneem op de stoel. "Of is het hier koud?" De andere aanwezige vrouwen zijn helemaal niet koud en ook de kapper heeft geen last. "Zou best kunnen", zeg ik. Ik voel me niet echt fit. Het is mijn vrije dag, dus is het een uitgelezen moment om even onderuit te zakken op de bank. "Ik ga straks even lekker op de bank hangen met mijn dekje over", zeg ik.
Als ik thuiskom voeg ik de daad bij het woord. Ik kruip lekker op de bank. Het is een heerlijke snackhouding, zo onderuitgezakt op de bank. Maar aangezien ik mijn maag niet helemaal vertrouw, laat ik het snacken achterwege. In plaats daarvan ga ik kleding snacken, surfen op internet en kijken wat er zoal voor mij in de aanbieding is. De keus is oneindig, dus is selecteren noodzaak. Ik kom terecht op de website Light in the box, waar je volgens de koptekst wereldwijd kunt winkelen. Ik selecteer op informele langere jurken. Zo'n jurk die je draagt als je je iets beter voelt dan vandaag. Ik kan direct merken dat ik wereldwijd aan het winkelen ben. Het aanbod is grenzeloos en de prijzen zijn te mooi om waar te zijn. Voor getailleerde jurken hoef ik niet te gaan. Het staat de Aziatische modellen op de site uitstekend, maar met mijn 1.83 belandt de taille me geheid onder de oksels.
Dit is de sexy heup dikke taille jurk. Valt bij mij net onder de knie schat ik. |
Na het checken van de betrouwbaarheid van Light in the box besluit ik toch maar niet tot de koop over te gaan. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn is het dat vaak ook.
woensdag 29 oktober 2014
Vastgesteld onbekend
Nu de kinderen iets groter zijn, heb ik de handen een beetje meer vrij. Aangezien meer werken er in mijn sector in deze tijd niet inzit, besluit ik om er weer freelance bij te gaan werken. Ik heb er veel plezier in. En na een paar opdrachten besluit ik maar eens in overleg te gaan met de Kamer van Koophandel om erachter te komen hoe ik de zaken aan moet pakken.
Om een afspraak te maken vul ik een e-formulier in. Ik vul onder andere mijn naam, mijn bedrijfsnaam en mijn domeinnaam in. Het gaat gesmeerd. Dan kom ik bij een belangrijke sleutelvraag: mijn geslacht. Eenvoudig zou je zeggen: man of vrouw. Hij staat standaard op man (!) dus ik klap het menuutje uit. En dan blijkt dat er nog meer te kiezen valt dan alleen man of vrouw. De derde keuzemogelijkheid is 'vastgesteld onbekend'. Ik verplaats me even in de positie van iemand die deze keuzemogelijkheid moet aanvinken. Je moet sterk in je schoenen staan om te kunnen verdragen dat je geslacht onbekend is. Dan hoor je nergens bij. En als het dan ook nog eens vastgesteld is, dan is er ook geen hoop meer dat het ooit nog eens bekend zal worden. Dan kun je er niet meer onderuit; je zit vast in onbekendheid. Dat lijkt me moeilijk te verteren. Ik deel het met E. Die is deze optie ook nog nooit tegen gekomen. Wat we wel weten: ik ben vrouw. Dat heb ik voor de zekerheid nog even gecheckt. E. tekende voor de dubbelcheck.
Om een afspraak te maken vul ik een e-formulier in. Ik vul onder andere mijn naam, mijn bedrijfsnaam en mijn domeinnaam in. Het gaat gesmeerd. Dan kom ik bij een belangrijke sleutelvraag: mijn geslacht. Eenvoudig zou je zeggen: man of vrouw. Hij staat standaard op man (!) dus ik klap het menuutje uit. En dan blijkt dat er nog meer te kiezen valt dan alleen man of vrouw. De derde keuzemogelijkheid is 'vastgesteld onbekend'. Ik verplaats me even in de positie van iemand die deze keuzemogelijkheid moet aanvinken. Je moet sterk in je schoenen staan om te kunnen verdragen dat je geslacht onbekend is. Dan hoor je nergens bij. En als het dan ook nog eens vastgesteld is, dan is er ook geen hoop meer dat het ooit nog eens bekend zal worden. Dan kun je er niet meer onderuit; je zit vast in onbekendheid. Dat lijkt me moeilijk te verteren. Ik deel het met E. Die is deze optie ook nog nooit tegen gekomen. Wat we wel weten: ik ben vrouw. Dat heb ik voor de zekerheid nog even gecheckt. E. tekende voor de dubbelcheck.
zondag 26 oktober 2014
Worden wij comfortabel?
Foto: Roel Hemkes, Flickr |
Een paar bankjes verderop zit een jonge moeder. Ze is met een kind. Ik zie natuurlijk niet hoe oud het kind is. Eerst hoor ik ze niet, maar het begint met een bons op de grond. De ipad van de moeder valt op dat moment op de grond. Of preciezer: het zoontje laat de ipad van de moeder op de grond vallen. En dan begint het: de moeder barst los. "Foei, jij had bijna mama's ipad kapot gemaakt. Nu is mama boos." Aan de manier waarop de moeder het kind toespreekt leid ik af dat het nog een klein kind is. Het kind begint te huilen en te jengelen, want hij wil de ipad terug. "Nee, jij had bijna mama's ipad kapot gemaakt." Ik schat het gejengel in op dat van een jongetje van ongeveer twee jaar. De moeder wordt steeds bozer: "Nu gaan wij ook niet naar de kermis. Heb je dat begrepen? Geen kermis voor jou." Inmiddels heeft ze de aandacht van de hele coupé. Ik vind het sneu: je kunt dat kind van twee jaar toch niet verwijten dat een ipad valt? Dat is het risico bij jonge kinderen. Je kunt het jezelf dan verwijten dat je dat niet voorziet. Dan was dit hele drama niet nodig geweest.
Het jongetje gooit er nog even een tandje bij op. Hij loeit erover. Inmiddels heeft de moeder aan elk oor een zweetdrup. Het is natuurlijk zeer oncomfortabel om in zo'n volle coupé door iedereen bekeken te worden. Dat blijkt ook wel uit haar volgende opmerking. Ze grijpt het jongetje bij zijn arm (ik zie inmiddels weer een beetje) en bijt hem toe: "Worden wij comfortabel? Nou? Worden wij comfortabel?" Achter die vraag gaat een hele wereld schuil. Een wereld waar het comfort van ouders voorop staat. Het jongetje blijft loeien. Een vier lettergrepen-woord is misschien ook een beetje hoog gegrepen voor een tweejarige. Hij begrijpt er niets van. En de moeder begrijpt er natuurlijk ook niets van.
maandag 20 oktober 2014
K.I.D.Z.
Begin van dit jaar had ik het ineens: lichtflitsjes in mijn rechterooghoek. Niet helemaal gewoon natuurlijk. Typisch iets om even de opticien voor te raadplegen dacht ik zo. Op het moment dat ik op de fiets stap, heb ik nog geen idee dat ik nog geen uur later in het ziekenhuis zal zitten. De opticien stuurt me door naar de huisarts, die raadpleegt de oogarts en die wil me onmiddellijk zien. Het lichtflitsje duidt namelijk op gedonder aan je netvlies (mijn vrije vertaling). De lichtflitsjes kunnen gaatjes of scheuren veroorzaken. Dat kan leiden tot zichtverlies en dat wil je natuurlijk niet. Gelukkig valt het allemaal mee. Een aantal uren later loop ik als een echte Japanse manga -met gefixeerde wijde pupillen- het ziekenhuis uit. Geen gaatjes of scheurtjes in het netvlies. Na twee weken bliksem keerde de rust terug in mijn rechterooghoek.
Tot vanmorgen. Het is nog donker als het eerste lichtflitsje knettert in mijn linkerooghoek. Ik besluit gewoon naar het werk te gaan. Vanmiddag kan ik de lichtflitsjes niet meer negeren, dus ik bel de huisarts. Die neemt direct contact op met de oogarts. Gezien het verloop de vorige keer hoef ik niet acuut te komen, maar er volgt wel een spoedverwijzing. Ze willen me deze week zien: morgen of overmorgen. Verder moet ik het maar even rustig aan doen. Dat wil zeggen: beter niet sporten tot de rust is weergekeerd.
Als goede vrouw meld ik de ontwikkelingen natuurlijk even aan mijn man. Ik mail hem de stand van zaken. Ik krijg een mail retour met de onderwerpregel K.I.D.Z. K.I.D.Z.? Ik open het mailtje, maar daar word ik niet veel wijzer van. K.I.D.Z. is namelijk de enige tekst in het mailtje. Ik mail retour ?. Even later volgt het antwoord: Kat in de zak.
Tot vanmorgen. Het is nog donker als het eerste lichtflitsje knettert in mijn linkerooghoek. Ik besluit gewoon naar het werk te gaan. Vanmiddag kan ik de lichtflitsjes niet meer negeren, dus ik bel de huisarts. Die neemt direct contact op met de oogarts. Gezien het verloop de vorige keer hoef ik niet acuut te komen, maar er volgt wel een spoedverwijzing. Ze willen me deze week zien: morgen of overmorgen. Verder moet ik het maar even rustig aan doen. Dat wil zeggen: beter niet sporten tot de rust is weergekeerd.
Als goede vrouw meld ik de ontwikkelingen natuurlijk even aan mijn man. Ik mail hem de stand van zaken. Ik krijg een mail retour met de onderwerpregel K.I.D.Z. K.I.D.Z.? Ik open het mailtje, maar daar word ik niet veel wijzer van. K.I.D.Z. is namelijk de enige tekst in het mailtje. Ik mail retour ?. Even later volgt het antwoord: Kat in de zak.
zondag 19 oktober 2014
Onrustige dromen
Bang ben ik niet geworden na de brand. Maar er is wel degelijk sprake van verhoogde waakzaamheid. En dat is misschien ook niet zo vreemd als je ooit eens wakker bent geworden in een brandend huis. Toen ik destijds buiten stond in mijn ochtendjas dacht ik: "Kan ik ooit nog weer gewoon gaan slapen?" Maar dat kon. Sterker nog: ik heb geen nacht wakker gelegen van de brand. Echt niet. Gelukkig niet. Wel spookt het toch wat meer in mijn achterhoofd nu de houtkachels weer aangaan.
Ik ben extra waakzaam. Vorige week schrok ik wakker van een brandlucht. Dat was voor het eerst na de brand. Het was mistig. En hoogstwaarschijnlijk hadden onze buren de houtkachel gestookt. Met mistig weer blijft de brandlucht lang hangen. Ik weet natuurlijk dat de lucht hoogstwaarschijnlijk wordt veroorzaakt door die houtkachel. Maar dat wil ik dan wel graag even zeker weten. Dus sta ik op. Ik hang uit het raam en kijk of ik vuur zie. Ik ga naar beneden, kijk voor of ik vuur zie, achter of ik vuur zie. Dat is niet het geval, dus kan ik weer rustig gaan slapen.
Of het met al die brandluchtjes te maken heeft weet ik niet, maar ik droomde vorige week ook over brand. Dat wil zeggen: ik droomde dat ik thuiskwam van het werk en dat ons nieuwe huis was afgebrand. Het dak was eraf, de ramen waren gesprongen en ons hele interieur lag geblakerd en verpieterd in huis. Geen spoor van E. of de kinderen. Paniek! Als ik E. bel, blijkt hij op zijn dooie gemak bij zijn ouders te zitten. Ik ben natuurlijk hoogst verontwaardigd: "Ons huis brandt af en jij belt me niet eens?", vraag ik aan E. "Ik heb je wel geprobeerd te bellen, maar je nam je telefoon niet op", antwoordt hij onverstoorbaar. Om een lang verhaal kort te maken: het draait op een scheiding uit. Ik kan me er niet overheen zetten dat hij me niet eens even op de hoogte heeft gesteld van het afbranden van ons huis.
Gelukkig is het maar een droom, alhoewel E. ook realistische aspecten in mijn droom ontdekt: "Dat gedeelte van het niet opnemen van je telefoon is natuurlijk wel heel realistisch..."
Ik ben extra waakzaam. Vorige week schrok ik wakker van een brandlucht. Dat was voor het eerst na de brand. Het was mistig. En hoogstwaarschijnlijk hadden onze buren de houtkachel gestookt. Met mistig weer blijft de brandlucht lang hangen. Ik weet natuurlijk dat de lucht hoogstwaarschijnlijk wordt veroorzaakt door die houtkachel. Maar dat wil ik dan wel graag even zeker weten. Dus sta ik op. Ik hang uit het raam en kijk of ik vuur zie. Ik ga naar beneden, kijk voor of ik vuur zie, achter of ik vuur zie. Dat is niet het geval, dus kan ik weer rustig gaan slapen.
Of het met al die brandluchtjes te maken heeft weet ik niet, maar ik droomde vorige week ook over brand. Dat wil zeggen: ik droomde dat ik thuiskwam van het werk en dat ons nieuwe huis was afgebrand. Het dak was eraf, de ramen waren gesprongen en ons hele interieur lag geblakerd en verpieterd in huis. Geen spoor van E. of de kinderen. Paniek! Als ik E. bel, blijkt hij op zijn dooie gemak bij zijn ouders te zitten. Ik ben natuurlijk hoogst verontwaardigd: "Ons huis brandt af en jij belt me niet eens?", vraag ik aan E. "Ik heb je wel geprobeerd te bellen, maar je nam je telefoon niet op", antwoordt hij onverstoorbaar. Om een lang verhaal kort te maken: het draait op een scheiding uit. Ik kan me er niet overheen zetten dat hij me niet eens even op de hoogte heeft gesteld van het afbranden van ons huis.
Gelukkig is het maar een droom, alhoewel E. ook realistische aspecten in mijn droom ontdekt: "Dat gedeelte van het niet opnemen van je telefoon is natuurlijk wel heel realistisch..."
Deze is voor E. natuurlijk. Je kunt 'm kopen bij: http://www.stickeridee.nl/kussensloopdromen |
woensdag 8 oktober 2014
Hulde aan RTV Noord
Laatst zaten we in het weekend gezellig bijeen in de woonkamer. Dat gebeurt niet elke dag. Onze zoon heeft op dat moment de afstandsbediening en dan wordt er afgestemd op de regionale zender. Het is weer erg gezellig op de regionale zender. Wybe gaat in Damop op bezoek bij de familie Zwaagstra. De familie reist al jaren langs kermissen met hun oliebollenwagen. Natuurlijk krijgt Wybe -ook al is het nog lang geen oud en nieuw- een oliebol.
Op een gegeven moment zitten we te kijken naar een stilstaand beeld van de regionale zender met een vrolijk muziekje eronder. "Zitten we nou serieus te kijken naar een stilstaand beeld?", vraagt de oudste, die dit weekend thuis is. En inderdaad: we zitten in afwachting van het nieuws te kijken naar een stilstaand beeld. "Jazeker", zegt onze zoon, die in het bezit is van de afstandsbediening. "Te gek toch?" En inderdaad, eigenlijk is dat te gek. Wanneer maak je dat nog mee? Waar maak je dat nog mee? Twee hele minuten rust op tv, niet opgevuld met reclame. Dat is toch onbetaalbaar. Na het briljante concept van De bijrijder is ook dit een verademing in pauze-tv. Hulde aan RTV Noord.
Op een gegeven moment zitten we te kijken naar een stilstaand beeld van de regionale zender met een vrolijk muziekje eronder. "Zitten we nou serieus te kijken naar een stilstaand beeld?", vraagt de oudste, die dit weekend thuis is. En inderdaad: we zitten in afwachting van het nieuws te kijken naar een stilstaand beeld. "Jazeker", zegt onze zoon, die in het bezit is van de afstandsbediening. "Te gek toch?" En inderdaad, eigenlijk is dat te gek. Wanneer maak je dat nog mee? Waar maak je dat nog mee? Twee hele minuten rust op tv, niet opgevuld met reclame. Dat is toch onbetaalbaar. Na het briljante concept van De bijrijder is ook dit een verademing in pauze-tv. Hulde aan RTV Noord.
zondag 5 oktober 2014
Rekenen in kipfilets of Klippans
Ik reken graag in tastbare eenheden. Als ik bijvoorbeeld een kilo groei of afval, dan reken ik in kipfiletjes. Een kilo meer of minder? Dat klinkt niet zo heftig, maar zes kipfiletjes? Dat zijn toch maar weer zes kwakjes vlees die er ergens bijkomen of afgaan. Dat maakt veel meer duidelijk. Voor lichaamsgewicht is een kipfilet voor mij de ideale rekeneenheid.
Een andere rekeneenheid die ik graag hanteer is de Klippan, de goede en goedkope bank van Ikea. Ik reken met name meubels om in Klippans. Dit weekend waren E. en ik op bankenjacht. De twee Klippans die we na de brand aanschaften zijn na twee jaar intensief gebruik namelijk op. En dat mag ook. Ze kosten immers praktisch niks. Voor €169,- heb je er al eentje.
Een aantal weken geleden gingen we ook al eens op bankenjacht. Toen zagen we een bank waarvoor we maar liefst 38 Klippans konden kopen. Als we iedere twee jaar twee nieuwe Klippans kopen, dan kunnen we 38 jaar vooruit. Dan ben ik 91 jaar. En ook dit weekend zagen we een mogelijke kandidaat, goed voor 16 Klippans. Tot nu toe hebben we nog geen bank gezien die beter is dan zoveel Klippans bij elkaar. Ik ben bang dat dat ook lastig zal worden. Rekenen in tastbare eenheden maakt veel duidelijk.
Een andere rekeneenheid die ik graag hanteer is de Klippan, de goede en goedkope bank van Ikea. Ik reken met name meubels om in Klippans. Dit weekend waren E. en ik op bankenjacht. De twee Klippans die we na de brand aanschaften zijn na twee jaar intensief gebruik namelijk op. En dat mag ook. Ze kosten immers praktisch niks. Voor €169,- heb je er al eentje.
Een aantal weken geleden gingen we ook al eens op bankenjacht. Toen zagen we een bank waarvoor we maar liefst 38 Klippans konden kopen. Als we iedere twee jaar twee nieuwe Klippans kopen, dan kunnen we 38 jaar vooruit. Dan ben ik 91 jaar. En ook dit weekend zagen we een mogelijke kandidaat, goed voor 16 Klippans. Tot nu toe hebben we nog geen bank gezien die beter is dan zoveel Klippans bij elkaar. Ik ben bang dat dat ook lastig zal worden. Rekenen in tastbare eenheden maakt veel duidelijk.
Labels:
IKEA,
kipfilet,
Klippan,
rekeneenheid,
rekenen
zondag 28 september 2014
Groeten uit Grunniwood
Groningen is hot. Het lijkt ook tot de rest van Nederland door te dringen dat dit een prachtig gebied is. Beverig, dat wel, maar prachtig. Televisieploegen vergapen zich aan de weidsheid van ons land. De nieuwe serie Hollands Hoop is hier opgenomen. En ook de nieuwe speelfilm van Alex van Warmerdam is in deze regio opgenomen. Allemaal dichtbij mijn geboortegrond.
De boerderij Hollands Hoop is eigenlijk Hoog Hammen in Overschild. Vroeger was dat nog gewoon Woltersum, maar sinds de brug over het Eemskanaal is gesloopt hoort de andere kant van het Eemskanaal bij Overschild. Het ligt op een steenworp afstand van de boerderij van mijn zwager en zus waar ik twee jaar geleden ook een tijdje woonde. Ik reed toen van en naar mijn werk regelmatig langs Hoog Hammen. Dus ik ken de omgeving. Dat maakt het extra leuk.
De makers van Hollands Hoop zijn net als ik fan van True Detective leid ik af uit de intro. Het valt onmiddellijk op dat die wel verdacht veel op die van True Detective. Dat is een riskante strategie. Want er kan er maar een de beste zijn en dat is nou eenmaal True Detective. Toch kijk ik met veel plezier naar Hollands Hoop. Ook al zie ik -juist omdat ik de omgeving zo goed ken- veel voorbij komen wat niet klopt. Zo liggen er twee kadavers langs de weg in het korte ritje van de familie Augustinus naar Hoog Hammen. In de 53 jaar dat ik in Groningen woon, heb ik nog nooit een kadaver langs de weg zien liggen. In de serie zijn de gezinsleden voortdurend op zoek naar bereik met hun mobiele telefoon. Zo zie ik mijn zwager en zus nooit rondlopen op hun praktisch naastgelegen boerderij. En dan het ritje naar de troosteloze Mini Mart. Als je op Hoog Hammen woont, dan haal je je boodschappen in Schildwolde, Ten Boer of op Lewenborg. Ik snap dat daar hier niet voor is gekozen, want dat leverde niet de gewenste beelden op. De windmolens plaatsen wij in de buurt van Termunten, dus dat is wel een eindje uit de richting voor een paar boodschappen. Alles bij elkaar wordt het wel een beetje zwaar aangezet: Groningen is achtergebleven gebied. Gelukkig weten we zelf beter en kunnen we wel wat hebben.
Ik denk dat we Fivelingo bij de gemeentelijke herindeling Grunniwood moeten noemen.
De boerderij Hollands Hoop is eigenlijk Hoog Hammen in Overschild. Vroeger was dat nog gewoon Woltersum, maar sinds de brug over het Eemskanaal is gesloopt hoort de andere kant van het Eemskanaal bij Overschild. Het ligt op een steenworp afstand van de boerderij van mijn zwager en zus waar ik twee jaar geleden ook een tijdje woonde. Ik reed toen van en naar mijn werk regelmatig langs Hoog Hammen. Dus ik ken de omgeving. Dat maakt het extra leuk.
De makers van Hollands Hoop zijn net als ik fan van True Detective leid ik af uit de intro. Het valt onmiddellijk op dat die wel verdacht veel op die van True Detective. Dat is een riskante strategie. Want er kan er maar een de beste zijn en dat is nou eenmaal True Detective. Toch kijk ik met veel plezier naar Hollands Hoop. Ook al zie ik -juist omdat ik de omgeving zo goed ken- veel voorbij komen wat niet klopt. Zo liggen er twee kadavers langs de weg in het korte ritje van de familie Augustinus naar Hoog Hammen. In de 53 jaar dat ik in Groningen woon, heb ik nog nooit een kadaver langs de weg zien liggen. In de serie zijn de gezinsleden voortdurend op zoek naar bereik met hun mobiele telefoon. Zo zie ik mijn zwager en zus nooit rondlopen op hun praktisch naastgelegen boerderij. En dan het ritje naar de troosteloze Mini Mart. Als je op Hoog Hammen woont, dan haal je je boodschappen in Schildwolde, Ten Boer of op Lewenborg. Ik snap dat daar hier niet voor is gekozen, want dat leverde niet de gewenste beelden op. De windmolens plaatsen wij in de buurt van Termunten, dus dat is wel een eindje uit de richting voor een paar boodschappen. Alles bij elkaar wordt het wel een beetje zwaar aangezet: Groningen is achtergebleven gebied. Gelukkig weten we zelf beter en kunnen we wel wat hebben.
Ik denk dat we Fivelingo bij de gemeentelijke herindeling Grunniwood moeten noemen.
zondag 21 september 2014
Met grote vreze
De kosten van de gezondheidszorg rijzen de pan uit. Aan mij zal het niet liggen. Bij ons thuis gaan we voor kleinigheden en kleine ingrepen niet naar de huisarts. Dat noemen we dan zelfzorg. Veel lossen we zelf op met huismiddeltjes en voor kleine medische ingrepen draai ik mijn hand echt niet om. Neem nou een oor uitspuiten. Als je daar tig keer met je neus bovenop hebt gestaan, dan weet je echt wel hoe dat moet. Daar is geen hogere wiskunde voor nodig. Alleen een spuitje.
Deze week stuitte ik bij een winkel op een tandarts-setje. Een tandenborstel, een spiegeltje en een haak. Het was voor een vriendenprijsje, dus de beslissing was snel genomen: aanschaffen. Ik heb het altijd al interessant gevonden om mee te kijken met de tandarts, dus ik denk dat ik wel wat technieken heb opgedaan. Als E. het setje op tafel ziet liggen, vraagt hij: "Ga je je hier nu op toeleggen?" Ik kan niet zeggen dat het er erg enthousiast uitkwam. Eerder met grote vreze.
Deze week stuitte ik bij een winkel op een tandarts-setje. Een tandenborstel, een spiegeltje en een haak. Het was voor een vriendenprijsje, dus de beslissing was snel genomen: aanschaffen. Ik heb het altijd al interessant gevonden om mee te kijken met de tandarts, dus ik denk dat ik wel wat technieken heb opgedaan. Als E. het setje op tafel ziet liggen, vraagt hij: "Ga je je hier nu op toeleggen?" Ik kan niet zeggen dat het er erg enthousiast uitkwam. Eerder met grote vreze.
Het haakje is voorzien van een beschermhoesje. |
zaterdag 20 september 2014
Aanbevolen: zelfbedachte workout
Ik heb veel bijval gekregen voor mijn blog over het tepeltaboe. Sommigen storen zich ook aan de padded bh, voor anderen was het tepeltaboe een onbekend en ongewenst taboe. Inmiddels lijkt het onderwerp zich -nu ik er eenmaal voor opensta- van alle kanten aan me op te dringen.
Zo stuitten de oudste en ik dit weekend in Winschoten op paspoppen met twee parmantig vooruitstekende tepels. "Maak even een foto van die pop", zeg ik tegen de oudste. Mijn telefoon had ik namelijk thuis laten liggen. "Dit moeten we vastleggen." Zo gezegd, zo gedaan. En het blijft niet bij die ene getepelde paspop. We spotten er nog zeker vier. We prijzen ons gelukkig dat wij in dit taboedoorbrekende landsdeel leven.
Ook los van het taboe houden samentrekkende tepels ons bezig. Zo ontdekt de oudste dat je met samentrekkende tepels maar liefst 6 kilocalorieën verbrandt. Dus het loont om de deur even open te zetten. Tien keer staat gelijk aan 60 kilocalorieën en dat is dan toch maar even weer een appel. Ik zie ongekende mogelijkheden voor een nieuwe hype: de tepel-workout, of beter bekkend: een nipple-workout. Ik claim er direct het patent op. Nou vooruit: ook maar even weer een advertentie voor facebook. Omdat ik dat zelf zo leuk vind - misschien wordt dat wel mijn nieuwe hobby.
Slank door samentrekkende tepels!
Fitnessgoeroes flippen!
Dit hadden zij nooit kunnen bedenken.
Vrouw van 53 ontdekt de ultieme workout.
Zij verbrandt dag en nacht calorieën.
En dat zonder moeite!
Doe ook mee en probeer het nu:
de nipple-workout.
Zo slank is zij door samentrekkende
tepels. Zij lijkt 25 jaar jonger!
Probeer het ook!
Zo stuitten de oudste en ik dit weekend in Winschoten op paspoppen met twee parmantig vooruitstekende tepels. "Maak even een foto van die pop", zeg ik tegen de oudste. Mijn telefoon had ik namelijk thuis laten liggen. "Dit moeten we vastleggen." Zo gezegd, zo gedaan. En het blijft niet bij die ene getepelde paspop. We spotten er nog zeker vier. We prijzen ons gelukkig dat wij in dit taboedoorbrekende landsdeel leven.
Ook los van het taboe houden samentrekkende tepels ons bezig. Zo ontdekt de oudste dat je met samentrekkende tepels maar liefst 6 kilocalorieën verbrandt. Dus het loont om de deur even open te zetten. Tien keer staat gelijk aan 60 kilocalorieën en dat is dan toch maar even weer een appel. Ik zie ongekende mogelijkheden voor een nieuwe hype: de tepel-workout, of beter bekkend: een nipple-workout. Ik claim er direct het patent op. Nou vooruit: ook maar even weer een advertentie voor facebook. Omdat ik dat zelf zo leuk vind - misschien wordt dat wel mijn nieuwe hobby.
Slank door samentrekkende tepels!
Fitnessgoeroes flippen!
Dit hadden zij nooit kunnen bedenken.
Vrouw van 53 ontdekt de ultieme workout.
Zij verbrandt dag en nacht calorieën.
En dat zonder moeite!
Doe ook mee en probeer het nu:
de nipple-workout.
Zo slank is zij door samentrekkende
tepels. Zij lijkt 25 jaar jonger!
Probeer het ook!
vrijdag 12 september 2014
Post!
Er is toch niets leuker dan een kaartje via de post. En het wordt steeds bijzonderder, want hoeveel post krijg je nou eigenlijk nog? Maar vandaag kreeg ik er eentje. Van mijn dochter. Het was deze week namelijk de week van het schrijven. En zij schrijft gedichten. Dus schreef ze deze week een gedicht voor mij. En dat gedicht schreef ze op een kaartje. En vanmorgen belandde het kaartje in mijn postbus. Het gaat zo:
Die ene keer
Schuifelend over de dansvloer
Voeten dicht bij die van jou
Hangend in je armen
Zeg ik dat ik van je houd
Starend naar je voeten
Volg ik waar ze gaan
Want jij kent de stappen
En ik ben te oud om op je schoenen te staan
Ik wil het heel graag goed doen
Want de mensen kijken
En ik hoor ze zeggen
Dat wij als twee druppels water op elkaar lijken
Jaren zijn verstreken
Sinds die ene keer
En velen zeiden later nog hetzelfde
Maar deze dans vergeet ik nooit weer
-
Hoe bijzonder is dat?
Meer lezen? http://tettysmipers.wix.com/tettysmipers#!hetty-kuipers/ciw
Dit was de kaart waarop ze het gedicht schreef:
Die ene keer
Schuifelend over de dansvloer
Voeten dicht bij die van jou
Hangend in je armen
Zeg ik dat ik van je houd
Starend naar je voeten
Volg ik waar ze gaan
Want jij kent de stappen
En ik ben te oud om op je schoenen te staan
Ik wil het heel graag goed doen
Want de mensen kijken
En ik hoor ze zeggen
Dat wij als twee druppels water op elkaar lijken
Jaren zijn verstreken
Sinds die ene keer
En velen zeiden later nog hetzelfde
Maar deze dans vergeet ik nooit weer
-
Hoe bijzonder is dat?
Meer lezen? http://tettysmipers.wix.com/tettysmipers#!hetty-kuipers/ciw
Dit was de kaart waarop ze het gedicht schreef:
Oké, ik telefoneer graag. Maar meestal kijk ik daar toch een stuk relaxter bij. |
zaterdag 6 september 2014
Verloren onschuld
Iedereen die kinderen heeft zal het herkennen: je (her)ontdekt veel dingen. Hun onbevangen blik herinnert je aan je eigen verloren onschuld. Ik zal nooit vergeten dat onze zoon thuiskwam van de basisschool. Hij had les gehad over de Tweede Wereldoorlog en over de vreselijke dingen die mensen elkaar kunnen aandoen. "Dat had ik liever niet geweten", zei hij. Of onze oudste, die als kleuter naar aanleiding van een pestincident van een medeleerling in verwondering over de pesters vroeg: "Waarom doen ze dat eigenlijk?" Ik herinner het me nog zo goed omdat mijn hart brak vanwege het verlies van hun onschuld. Toch gebeurt dat onherroepelijk. Dat begint als je peuter bent en dat proces gaat je hele leven door.
Het verliezen van je onschuld is geen pijnloos proces. Meestal gaat het via de weg van de teleurstelling; teleurstelling over oneerlijkheid, machtsverschil, ongelijkheid, onrecht of achterbaksheid. Zodra kinderen uit hun eigen vertrouwde cirkel treden zijn ze kwetsbaar. Dus investeren we veel in weerbaarheid. Dat doen we omdat oneerlijkheid, machtsverschil, ongelijkheid, onrecht en achterbaksheid nou eenmaal moeilijk zijn uit te roeien. De school, de wereld, je werkplek; het zijn jungles waar het recht van de sterkste geldt. De menselijke beschaving is maar een dun en oppervlakkig laagje. Dus wapenen we onszelf zo goed en zo kwaad als het kan.
Als volwassene zorgen we ervoor dat we niet kwetsbaar zijn, want kwetsbaarheid is zwakte. En als de oneerlijken, de machtswellustelingen en achterbaksen kwetsbaarheid ruiken, dan slaan ze keihard toe. Je bent kwetsbaar als je eerlijk, rechtvaardig en trouw bent. Dat zijn geen eigenschappen waarmee je in de jungle overleeft. Daar heb je namelijk beschaving voor nodig. Als je zoals ik de vijftig bent gepasseerd, dan weet je dit allemaal. Je hebt oneerlijkheid, machtsverschil, ongelijkheid, onrecht en achterbaksheid leren hanteren en signaleren. Maar soms word je toch geraakt en ben je heel even kwetsbaar. Dat is dan het kleine beetje onschuld dat nog resteert. Dat moet je eigenlijk koesteren, want er liggen goede eigenschappen ten grondslag aan onschuld. Eerlijkheid, rechtvaardigheid en trouw zijn goede eigenschappen. Oneerlijkheid, machtswellust en achterbaksheid zijn dat niet. We moeten ons nooit zo wapenen dat we dat vergeten.
Het verliezen van je onschuld is geen pijnloos proces. Meestal gaat het via de weg van de teleurstelling; teleurstelling over oneerlijkheid, machtsverschil, ongelijkheid, onrecht of achterbaksheid. Zodra kinderen uit hun eigen vertrouwde cirkel treden zijn ze kwetsbaar. Dus investeren we veel in weerbaarheid. Dat doen we omdat oneerlijkheid, machtsverschil, ongelijkheid, onrecht en achterbaksheid nou eenmaal moeilijk zijn uit te roeien. De school, de wereld, je werkplek; het zijn jungles waar het recht van de sterkste geldt. De menselijke beschaving is maar een dun en oppervlakkig laagje. Dus wapenen we onszelf zo goed en zo kwaad als het kan.
Als volwassene zorgen we ervoor dat we niet kwetsbaar zijn, want kwetsbaarheid is zwakte. En als de oneerlijken, de machtswellustelingen en achterbaksen kwetsbaarheid ruiken, dan slaan ze keihard toe. Je bent kwetsbaar als je eerlijk, rechtvaardig en trouw bent. Dat zijn geen eigenschappen waarmee je in de jungle overleeft. Daar heb je namelijk beschaving voor nodig. Als je zoals ik de vijftig bent gepasseerd, dan weet je dit allemaal. Je hebt oneerlijkheid, machtsverschil, ongelijkheid, onrecht en achterbaksheid leren hanteren en signaleren. Maar soms word je toch geraakt en ben je heel even kwetsbaar. Dat is dan het kleine beetje onschuld dat nog resteert. Dat moet je eigenlijk koesteren, want er liggen goede eigenschappen ten grondslag aan onschuld. Eerlijkheid, rechtvaardigheid en trouw zijn goede eigenschappen. Oneerlijkheid, machtswellust en achterbaksheid zijn dat niet. We moeten ons nooit zo wapenen dat we dat vergeten.
Labels:
beschaving,
kwetsbaarheid,
oneerlijkheid,
onschuld
donderdag 4 september 2014
Je gelooft het niet!
Regelmatig komen er op mijn facebookpagina advertenties voorbij met de titel Je gelooft het niet. Soms volgt daar dan een tekst op als: Zij maakt dokters razend! Daarbij wordt een afschrikwekkende foto van een vrouw geplaatst. Meestal gaat het dan om een gouden tip, bijvoorbeeld het ultieme geheim tegen rimpels. Het is de bedoeling dat de afschrikwekkende foto je nieuwsgierig maakt. En dat lukt vaak prima. Hier een voorbeeld.
Vandaag bevind ik mij in de gelukkige situatie dat ik zelf zo'n gouden tip kan doorgeven. En om het helemaal echt te maken heb ik ook een afschrikwekkende foto van mezelf gemaakt om bij te voegen. Ik had vanmiddag op het werk namelijk de hik. En net op het hoogtepunt van mijn hikaanval word ik natuurlijk gebeld. "Ik heb de hik", zeg ik direct om misverstanden te voorkomen. In het gesprek lukt het me om de meeste hikjes in te slikken, maar een aantal keren heb ik net mijn mond open, waardoor er een gierende hik in de hoorn van de telefoon knettert. Het is doodvermoeiend. "Mijn zus zegt altijd dat je een slok water moet nemen terwijl je op de kop staat." zegt mijn gesprekspartner. Ik ben inmiddels zover dat ik wel iets wil proberen. En zo gezegd, zo gedaan: ik neem een slok water, ga voorover staan en slik... en weg is de hik! Geweldig! Je gelooft het niet! Ik heb er even een advertentie van gemaakt.
Je gelooft het niet!
Vrouw van 53 jaar lost hardnekkige hik
op met een slok water.
Het enige wat zij hoefde te doen was
op de kop gaan staan en slikken.
Het maakt dokters razend!
Vandaag bevind ik mij in de gelukkige situatie dat ik zelf zo'n gouden tip kan doorgeven. En om het helemaal echt te maken heb ik ook een afschrikwekkende foto van mezelf gemaakt om bij te voegen. Ik had vanmiddag op het werk namelijk de hik. En net op het hoogtepunt van mijn hikaanval word ik natuurlijk gebeld. "Ik heb de hik", zeg ik direct om misverstanden te voorkomen. In het gesprek lukt het me om de meeste hikjes in te slikken, maar een aantal keren heb ik net mijn mond open, waardoor er een gierende hik in de hoorn van de telefoon knettert. Het is doodvermoeiend. "Mijn zus zegt altijd dat je een slok water moet nemen terwijl je op de kop staat." zegt mijn gesprekspartner. Ik ben inmiddels zover dat ik wel iets wil proberen. En zo gezegd, zo gedaan: ik neem een slok water, ga voorover staan en slik... en weg is de hik! Geweldig! Je gelooft het niet! Ik heb er even een advertentie van gemaakt.
Je gelooft het niet!
Vrouw van 53 jaar lost hardnekkige hik
op met een slok water.
Het enige wat zij hoefde te doen was
op de kop gaan staan en slikken.
Het maakt dokters razend!
woensdag 3 september 2014
Een verontrustende trend
Ik oogstte op het werk veel bijval voor mijn blog van eergisteren. Het tepeltaboe heeft bij mij op het werk dus nog niet toegeslagen. Voor sommigen was het een nieuw inzicht: zij hadden nog geen weet van enig taboe. Anderen maken zich ongerust over deze trend. Want wat is dan de volgende stap? Een padded minimizer, zodat je niet alleen geen tepel, maar ook geen borst meer ziet?
De mannen vragen zich af hoe deze nieuwe preutsheid voor hen zal uitpakken. Onterecht denk ik. Dat is nou juist het zorgelijke ervan: ik denk dat het voor mannen nog wel meevalt. De nieuwe preutsheid zorgt voor een nieuwe ongelijkheid. De mannentepel mag namelijk gezien worden. Daar komt geen nipple cover aan te pas. Het is juist de vrouwentepel die in de ban wordt gedaan.
Nou blijkt dat de angst bij mannen ook niet op de tepel is gericht. Sommige mannen zien de padded herenslip als de logische volgende stap van het nieuwe conservatisme. De hamvraag is dan natuurlijk hoe de padding zou worden ingezet: is het bedoeld om te uniformeren of om te neutraliseren? Loopt straks iedere man rond met een softe toque?
De tijd zal het leren. Vooralsnog loop ik nog rustig rond met een non-padded bh. En de mannen? Die raad ik een boxershort aan.
De mannen vragen zich af hoe deze nieuwe preutsheid voor hen zal uitpakken. Onterecht denk ik. Dat is nou juist het zorgelijke ervan: ik denk dat het voor mannen nog wel meevalt. De nieuwe preutsheid zorgt voor een nieuwe ongelijkheid. De mannentepel mag namelijk gezien worden. Daar komt geen nipple cover aan te pas. Het is juist de vrouwentepel die in de ban wordt gedaan.
Nou blijkt dat de angst bij mannen ook niet op de tepel is gericht. Sommige mannen zien de padded herenslip als de logische volgende stap van het nieuwe conservatisme. De hamvraag is dan natuurlijk hoe de padding zou worden ingezet: is het bedoeld om te uniformeren of om te neutraliseren? Loopt straks iedere man rond met een softe toque?
De tijd zal het leren. Vooralsnog loop ik nog rustig rond met een non-padded bh. En de mannen? Die raad ik een boxershort aan.
maandag 1 september 2014
Geen tepeltaboe
"Ik doe toch maar even een jasje aan." Boezemvriendin, collega en ik gaan tussen de middag even een wandeling maken. Aanvankelijk denk ik het zonder jas te kunnen doen, maar als we collega gaan halen, dan vind ik het toch wel fris. "Straks loop ik hier met afgetekende tepels rond en dan denken voorbijgangers misschien 'zo, die is blij om mij te zien'. " zeg ik. "Terwijl ik natuurlijk alleen maar koud ben. Dat kan alleen maar leiden tot misverstanden." Dus ik ga mijn jasje nog snel even halen.
We hebben een fijne open werksfeer bij ons op het werk. Er zijn dan ook weinig thema's die onder collega's niet besproken kunnen worden. Het al dan niet aftekenen van tepels is bij ons dus geen taboe. Collega is zelfs blij dat mijn tepels nog de gelegenheid krijgen om zich af te tekenen. Zij signaleert namelijk een nieuwe preutsheid waarbij de tepel in de ban wordt gedaan. De grote boosdoener is de padded bh. Voor boezemvriendin en mij is dit een nieuw gezichtspunt. Wij zaten nog niet op het spoor van dit nieuwe conservatisme.
Maar ze heeft gelijk: de padded bh heeft een foamlaagje waar zelfs de meest hardnekkige tepel niet doorheen komt. En zo lijkt een vrouwenborst een gladde heuvel zonder enig reliëf. En dat is geen vooruitgang, aldus collega. En wij kunnen niet anders dan het met haar eens zijn: voor ons geen tepeltaboe.
We hebben een fijne open werksfeer bij ons op het werk. Er zijn dan ook weinig thema's die onder collega's niet besproken kunnen worden. Het al dan niet aftekenen van tepels is bij ons dus geen taboe. Collega is zelfs blij dat mijn tepels nog de gelegenheid krijgen om zich af te tekenen. Zij signaleert namelijk een nieuwe preutsheid waarbij de tepel in de ban wordt gedaan. De grote boosdoener is de padded bh. Voor boezemvriendin en mij is dit een nieuw gezichtspunt. Wij zaten nog niet op het spoor van dit nieuwe conservatisme.
Maar ze heeft gelijk: de padded bh heeft een foamlaagje waar zelfs de meest hardnekkige tepel niet doorheen komt. En zo lijkt een vrouwenborst een gladde heuvel zonder enig reliëf. En dat is geen vooruitgang, aldus collega. En wij kunnen niet anders dan het met haar eens zijn: voor ons geen tepeltaboe.
Wat denk je hiervan? De nipple cover! |
zaterdag 30 augustus 2014
Mijn tas is thuisgekomen
Ik had 'm al eerder zien hangen. Maar toen kon ik de verleiding weerstaan. Ik ben van de uitgestelde behoefte. Ik wacht even af om te zien of ik het echt wel wil. En als ik dan tot de koop overga, dan ben ik heel blij en weet ik zeker dat ik iets koop wat een blijvertje is. Zo verging het me ook met de tas.
Onze jongste is een shoe-a-holic, dus we komen regelmatig in verschillende schoenenzaken. Zo ook in de Van Haren hier ter plaatse. En daar zag ik 'm: de tas. Leuk! Maar ik had nog wel een schoudertas en ook eentje voor naar het werk, dus echt nodig was het niet. Een dergelijke aankoop zou eerder een traktatie dan een basisbehoefte zijn. Niet dat je jezelf niet eens mag trakteren, maar een traktatie is alleen maar een traktatie als het iets uitzonderlijks is. Dus moet het niet voortdurend of lichtzinnig gebeuren. Dan wordt het gewoon.
Maar deze week was ik zover. Ik wist het zeker. Doelbewust loop ik de Van Haren binnen, linea recta naar de tassen. Blijken ze ook nog eens in de aanbieding te zijn! Als dat geen teken is... Jammer genoeg zit er op de kleur van mijn keuze een hele vieze vlek. Die hoef ik dus niet. Ik spreek de schuchtere jongen achter de kassa aan: "Is die tas er ook nog zonder vlek?" Hij verschiet licht van kleur en loopt naar de tas en ziet wat ik ook zie. Hij kan er ook niet veel anders van maken. "Ik zal even achter kijken of die kleur er nog is", zegt hij. Gelukkig is hij verstandig genoeg om me de tas met vlek niet met 5 euro korting aan te bieden. Geen haar op mijn hoofd die daar over zou denken. Dan zou het geen traktatie meer zijn.
Jammer genoeg is 'ie er niet. "Maar ik kan 'm wel voor u bestellen", zegt hij. Goed idee. "Doe dat maar", zeg ik. "Wilt u 'm thuis of wilt u..." vraagt hij. Ik onderbreek hem halverwege, want ik weet het al: "Doe maar thuis", zeg ik. En zo gebeurt het. En wat blijkt? Bij Van Haren maakt het ze niet uit of ze de tas naar hun filiaal laten verschepen of linea recta naar mijn huis. Zonder verzendkosten krijg ik de tas gewoon thuisgestuurd. En gisteren is mijn tas dus thuisgekomen. Hij was voor mij bestemd. Dat wisten ze bij Van Haren al, getuige het bijgevoegde verzendbewijs: Ship To Home. Het is geweldig. Ik krijg er bijna tranen van in mijn ogen.
Onze jongste is een shoe-a-holic, dus we komen regelmatig in verschillende schoenenzaken. Zo ook in de Van Haren hier ter plaatse. En daar zag ik 'm: de tas. Leuk! Maar ik had nog wel een schoudertas en ook eentje voor naar het werk, dus echt nodig was het niet. Een dergelijke aankoop zou eerder een traktatie dan een basisbehoefte zijn. Niet dat je jezelf niet eens mag trakteren, maar een traktatie is alleen maar een traktatie als het iets uitzonderlijks is. Dus moet het niet voortdurend of lichtzinnig gebeuren. Dan wordt het gewoon.
Maar deze week was ik zover. Ik wist het zeker. Doelbewust loop ik de Van Haren binnen, linea recta naar de tassen. Blijken ze ook nog eens in de aanbieding te zijn! Als dat geen teken is... Jammer genoeg zit er op de kleur van mijn keuze een hele vieze vlek. Die hoef ik dus niet. Ik spreek de schuchtere jongen achter de kassa aan: "Is die tas er ook nog zonder vlek?" Hij verschiet licht van kleur en loopt naar de tas en ziet wat ik ook zie. Hij kan er ook niet veel anders van maken. "Ik zal even achter kijken of die kleur er nog is", zegt hij. Gelukkig is hij verstandig genoeg om me de tas met vlek niet met 5 euro korting aan te bieden. Geen haar op mijn hoofd die daar over zou denken. Dan zou het geen traktatie meer zijn.
Jammer genoeg is 'ie er niet. "Maar ik kan 'm wel voor u bestellen", zegt hij. Goed idee. "Doe dat maar", zeg ik. "Wilt u 'm thuis of wilt u..." vraagt hij. Ik onderbreek hem halverwege, want ik weet het al: "Doe maar thuis", zeg ik. En zo gebeurt het. En wat blijkt? Bij Van Haren maakt het ze niet uit of ze de tas naar hun filiaal laten verschepen of linea recta naar mijn huis. Zonder verzendkosten krijg ik de tas gewoon thuisgestuurd. En gisteren is mijn tas dus thuisgekomen. Hij was voor mij bestemd. Dat wisten ze bij Van Haren al, getuige het bijgevoegde verzendbewijs: Ship To Home. Het is geweldig. Ik krijg er bijna tranen van in mijn ogen.
zondag 24 augustus 2014
In de greep van True Detective
Het lijkt alweer heel lang geleden, maar het was toch nog maar ruim twee weken geleden dat het echt bloedheet was. Te heet om welke activiteit dan ook te ondernemen. Gelukkig had ik toen nog vakantie. Alhoewel lampen en apparaten de temperatuur in huis ook verhogen, besluiten de oudste en ik om een tv-marathon te starten. We hebben sinds kort HBO on demand, dus we kunnen kiezen. We kiezen voor True Detective. Ik was daar al aan begonnen, de oudste stak later in, maar we zijn klaar voor de laatste drie.
We kijken gebiologeerd naar drie afleveringen achter elkaar. Als de eerste is afgelopen zeggen we tegelijk: "Nog eentje?" en zo gaat het door. Wat een geweldige serie! En dat is heel bijzonder, want het druist tegen al mijn persoonlijke voorkeuren in. Doorgaans heb ik graag dat een zaak binnen een aflevering wordt afgehandeld. Ik heb er maar een hekel aan als een zaak over meer afleveringen wordt uitgesmeerd. Als ik dat van tevoren weet, kijk ik niet eens. Weet ik het niet, dan heb ik de pest in. Bovendien hou ik ervan als de gebeurtenissen zich in een hoog tempo afspelen. Als dat niet zo is, dan haak ik binnen tien minuten af. Ook ben ik geen fan van wisselingen in tijd. Ik heb graag dat een misdrijf zich in het nu afspeelt, geen uitstapjes naar het verleden. True Detective gaat tegen al deze voorkeuren in: een zaak wordt in 8 afleveringen ontrafeld, er worden binnen de afleveringen sprongen in de tijd gemaakt en het tempo is laag. Er is zo'n grote rol weggelegd voor het landschap dat het af en toe op een roadmovie lijkt. Waarom heeft deze serie mij dan zo in de greep?
Ik probeer het antwoord op deze vraag te achterhalen als we in het zwarte gat zijn beland nadat we alle afleveringen hebben gezien. Ik kan er de vinger niet echt op leggen, maar op de een of andere manier is er een magische combinatie ontstaan. Een groot deel van die magie zit 'm -behalve natuurlijk in het fantastische script- in de cast. De hoofdrollen worden gespeeld door Woody Harrelson en Matthew Mcconnaughey. Geen voor de hand liggende keuze: Woody Harrelson kende ik toch vooral als de vrolijke niet al te slimme barman van Cheers en Matthew Mcconnaughey als mooie jongen met een lijzig Texaans accent. Allebei toch een beetje oppervlakkig. In deze serie rekenen ze af met dat imago. En hoe!
De zaak wordt opgelost. En dan is het zomaar afgelopen. "Wat nu?", zegt de oudste. "Wat moeten we nu doen?" We zijn een beetje ontredderd. Als je iets hebt gezien wat je heel goed vindt, dan is dat bitterzoet. Het is geweldig dat iets je zo in beslag heeft kunnen nemen, dat je zo bent meegenomen door het verhaal. Dat wil je weer, je wilt meer. En tegelijkertijd weet je dat dit niet zo vaak gebeurt. Je hebt geen idee hoe lang je moet wachten voor je dit opnieuw overkomt - daar heb je geen greep op.
De oudste kijkt onmiddellijk op internet of er ook een tweede serie op stapel staat - en hoelang we dan nog moeten wachten voor we die kunnen zien."Er komt een tweede serie", zegt ze. "maar niet weer met Harrelson en Mcconnaughey." Daar knappen wij niet van op. Maar goed: ga die eerste serie vooral zien!
Geweldige intro -echt geweldig- met muziek van The Handsome Family:
We kijken gebiologeerd naar drie afleveringen achter elkaar. Als de eerste is afgelopen zeggen we tegelijk: "Nog eentje?" en zo gaat het door. Wat een geweldige serie! En dat is heel bijzonder, want het druist tegen al mijn persoonlijke voorkeuren in. Doorgaans heb ik graag dat een zaak binnen een aflevering wordt afgehandeld. Ik heb er maar een hekel aan als een zaak over meer afleveringen wordt uitgesmeerd. Als ik dat van tevoren weet, kijk ik niet eens. Weet ik het niet, dan heb ik de pest in. Bovendien hou ik ervan als de gebeurtenissen zich in een hoog tempo afspelen. Als dat niet zo is, dan haak ik binnen tien minuten af. Ook ben ik geen fan van wisselingen in tijd. Ik heb graag dat een misdrijf zich in het nu afspeelt, geen uitstapjes naar het verleden. True Detective gaat tegen al deze voorkeuren in: een zaak wordt in 8 afleveringen ontrafeld, er worden binnen de afleveringen sprongen in de tijd gemaakt en het tempo is laag. Er is zo'n grote rol weggelegd voor het landschap dat het af en toe op een roadmovie lijkt. Waarom heeft deze serie mij dan zo in de greep?
Ik probeer het antwoord op deze vraag te achterhalen als we in het zwarte gat zijn beland nadat we alle afleveringen hebben gezien. Ik kan er de vinger niet echt op leggen, maar op de een of andere manier is er een magische combinatie ontstaan. Een groot deel van die magie zit 'm -behalve natuurlijk in het fantastische script- in de cast. De hoofdrollen worden gespeeld door Woody Harrelson en Matthew Mcconnaughey. Geen voor de hand liggende keuze: Woody Harrelson kende ik toch vooral als de vrolijke niet al te slimme barman van Cheers en Matthew Mcconnaughey als mooie jongen met een lijzig Texaans accent. Allebei toch een beetje oppervlakkig. In deze serie rekenen ze af met dat imago. En hoe!
De zaak wordt opgelost. En dan is het zomaar afgelopen. "Wat nu?", zegt de oudste. "Wat moeten we nu doen?" We zijn een beetje ontredderd. Als je iets hebt gezien wat je heel goed vindt, dan is dat bitterzoet. Het is geweldig dat iets je zo in beslag heeft kunnen nemen, dat je zo bent meegenomen door het verhaal. Dat wil je weer, je wilt meer. En tegelijkertijd weet je dat dit niet zo vaak gebeurt. Je hebt geen idee hoe lang je moet wachten voor je dit opnieuw overkomt - daar heb je geen greep op.
De oudste kijkt onmiddellijk op internet of er ook een tweede serie op stapel staat - en hoelang we dan nog moeten wachten voor we die kunnen zien."Er komt een tweede serie", zegt ze. "maar niet weer met Harrelson en Mcconnaughey." Daar knappen wij niet van op. Maar goed: ga die eerste serie vooral zien!
Geweldige intro -echt geweldig- met muziek van The Handsome Family:
De trailer
zondag 17 augustus 2014
Man vermist
Het zal je maar gebeuren: je staat op en je man is verdwenen. Het overkwam mij vanmorgen. Als ik wakker word is hij weg. Dat gebeurt vaker en dat kan natuurlijk: ook al ben je al heel lang bij elkaar, je bioritme is niet 100% op elkaar afgestemd. Meestal merk ik het wel, dus opmerkelijker is dat ik er niets van heb gemerkt - ook al ben ik minder waakzaam dan voorheen.
Als ik opsta, verwacht ik E. natuurlijk beneden aan te treffen. Hij heeft het druk en dat betekent voor een kleine zelfstandige dat ook zondag een werkdag is. Maar in zijn kantoor is hij niet. Ook is er geen bewijs van recente activiteit, zie ik in een oogopslag. De luxaflex zijn nog dicht, de computers nog niet opgestart. Dus verwacht ik hem in de kamer. Maar ook daar geen spoor van aanwezigheid van E. De gordijnen zitten nog dicht. Er is nog geen ontbijtje genuttigd zo te zien. Een blik in de vaatwasser leert dat daar niets is uitgehaald. Ook het toilet en de badkamer zijn niet bezet.
Gelukkig ben ik een true detective*, dus ik heb niet veel aanwijzingen nodig. Een aanwijzing is voldoende voor mij om het hele plaatje compleet te krijgen. Er mist namelijk een banaan. Dan weet ik genoeg: E. is gaan hardlopen.
*Wat een geweldige serie. Maar daarover later meer.
Als ik opsta, verwacht ik E. natuurlijk beneden aan te treffen. Hij heeft het druk en dat betekent voor een kleine zelfstandige dat ook zondag een werkdag is. Maar in zijn kantoor is hij niet. Ook is er geen bewijs van recente activiteit, zie ik in een oogopslag. De luxaflex zijn nog dicht, de computers nog niet opgestart. Dus verwacht ik hem in de kamer. Maar ook daar geen spoor van aanwezigheid van E. De gordijnen zitten nog dicht. Er is nog geen ontbijtje genuttigd zo te zien. Een blik in de vaatwasser leert dat daar niets is uitgehaald. Ook het toilet en de badkamer zijn niet bezet.
Gelukkig ben ik een true detective*, dus ik heb niet veel aanwijzingen nodig. Een aanwijzing is voldoende voor mij om het hele plaatje compleet te krijgen. Er mist namelijk een banaan. Dan weet ik genoeg: E. is gaan hardlopen.
*Wat een geweldige serie. Maar daarover later meer.
zondag 3 augustus 2014
De romantiek viert weer hoogtij
Foto: Hetty Kuipers |
Zelf weet ze het even niet, vertelt ze. Ze was toen ze klein was altijd dol op huisjesslakken, maar om nou als huisjesslak terug te komen... Daar heeft ze toch ook haar bedenkingen bij: "Dat lijkt me toch niks, dan gooien mensen zout op je of ze gaan bovenop je staan." Inderdaad geen genadig einde.
Ik hoef niet echt lang na te denken. "Een zilvermeeuw", zeg ik. We voeren dit gesprek bovenop een krijtrots in Noord-Frankrijk. Daar zijn ze heer en meester. Ze zijn er alom aanwezig: krijsend, drijvend vliegend, zeilend in de wind, scherp afgetekend tegen de blauwe lucht met de zee of water binnen handbereik. Mooi. "Als zilvermeeuw kun je zowel vliegen als op het water zijn. Dat lijkt me ideaal", licht ik mijn keuze toe.
Mijn gezin is verbaasd. "Zilvermeeuwen zijn toch echte rötterds", zegt E. Het zijn inderdaad geen knuffelige nobele dieren. Veel mensen vinden ze niet zo sympathiek. Maar dat interesseert me niet. "Ik vind het totaal geen probleem om een rötterd te zijn", zeg ik. "Een zilvermeeuw heeft volgens mij amper natuurlijke vijanden." Dat lijkt me wel relaxed. Als ik dan nog een leven tegoed zou hebben, zou ik niet de hele tijd achterna willen worden gezeten door andere dieren. "Zeehonden toch?", zegt de oudste. Ik weet het niet. "Die moeten me dan toch maar eerst te pakken krijgen", zeg ik. Ik heb me inmiddels al helemaal ingeleefd. "Ik kan immers vliegen en die zeehond niet". "Wat wil jij worden?", zegt de jongste tegen haar vader. "Nou dan wil ik natuurlijk ook een zilvermeeuw zijn", zegt E. Het is wel duidelijk: de romantiek viert hier weer hoogtij.
donderdag 24 juli 2014
Datskebeurt, datskebeurt!
Onze chers propriétaires hebben een leuk leventje. Zo ziet het er tenminste uit. Ze kunnen, als ze daar zin in hebben, de weg oversteken en dan staan ze op het strand. Ons vakantiegevoel is voor hun daily business. Als ze geen zin hebben, gaan ze gewoon niet. Ze kunnen immers altijd de volgende dag weer gaan? 's Avonds gaan ze dan vaak even uit eten, met of zonder vrienden. Overdag wordt er soms gewerkt, soms niet.
Toen we hier aankwamen had ik het idee dat ze allebei in de zorg werkten, waardoor ze wisselend aanwezig zijn. Van hem wist ik het niet zeker, afgaand op de strakke scheiding in zijn haar zou hij ook iets in de financiële wereld kunnen doen. Dat dacht ik toen tenminste...
Het huis waar we met zijn allen in wonen, hebben ze denk ik van haar oma geërfd. Een deel van haar inventaris staat hier tenminste nog. Zelf wonen ze op de bovenste twee verdiepingen. De bovenste verdieping is de slaapverdieping en ze wonen op de tweede verdieping. Wij hebben hier beneden al een mooi uitzicht op zee, maar boven hebben zij vast een schitterend uitzicht. Het verhuren van de onderverdieping is een mooie manier om centen bij te verdienen. Op zaterdag ontsluit je de verdieping voor de nieuwe huurders en vervolgens kun je minimaal een week je eigen gang gaan. Het enige wat je inlevert is een deel van je privacy door speculerende onderhuurders. Ik speculeer er tenminste lekker en enthousiast op los. Op de camping was ik druk met campingobservaties, nu richt ik me compleet op de propriétaires.
Inmiddels denk ik het raadsel van het geschuif en gesleep te hebben opgelost. Wat blijkt namelijk? Onze Cher propriétaire is muzikant. Als iets mij heeft verrast is dat het wel. Dat had ik echt nooit verwacht. Maar het is wel zo. Hij zingt en speelt gitaar in een bandje met een kameraad met dreads. Die is hier regelmatig met zijn Berlingo aanwezig. Alle ramen van de Berlingo zijn afgeplakt met zilverfolie. Aanvankelijk dacht ik dat dat was om redenen die het daglicht niet kunnen verdragen, maar nu denk ik dat het zo is opdat ze op deze manier hun kostbare muziekinstrumenten ongezien in de auto kunnen zetten.
En nu kom ik dan even terug op het gesleep en geschuif. De Cher propriétaire is verantwoordelijk voor de versterking van het geluid: hij neemt twee grote boxen mee. En die schuift hij richting de trap, zodat ze die zo mee kunnen nemen. Vervolgens klikt hij zijn gitaardoos dicht. Dat gaat natuurlijk allemaal in opperste concentratie, vandaar dat er geen overleg was. En de opgewonden praatjes daarvoor? Spanning voor het optreden natuurlijk. Datskebeurt, datskebeurt!
Uiteraard heb ik deze feiten niet gecheckt. Waarom zou ik ook? Dan is er toch echt geen bal meer aan.
Toen we hier aankwamen had ik het idee dat ze allebei in de zorg werkten, waardoor ze wisselend aanwezig zijn. Van hem wist ik het niet zeker, afgaand op de strakke scheiding in zijn haar zou hij ook iets in de financiële wereld kunnen doen. Dat dacht ik toen tenminste...
Het huis waar we met zijn allen in wonen, hebben ze denk ik van haar oma geërfd. Een deel van haar inventaris staat hier tenminste nog. Zelf wonen ze op de bovenste twee verdiepingen. De bovenste verdieping is de slaapverdieping en ze wonen op de tweede verdieping. Wij hebben hier beneden al een mooi uitzicht op zee, maar boven hebben zij vast een schitterend uitzicht. Het verhuren van de onderverdieping is een mooie manier om centen bij te verdienen. Op zaterdag ontsluit je de verdieping voor de nieuwe huurders en vervolgens kun je minimaal een week je eigen gang gaan. Het enige wat je inlevert is een deel van je privacy door speculerende onderhuurders. Ik speculeer er tenminste lekker en enthousiast op los. Op de camping was ik druk met campingobservaties, nu richt ik me compleet op de propriétaires.
Inmiddels denk ik het raadsel van het geschuif en gesleep te hebben opgelost. Wat blijkt namelijk? Onze Cher propriétaire is muzikant. Als iets mij heeft verrast is dat het wel. Dat had ik echt nooit verwacht. Maar het is wel zo. Hij zingt en speelt gitaar in een bandje met een kameraad met dreads. Die is hier regelmatig met zijn Berlingo aanwezig. Alle ramen van de Berlingo zijn afgeplakt met zilverfolie. Aanvankelijk dacht ik dat dat was om redenen die het daglicht niet kunnen verdragen, maar nu denk ik dat het zo is opdat ze op deze manier hun kostbare muziekinstrumenten ongezien in de auto kunnen zetten.
En nu kom ik dan even terug op het gesleep en geschuif. De Cher propriétaire is verantwoordelijk voor de versterking van het geluid: hij neemt twee grote boxen mee. En die schuift hij richting de trap, zodat ze die zo mee kunnen nemen. Vervolgens klikt hij zijn gitaardoos dicht. Dat gaat natuurlijk allemaal in opperste concentratie, vandaar dat er geen overleg was. En de opgewonden praatjes daarvoor? Spanning voor het optreden natuurlijk. Datskebeurt, datskebeurt!
Uiteraard heb ik deze feiten niet gecheckt. Waarom zou ik ook? Dan is er toch echt geen bal meer aan.
woensdag 23 juli 2014
Watskebeurt, watskebeurt?
Na het boeken van ons appartement kregen we een contract toegestuurd van de eigenaars (les propriétaires) waarin we onze wensen over ons verblijf kenbaar konden maken. We stuurden een begeleidend schrijven met de aanhef 'Chers propriétaires' retour. En zo noemen we ze ook nu steeds. Waarom we het dan steeds over de Chers propriétaires hebben? Dat is omdat we met hen onder een dak wonen. Wij wonen beneden en zij boven. En ons huis is nogal gehorig. Iedere scheet die de Chers propriétaires laten, horen we. En andersom natuurlijk. Toch stoort ons dat niet. Het prikkelt eerder onze verbeelding. Of laat ik voor mezelf spreken: het prikkelt mijn verbeelding.
Onze Chers propriétaires zijn hardwerkende jonge mensen, dus ze zijn vaak weg. Maar deze week waren ze een avond samen thuis. Eerst was er een gesprek tussen de beide propriétaires, waarbij we vooral de mannelijke propriétaire hoorden. Daarna was er veel gerommel en geschuif met meubels. De conversatie was over. "Wat zouden ze doen?", vraag ik me hardop af. "Zouden ze hun kamer opnieuw inrichten?" Maar daar overleg je dan toch bij, bedenk ik me. En dat zouden we dan weer horen. "Of zou de ene Cher propriétaire de andere Cher propriétaire om zeep hebben geholpen?", vraag ik me hardop af. Ik verdenk hem vanzelfsprekend. Het is immers algemeen bekend dat mannen meer moorden dan vrouwen, ook al trekt de emancipatie ook dit enigszins gelijk. Maar haar verdenk ik daar niet van. "Zou hij haar in een vloerkleed wikkelen?", vraag ik me af als ik een schuivend geluid hoor. Als het geluid iets houteriger wordt: "En haar nu in een kist stoppen om haar later ongezien uit het huis te kunnen smokkelen?" "Ik dacht ook al zoiets", zegt de oudste. E leest een boek en de jongste puzzelt. Ze zouden hier de hele plaatselijke bevolking uit kunnen roeien zonder dat zij gealarmeerd zouden raken. Ik luister of ik nog een teken van leven hoor van de vrouwelijke Cher propriétaire. Het is even (verdacht) stil. En dan horen we ze weer. Gelukkig maar.
Het geschuif en gesleep is gestopt. Er wordt weer gesproken. Onze beide Chers propriétaires leven nog. Wat ze dan wel uitvoerden... Daar moet ik mijn fantasie nog maar even op loslaten.
Onze Chers propriétaires zijn hardwerkende jonge mensen, dus ze zijn vaak weg. Maar deze week waren ze een avond samen thuis. Eerst was er een gesprek tussen de beide propriétaires, waarbij we vooral de mannelijke propriétaire hoorden. Daarna was er veel gerommel en geschuif met meubels. De conversatie was over. "Wat zouden ze doen?", vraag ik me hardop af. "Zouden ze hun kamer opnieuw inrichten?" Maar daar overleg je dan toch bij, bedenk ik me. En dat zouden we dan weer horen. "Of zou de ene Cher propriétaire de andere Cher propriétaire om zeep hebben geholpen?", vraag ik me hardop af. Ik verdenk hem vanzelfsprekend. Het is immers algemeen bekend dat mannen meer moorden dan vrouwen, ook al trekt de emancipatie ook dit enigszins gelijk. Maar haar verdenk ik daar niet van. "Zou hij haar in een vloerkleed wikkelen?", vraag ik me af als ik een schuivend geluid hoor. Als het geluid iets houteriger wordt: "En haar nu in een kist stoppen om haar later ongezien uit het huis te kunnen smokkelen?" "Ik dacht ook al zoiets", zegt de oudste. E leest een boek en de jongste puzzelt. Ze zouden hier de hele plaatselijke bevolking uit kunnen roeien zonder dat zij gealarmeerd zouden raken. Ik luister of ik nog een teken van leven hoor van de vrouwelijke Cher propriétaire. Het is even (verdacht) stil. En dan horen we ze weer. Gelukkig maar.
Het geschuif en gesleep is gestopt. Er wordt weer gesproken. Onze beide Chers propriétaires leven nog. Wat ze dan wel uitvoerden... Daar moet ik mijn fantasie nog maar even op loslaten.
dinsdag 22 juli 2014
'Een gewild fotomodelletje'
Onze zoon en ik zijn de enige niet-fotografen in ons gezin. Natuurlijk maken we wel eens een foto met onze iPhone, maar we hebben een andere ambitie dan E en onze dochters. Ik ben bovendien onhandig. Ik slaag er regelmatig in om een van mijn dikke vingers ongewild in beeld te brengen. Ik kan er niets aan doen: ik ben erfelijk belast. Mijn moeder heeft bijna geen foto's gemaakt waarbij niet een of meer vingers in beeld zijn; als er al überhaupt iets anders in beeld is.
Onze zoon is niet mee deze vakantie, maar onze beide dochters zijn van de partij. Dat betekent dat ik de enige niet-fotograaf ben. En dat betekent -naast veel oponthoud- ook dat het soms voelt alsof ik het meest gefotografeerde menselijk wezen aan de Noord-Franse kust ben. Er is onophoudelijk een camera op me gericht, vooral van onze dochters die vanuit elk denkbaar perspectief (kikvors-, vogel-) fotograferen. Soms praten ze over een foto. De jongste tegen haar zus: "Ik zei toch al dat dit een zeer briljante foto was? Al zeg ik het zelf. Precies op het juiste moment genomen." "Je hebt gelijk, dat is precies zoals mama is", zegt de oudste.
Ik ben er niet altijd blij mee. Aan het eind van de dag bekijk ik de foto's. Het is steeds een confrontatie met mijn zelfbeeld. Ik verwonder me bijvoorbeeld over de omvang van mijn boezem (in iets andere bewoordingen), of ik vind dat je aan mij duidelijk kunt zien dat je neus je hele leven lang blijft doorgroeien. Het wordt genadeloos vastgelegd. "Het is aan mij om te bepalen wat er verwijderd wordt.", zegt de jongste streng als ze mij 's avonds haar toestel geeft om de foto's te bekijken. Wat is er gebeurd met het portretrecht, vraag ik me dan wel eens af. "Je kunt het ook positief bekijken dat we veel foto's van je maken", zegt de jongste. "Je bent een gewild fotomodelletje."
Er zijn door beide dochters al heel veel portretten van mij gemaakt. "Dit wordt je nieuwe profielfoto", zegt de oudste, die daar het patent op heeft. Alleen de laatste werd gemaakt door haar zusje. Als ik tijdens een van de vele wachtsessies een selfie maak op het strand met de bedoeling om daar mijn profielfoto van te maken, wordt dat direct de kop ingedrukt: "Je focust je teveel op het fotograferen, het ziet er geforceerd uit.", aldus de oudste. Welke het wel wordt, dat moeten we maar uitzoeken als we thuis zijn, maar deze zijn dus niet door de ballotage gekomen.
maandag 21 juli 2014
Met het padje op pad
Het was toen we nog kampeerden geen optie, maar nu we in een appartement met WiFi zitten, heb ik mijn minipadje mee. Handig, ik zoek gemakkelijk alle bezienswaardigheden in de buurt op. De marktdagen heb ik zo op een rij. Die vismarkt hier even verderop die missen we morgen dus niet.
Ook is het handig als ik iets anders wil zoeken. Zo hebben we hier een goed geoutilleerde keuken die mooi is ingericht. Ze hebben een handige organiser op het aanrecht die ik ook wel zou willen hebben. Dus ik mijn padje erbij en zoeken. En ongemerkt kom ik dan op nog veel meer handige keukenhulpjes die ik eigenlijk helemaal niet nodig heb. Zo stuit ik op een Römertopf kipbrader. Nog nooit van gehoord, nog nooit gezien. Ik zoom in op het plaatje. Even heb ik de schrik te pakken, want ben ik nou per ongeluk met mijn vinger over het like- knopje van Facebook gegaan? Ik lig namelijk voortdurend in de clinch met het aanraakscherm. Als ik iets wil aanraken reageert het scherm niet en als ik er niet op verdacht ben gaat het met het grootste gemak.
Snel Facebook even checken: daar staat niets. Gelukkig maar, want daar zou ik niet achter kunnen staan. Niet dat het me niet goed of handig lijkt, maar dit zou ik een kip zelfs niet post mortem aan willen doen. Het zou me teveel doen denken aan de ongemakkelijke blessure van Mascherano.
Ook is het handig als ik iets anders wil zoeken. Zo hebben we hier een goed geoutilleerde keuken die mooi is ingericht. Ze hebben een handige organiser op het aanrecht die ik ook wel zou willen hebben. Dus ik mijn padje erbij en zoeken. En ongemerkt kom ik dan op nog veel meer handige keukenhulpjes die ik eigenlijk helemaal niet nodig heb. Zo stuit ik op een Römertopf kipbrader. Nog nooit van gehoord, nog nooit gezien. Ik zoom in op het plaatje. Even heb ik de schrik te pakken, want ben ik nou per ongeluk met mijn vinger over het like- knopje van Facebook gegaan? Ik lig namelijk voortdurend in de clinch met het aanraakscherm. Als ik iets wil aanraken reageert het scherm niet en als ik er niet op verdacht ben gaat het met het grootste gemak.
Snel Facebook even checken: daar staat niets. Gelukkig maar, want daar zou ik niet achter kunnen staan. Niet dat het me niet goed of handig lijkt, maar dit zou ik een kip zelfs niet post mortem aan willen doen. Het zou me teveel doen denken aan de ongemakkelijke blessure van Mascherano.
zondag 20 juli 2014
De stekker eruit
"Het is maar goed dat je nog niet met pensioen gaat." De vooronderstelling van de oudste is dat je als je met pensioen gaat tot stilstand komt. En ik kom slechts met de grootst mogelijke moeite tot stilstand. De eerste week van de vakantie voelde ik me er een beetje ziek van. Dat is al zo zolang ik het me herinner. Misschien ben ik er erfelijk mee belast. Als we vroeger als gezin met vakantie gingen, hield mijn vader het tempo ook altijd hoog. Ook hij wilde eigenlijk niet tot stilstand komen. En dat lukte wonderwel. We vertrokken 's morgens op tijd om in een straf tempo de lokale bezienswaardigheden te bekijken. Na een week vakantie waren we uitgekeken: dan hadden we alles in een straal van 100 kilometer grondig bekeken.
Ik herken dat wel. Ik probeer er uit te halen wat erin zit, opdat mijn vrije tijd goed besteed wordt. Ik kom alleen met grof geweld tot stilstand. Toen E en ik nog met z'n tweeën op vakantie gingen, maakten we onderweg regelmatig een tussenstop in een park waar ik dan even kon gaan liggen uitzieken. En ook de kinderen herinneren zich vakanties waarin mijn kots met zakken vol werd weggedragen. Gek genoeg hoort dat thuis in hun rijtje leuke vakantieherinneringen. En het is nog steeds zo: ik heb in de vakantie altijd meer last van hoofdpijn dan als ik aan het werk ben. Blijkbaar kan ik beter tegen spanning dan tegen ontspanning. Of misschien ben ik meer ontspannen in situaties met dan zonder druk. Toch is doorwerken en thuisblijven geen optie: de stekker moet er een keer per jaar uit.
zaterdag 19 juli 2014
Op een bedje van...
"Wat is choucroute ook nog maar?", vraag ik aan E. We zitten in een restaurant hier aan de kust van Picardië en ik ben me er eens te meer van bewust dat mijn schoolfrans aardig roestig is geworden. Ik struikel over de woorden. Het praatje met de eigenaars van het appartement waarin we verblijven levert ons de benodigde informatie op, maar daar blijft het dan ook bij. Een fijne vlotte babbel, dat lukt niet. Ik moet echt zoeken naar woorden. En dat is wel eens anders geweest.
Op de middelbare school had ik namelijk een hele goede lerares Frans en ik was er ook nog eens best goed in. Toen ik net van de middelbare school kwam kon ik dus aardig Frans praten. Maar dat was toen. Alle handelingen waar je je hersens namelijk niet zeer regelmatig mee opscheept, die raken sleets. De verbindingen die je hersens voor zo'n handeling nodig hebt worden langzaam afgebroken. Deze wijsheid deed ik op tijdens een presentatie van de oudste, die een tot de verbeelding sprekende presentatie van dit fenomeen maakte. En bij mij is de afbraak van mijn kennis van het Frans echt schrikbarend geweest. Daar kom ik op de eerste dag van onze vakantie al achter.
Afijn, ik heb nu weer even tijd om te oefenen. We komen er niet uit met de choucroute, dus vraag ik het maar aan de jongedame die ons bedient. Ik versta alleen het deel over het 'zeefruit': ik kan mossels, garnalen en verschillende soorten vis verwachten. Dus dat neem ik dan maar. We zitten hier tenslotte aan de kust. E doet met me mee. Als ons bord wordt gebracht, weet ik het op slag weer: choucroute is zuurkool. Dat hadden E en ik nooit bij vis gecombineerd, met kerriesaus en banaan, of gestampt met aardappels, dat wel maar niet met vis. En eerlijk gezegd: na het eten is het nog geen combinatie waar je mij wakker voor kunt maken. Vis eet ik liever niet op een bedje van zuurkool.
Op de middelbare school had ik namelijk een hele goede lerares Frans en ik was er ook nog eens best goed in. Toen ik net van de middelbare school kwam kon ik dus aardig Frans praten. Maar dat was toen. Alle handelingen waar je je hersens namelijk niet zeer regelmatig mee opscheept, die raken sleets. De verbindingen die je hersens voor zo'n handeling nodig hebt worden langzaam afgebroken. Deze wijsheid deed ik op tijdens een presentatie van de oudste, die een tot de verbeelding sprekende presentatie van dit fenomeen maakte. En bij mij is de afbraak van mijn kennis van het Frans echt schrikbarend geweest. Daar kom ik op de eerste dag van onze vakantie al achter.
Afijn, ik heb nu weer even tijd om te oefenen. We komen er niet uit met de choucroute, dus vraag ik het maar aan de jongedame die ons bedient. Ik versta alleen het deel over het 'zeefruit': ik kan mossels, garnalen en verschillende soorten vis verwachten. Dus dat neem ik dan maar. We zitten hier tenslotte aan de kust. E doet met me mee. Als ons bord wordt gebracht, weet ik het op slag weer: choucroute is zuurkool. Dat hadden E en ik nooit bij vis gecombineerd, met kerriesaus en banaan, of gestampt met aardappels, dat wel maar niet met vis. En eerlijk gezegd: na het eten is het nog geen combinatie waar je mij wakker voor kunt maken. Vis eet ik liever niet op een bedje van zuurkool.
donderdag 17 juli 2014
2-onder-1-kap
Mijn zus en ik hebben een droom: later als we oud zijn willen we in een 2-onder-1-kap-woning gaan wonen. Aangezien we elkaar moeiteloos aanvullen kunnen we elkaars handicaps dan eenvoudig opvangen. We zeggen vaak op hetzelfde moment dezelfde dingen, maar ook los van elkaar -op kilometers afstand van elkaar en op verschillende momenten- zeggen we dezelfde dingen. Als zij weg is, ben ik haar stand-in, haar body double.
Natuurlijk zijn er ook verschillen. Zij is een stuk diplomatieker dan ik, socialer ook, technischer en geordender. Vandaag zag ze nog een door mij gevouwen mand schone was aan voor een ongevouwen mand schone was. Dus demonstreerde ze nog even hoe zij een slip vouwt. Zoals ze me ooit leerde om handdoeken echt netjes te vouwen en om tegen te draaien als je een auto in- of uitparkeert. Allemaal dingen die ik niet zelf had kunnen bedenken al was ik honderd geworden. Maar goed, er zijn meer overeenkomsten dan verschillen en de verschillen die er zijn voelen aan als een prettige aanvulling.
Twee jaar geleden woonden we zes weken met z'n allen in een huis. En dat ging van een leien dakje. Dat sterkte mijn zus en mij in de gedachte om ooit samen in die 2-onder-1-kap-woning te gaan wonen. En zaterdag en zondag aten we met zijn allen in het kader van de evenementenvoorbereiding of -nabeschouwing- want ook dat doen wij samen. Als er iets georganiseerd wordt, dan denken we met elkaar mee: niet alleen wij, ook onze mannen en kinderen. En dan kan het niet mis gaan. Het klinkt klef, maar gek genoeg is het dat helemaal niet.
Onze mannen zijn iets minder enthousiast over het idee van die 2-onder-1-kap. Zij houden ons het liefst onder een eigen dak.
Natuurlijk zijn er ook verschillen. Zij is een stuk diplomatieker dan ik, socialer ook, technischer en geordender. Vandaag zag ze nog een door mij gevouwen mand schone was aan voor een ongevouwen mand schone was. Dus demonstreerde ze nog even hoe zij een slip vouwt. Zoals ze me ooit leerde om handdoeken echt netjes te vouwen en om tegen te draaien als je een auto in- of uitparkeert. Allemaal dingen die ik niet zelf had kunnen bedenken al was ik honderd geworden. Maar goed, er zijn meer overeenkomsten dan verschillen en de verschillen die er zijn voelen aan als een prettige aanvulling.
Twee jaar geleden woonden we zes weken met z'n allen in een huis. En dat ging van een leien dakje. Dat sterkte mijn zus en mij in de gedachte om ooit samen in die 2-onder-1-kap-woning te gaan wonen. En zaterdag en zondag aten we met zijn allen in het kader van de evenementenvoorbereiding of -nabeschouwing- want ook dat doen wij samen. Als er iets georganiseerd wordt, dan denken we met elkaar mee: niet alleen wij, ook onze mannen en kinderen. En dan kan het niet mis gaan. Het klinkt klef, maar gek genoeg is het dat helemaal niet.
Onze mannen zijn iets minder enthousiast over het idee van die 2-onder-1-kap. Zij houden ons het liefst onder een eigen dak.
zondag 13 juli 2014
Een ongemakkelijke blessure
Het komt erop aan bij topsport. Zo hield Mascherano een uitgescheurde anus over aan een direct duel met Robben. Dat klinkt ernstig: een uitgescheurde anus. Het is een plek waar je liever geen scheur hebt. Tot nu toe was het mij onduidelijk dat je een anusscheur kon oplopen bij het voetballen. Bij een bevalling natuurlijk wel, alhoewel de scheuring dan niet bij de anus begint. Bij ballet zou ik het me ook nog voor kunnen stellen. Maar bij voetbal... Zo zie je maar weer.
Als Argentinië vandaag aantreedt tegen Duitsland, zijn we dan ook verbaasd dat Mascherano gewoon aantreedt. Het roept bij ons vragen op over de ernst van de scheur bij zijn anus. "Zou het gehecht zijn?", vraagt de oudste. "Ik ga er wel vanuit", zeg ik. "Dat hij nu alweer kan spelen dan", zegt de oudste. "Zouden ze er koelspray op hebben gespoten om het te verdoven?" Het zou kunnen. "Misschien was het een haarscheurtje", zeg ik. "Of een kloofje", zegt E. Een heftige scheuring is het niet, constateren we. Mascherano dartelt namelijk lustig door het veld. En dat lijkt me bij een beetje scheur niet te doen. We speculeren er lustig op los. Het is een veelbesproken blessure: Mascherano houdt er misschien wel voor altijd de bijnaam Mascheranus aan over. Het zal je maar gebeuren.
Als Argentinië vandaag aantreedt tegen Duitsland, zijn we dan ook verbaasd dat Mascherano gewoon aantreedt. Het roept bij ons vragen op over de ernst van de scheur bij zijn anus. "Zou het gehecht zijn?", vraagt de oudste. "Ik ga er wel vanuit", zeg ik. "Dat hij nu alweer kan spelen dan", zegt de oudste. "Zouden ze er koelspray op hebben gespoten om het te verdoven?" Het zou kunnen. "Misschien was het een haarscheurtje", zeg ik. "Of een kloofje", zegt E. Een heftige scheuring is het niet, constateren we. Mascherano dartelt namelijk lustig door het veld. En dat lijkt me bij een beetje scheur niet te doen. We speculeren er lustig op los. Het is een veelbesproken blessure: Mascherano houdt er misschien wel voor altijd de bijnaam Mascheranus aan over. Het zal je maar gebeuren.
maandag 7 juli 2014
In de ban van Louis
Mijn opa was slager. Een echte zakenman was hij niet. Hij zei namelijk met het grootste gemak zijn eigen klanten op. "Joe kinnen beter noar n aander goan", zei hij als iets hem niet aanstond zonder met zijn ogen te knipperen. De klant kon gaan en wegblijven. Echt zakelijk is het niet en het kan natuurlijk niet. Sommigen zullen het dom vinden - je snijdt jezelf immers in de vingers, maar ik vind het om diezelfde reden juist heel sterk. Maar ik ben dan ook zijn kleindochter.
Ik denk eraan als ik zaterdag in de NRC een artikel over -wie anders- Louis van Gaal lees. Het zijn vijf ontmoetingen met Louis van Gaal. Louis gaat altijd voor de winst, ook al toen hij een fanatiek schreeuwende gymleraar was. Louis mag dan een prima trainer zijn die op dit moment wereldwijd de hemel wordt ingeprezen, een diplomaat is hij niet. Met de media kan hij niet goed omgaan. Daarvoor is Louis 'te kort voor de kop'. In het artikel lees ik bijvoorbeeld dat Louis ooit eens in een persconferentie informeerde wie zijn toehoorders waren. De verslaggever van De Telegraaf kon direct vertrekken toen hij zich bekend maakte: "De Telegraaf? Die heeft schandalig over mij geschreven. Daar is de deur." Echt diplomatiek is dat natuurlijk niet en vaak is hoongelach dan ook zijn deel. Louis ergert zich misschien aan wat anderen van hem vinden, hij verandert er zelf niet door. Dat kan ik wel waarderen. Dat hij soms ondertekent met "Met minder vriendelijke groet" vind ik ronduit inspirerend. Ik had niet gedacht dat ik dat ooit zou zeggen. Ik ben toch meer in de ban van de voetbalgekte dan ik gedacht had.
Ik denk eraan als ik zaterdag in de NRC een artikel over -wie anders- Louis van Gaal lees. Het zijn vijf ontmoetingen met Louis van Gaal. Louis gaat altijd voor de winst, ook al toen hij een fanatiek schreeuwende gymleraar was. Louis mag dan een prima trainer zijn die op dit moment wereldwijd de hemel wordt ingeprezen, een diplomaat is hij niet. Met de media kan hij niet goed omgaan. Daarvoor is Louis 'te kort voor de kop'. In het artikel lees ik bijvoorbeeld dat Louis ooit eens in een persconferentie informeerde wie zijn toehoorders waren. De verslaggever van De Telegraaf kon direct vertrekken toen hij zich bekend maakte: "De Telegraaf? Die heeft schandalig over mij geschreven. Daar is de deur." Echt diplomatiek is dat natuurlijk niet en vaak is hoongelach dan ook zijn deel. Louis ergert zich misschien aan wat anderen van hem vinden, hij verandert er zelf niet door. Dat kan ik wel waarderen. Dat hij soms ondertekent met "Met minder vriendelijke groet" vind ik ronduit inspirerend. Ik had niet gedacht dat ik dat ooit zou zeggen. Ik ben toch meer in de ban van de voetbalgekte dan ik gedacht had.
Abonneren op:
Posts (Atom)